telingen, zijn plicht gedaan en zich den dank van velen verworven.
Groep Nederland heeft naar de mate harer krachten meegewerkt aan de menschlievende taak, voor ons land in deze dagen van strijd weggelegd.
Opmerkelijk is het, dat juist in dezen voor alle vereenigingen zoo moeilijken tijd, ook strijd ontstaan is in de gelederen van het A.N.V. zelf. Hier en daar openbaarde zich ontevredenheid met de inrichting en leiding.
Het Groepsbestuur wenschte gaarne het oor te leenen aan de grieven en besloot daarom een vergadering te Utrecht (16 Jan. 1915) te beleggen met Afdeelingsbestuurders, om gelegenheid te geven eens vrijuit te spreken. Het zette daarmee een goede gewoonte voort en menige grief op die vergadering geuit, gaf aanleiding tot nadere verklaringen en ophelderingen; verscheiden opmerkingen kunnen ook het Groepsbestuur een vingerwijzing zijn voor een beter georganiseerde, verhoogde werkzaamheid.
Hoe beter het de stroomingen in het Verbond en de wenschen der leden kent, des te meer zal het kunnen beantwoorden aan zijn roeping, indien die stroomingen en wenschen niet tegen de oorspronkelijke beginselen van het A.N.V. ingaan.
Ledental. Dat de moeilijke tijden op het ledental van vele vereenigingen een ongunstigen invloed zouden oefenen was te voorzien. Waar vele landgenooten tot bezuiniging zijn gedwongen, werden vele lidmaatschappen opgezegd. Ook het Verbond bleef die tegenslag niet gespaard.
Telde Groep Nederland het vorig jaar binnen onze grenzen 8023 leden op 1 Jan., thans bedroeg dat 7760, waarbij men nog in aanmerking moet nemen, dat vooral in dezen tijd ettelijke leden bij het aanbieden der kwitantie in gebreke zijn gebleven. Intusschen is het een opmerkelijk verschijnsel, dat toch doorloopend, mede door de werkzaamheid van onzen gemachtigde Jhr. C.M.E.R.C. von Bose, onder burgers en soldaten, nieuwe leden konden worden ingeschreven. Op 1 Maart 1915 bedroeg het aantal leden van Groep Nederland, met de verspreide buitenlandsche leden, die niet tot eene andere Groep of Zelfstandige Afdeeling behooren en volgens de Statuten tot onze Groep worden gerekend, 8342 (vorig jaar 8767).
Van het A.N.V. behoefde geen noodkreet uit te gaan wegens te sterken achteruitgang, geen bijzondere maatregelen behoefden te worden getroffen om het in stand te houden. Het blijkt dus tegen schokken zoowel van buiten als van binnen vrijwel bestand en dat pleit voor zijn levenskracht en voor wat de stichters en leiders tot heden bereikten. Maar toch gevoelt niemand beter dan de besturen, hoeveel meer het A.N.V. zou kunnen doen, indien over meer geldmiddelen kon worgen beschikt, hoeveel omvangrijker het werk zou kunnen zijn, indien de leden beseften, dat ook zij moeten arbeiden aan verhooging onzer uiterlijke en innerlijke kracht.
Bestuur. Het bestuur onderging eenige verandering door het uittreden van de heeren Jhr. Mr. H. Smissaert en A. Welcker, aan wier verdiensten in het vorig jaarverslag reeds waardeerende woorden werden gewijd.
In hun plaats werden gekozen de heeren J.P.C. Hartevelt te Arnhem, die zich als secretaris der Groep Nederl. Indië reeds naam in het Verbond had verworven; Th.v. Welderen Baron Rengers, waardoor een leemte in ons bestuur, de vertegenwoordiging der noordelijke provinciën op gelukkige wijze werd aangevuld en A.L. van Blommestein te Leiden, die als vertegenwoordiger der studenten moet worden aangemerkt.
De aftredende Groepsbestuurders mej. Dr. C.C.v.d. Graft te Utrecht, Dr. H.J. Kiewiet de Jonge te Dordrecht, Mr. M.P.M. van Dam te Breda en C. van Son te Dordrecht, werden herkozen, eveneens de afgevaardigden der Groep in het Hoofdbestuur mej. E. Baelde te Rotterdam en de heer J.D. Baron van Wassenaer van Rosande te 's-Gravenhage. Laatstgenoemde werd ons kort na zijn herkiezing door den dood ontnomen. Neerlandia huldigde bij zijn beeltenis zijn verdiensten.
Het Groepsbestuur bestond gedurende dit jaar uit de volgende personen: Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, voorzitter; Marc. Emants, onder-voorzitter; C. van Son, secretaris; Mr. W.J.L. van Es, 2de secretaris; N.J. Roelfsema, penningmeester; de dames E. Baelde, D. Bogaert-De Stürler de Frienisberg, Dr. C.C.v.d. Graft, en de heeren A.L. van Blommestein, Dr. F. Buitenrust Hettema, Mr. M.P.M. van Dam, Dr. W. van Everdingen, J.P.C. Hartevelt, F.A. Hoefer, Prof. Dr. L. Knappert, Dr. N. Mansvelt, Mr. K.M. Phaff, Dr. J.B. Schepers, Dr. P.V. Sormani, Prof. Mr. A.A.H. Struycken, Th. van Welderen Baron Rengers en Prof. Dr. J. te Winkel.
Een hunner, Dr. J.B. Schepers, die sedert 1903 zitting had, treedt thans uit ons midden. Een welgemeend woord van hulde voor al wat deze goede Nederlander in geschrift en met de daad voor den Nederlandschen stam heeft gedaan, zij hem hier gebracht.
Werkzaamheden. Het bestuur vergaderde slechts driemaal, ook al door den oorlogstoestand; want een vergadering tegen 3 Aug. uitgeschreven om de plannen, door de Algem. Vergadering te Leeuwarden aangegeven, verder uit te werken en tot uitvoering te brengen, kon wegens het verbroken verkeer niet doorgaan. Bovendien verloren die plannen tegenover de benauwenis, die over heel Europa gekomen was, tijdelijk hun belangrijkheid en zouden ze onder de gegeven omstandigheden vrijwel onuitvoerbaar zijn gebleken. Uitstel tot beter dagen werd door de Groepsbestuursvergadering van 3 October goedgekeurd.
Vóór den oorlog behartigde het Groepsbestuur de belangen van het Verbond o.m. door het volgende:
Aan de Afdeelingsbesturen werd in het begin van het jaar verzocht de bijdragen der leden zoo spoedig mogelijk te innen, door persoonlijke bemoeiing bedanking zooveel mogelijk te voorkomen, de leden aan te sporen tot verhoogde bijdragen, en in 't algemeen om den bloei der Afdeelingen krachtig te bevorderen.
Op verzoek der Afd. 's-Gravenhage werd een onderzoek ingesteld naar de in het buitenland bestaande wettelijke bepalingen betreffende het tegengaan van vreemde opschriften. De uitslag daarvan werd kort geleden door de Vreemde-woorden-Commissie in Neerlandia meegedeeld.
De pogingen om het onbegrijpelijk bastaard-Nederlandsch onzer verzekeringspolissen veranderd te krijgen, mochten nog niet tot een gunstigen uitslag leiden. Toch worden ze niet opgegeven.
Wat de werkzaamheden nà het uitbreken van den oorlog betreft? Het Dagel. Bestuur van de Groep meende, waar het Hoofdbestuur onmiddellijk (5 Aug.) de diensten van het Verbond aan de Regeering had aangeboden, aanvankelijk te mogen afwachten, waarin het nuttig kon zijn, overtuigd dat het Hoofdbestuur niet zou nalaten van zijn diensten en die der Afdeelingen gebruik te maken.
In een drukbezochte Groepsbestuursvergadering op 3 Oct. te 's-Gravenhage gehouden, deed de voorzitter verslag van de vele bemoeiingen van het Hoofdbestuur en werden de leden overtuigd, dat dit niet had stil gezeten. De vergadering was ook belegd om den Groepsbestuurders te vragen of zij voor het Verbond nog een andere taak konden aangeven
Zoo werd in verband met plannen der Afd. Zaanstreek besloten tot een geldinzameling om noodlijdende Vlamingen na den oorlog te steunen en dit plan