Neerlandia. Jaargang 19
(1915)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 122]
| |||||||
Beknopt Verslag der Hoofdbestuursvergadering van 24 April 1915.Aanwezig: de heer Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, voorzitter; mej. E. Baelde, onder-voorzitster; en de heeren H.D.H. Bosboom, Prof. Mr. D.P.D. Fabius, Dr. H.F.R. Hubrecht, Mr. Dr. C.F. Schoch, Prof. Mr. A.A.H. Struycken, Jhr. Mr. J.L.W.C. von Weiler en N.J. Roelisema, secretarispenningmeester.
Afwezig met kennisgeving: de heeren Ch.R. Bakhuizen van den Brink, Prof. Dr. J. Boeke, Mr. C.Th. van Deventer, J.M. Pijnacker Hordijk, Kapt. J.A. Snijders Jr., alsmede de Vlaamsche leden
De voorzitter opent de vergadering met een woord van welkom aan de beide nieuwe leden Prof. Fabius en Prof. Struycken. Spr. acht het een voorrecht hen te mogen begroeten en beveelt de belangen van het Verbond in hun medewerking aan. | |||||||
Punt I. Notulen der vergadering van 6 Maart te Dordrecht.Deze worden na een kleine redactiewijziging goedgekeurd. | |||||||
Punt II. Jaarverslag.Het ontwerp wordt met enkele uitlatingen en redactiewijzigingen vastgesteld. (Zie het Mei-nr. van Neerlandia.) | |||||||
Punt III. Rekening en Verantwoording over 1914 van het Hoofdbestuur.De penningmeester geeft eenige toelichting. De rekening en verantwoording sluit met een eindcijfer van f 18310.22, waaronder een voordeelig slot van f 1049.64, dat echter sedert de vaststelling op 31 Maart weder met f 160.- verhoogd is en waarschijnlijk wel tot ongeveer f 2300.- zal klimmen, in aanmerking genomen dat enkele posten, tot een totaal van ongeveer f 1200.- nog wel zullen binnenkomen. Vergelijkt men het cijfer van f 2300.- nu met het batig slot van 1913, groot ongeveer f 2200.-, dan blijkt de kas in 1914 f 100.- te zijn vooruitgegaan. Maar nu is plotseling de vermindering der Regeeringssubsidie gekomen, zoodat als die vermindering gehandhaafd blijft, op de begrooting f 1800.- zal worden gemistGa naar voetnoot*). Wordt dit gemis uit het te verwachten batig saldo goedgemaakt, dan zal ons nog f 500.- resten, als ten minste Groep Vlaanderen zijn bizondere subsidie van f 500.- niet opvraagt, want gebeurt dat, dan zal de kas aan het eind van dit jaar vermoedelijk leeg zijn. Nadat nog enkele inlichtingen gevraagd en door den penningmeester gegeven zijn, wordt de rekening en verantwoording goedgekeurd. | |||||||
Punt IV. Ingekomen stukken en mededeelingen.Mededeeling dat de heeren Prof. Fabius en Prof. Struycken hun benoeming tot leden van het Hoofdbestuur voor Groep Nederland hebben aangenomen.
Stappen gedaan door het Dagel. Bestuur in zake de vermindering der Regeeringssubsidie. De penningmeester deelt mede, dat Jhr. Von Weiler en hij een bezoek hebben gebracht aan het Departement van Binnenlandsche Zaken en daar de zaak hebben besproken. Ingevolge den ontvangen raad is een adres ingezonden om de subsidie weder tot f 3600.- te doen verhoogen. Naar aanleiding van deze mededeeling wordt de wenschelijkheid besproken om maatregelen te nemen, tot inzameling van vrijwillige bijdragen ter versterking van den geldelijken toestand van het Verbond. Op verzoek van den voorzitter verklaren de heeren Hubrecht en Struycken zich bereid om deel uit te maken van eene commissie, die tot taak zal hebben dergelijke bijdragen te verkrijgen. De heer Van Welderen Baron Rengers, lid van het Groepsbestuur, zal worden uitgenoodigd mede in die commissie zitting te nemen.
Het adres aan den Minister in zake de buitenlandsche passen. De voorzitter herinnert aan het adres dat in het begin van December verzonden is en in het Jan.-nr. van Neerlandia, blz. 6 is opgenomen. Antwoord kwam nog niet in. De vraag is nu, of het goed zal zijn bij den Minister op het geven van een spoedig antwoord aan te dringen. De meerderheid der aanwezigen is van oordeel, dat het antwoord moet worden afgewacht. Opgemerkt wordt nog, dat van moeilijkheden bezwaarlijk sprake kan zijn als men zijn pas zooals behoort, door den Nederl. consul ter plaatse laat legaliseeren. De huidige toestand mag bovendien niet als maatstaf worden genomen.
Schrijven van den Anti-Oorlog Raad met verzoek om toetreding van het A.N.V. Besloten wordt zich niet aan te sluiten.
Rekening en Verantwoording van de Boeken-Commissie over 1914. De voorzitter deelt mede, dat die is nagezien en in orde bevonden.
Verzoek van de Vereeniging ‘Landverhuizing’. De voorzitter deelt mede, dat het verzoek betreft een wederzijdsch lidmaatschap van f 25.-, als bewijs van nauwer samenwerking. - Aangenomen. | |||||||
Punt V. Vlaanderen.1. De Vlaamsche Stem. De voorzitter zegt, dat het te veel tijd zou vorderen de geschiedenis der oprichting van dit Vlaamsche dagblad hier te lande en de daaromtrent gevoerde onderhandelingen mee te deelen. Prof. Mr. J.A. van Hamel te Amsterdam heeft eene commissie gevormd ter behartiging van voornamelijk de geldelijke belangen van het blad. Het Verbond mag ondanks de niet te onderschatten bezwaren niet achter blijven en kan steun verleenen in den vorm van een rondschrijven tot opwekking van de leden voor het nemen van een abonnement. Spr. wijst er nog op, dat de redactie en medewerkers der Vlaamsche Stem niet de vertegenwoordigers van alle Vlamingen zijn. Er zijn er ook, die meer de richting der te Gent verschijnende Vlaamsche Post zijn toegedaan. Tusschen die twee groepen moet het Verbond onpartijdig staan. Tegenover het taalbelang mag het echter niet onverschillig blijven. Er is aangedrongen op spoedige rondzending der circulaire. Na uitvoerige gedachtenwisseling wordt met 5 tegen 4 stemmen tot rondzending besloten, nadat eenige door de vergadering aangegeven wijzigingen zullen zijn aangebracht.
2. Voorstel tot benoeming eener Commissie van Bijstand voor de Vlaamsche belangen gedurende den oorlog. De voorzitter merkt op, dat dit een wensch is van Vlaamsche leiders te Amsterdam. Deze oordeelen, dat de Vlaamsche Hoofdbestuurders onder de huidige omstandigheden niet mee kunnen beraadslagen over de Vlaamsche Verbondsbelangen in Nederland en het dus wenschelijk is uit de hier te lande vertoevende Vlamingen een Commissie van Bijstand te benoemen voor overleg in belangrijke aangelegen- | |||||||
[pagina 123]
| |||||||
heden. Alvorens deze zaak aanhangig te maken, heeft spreker gemeend, het gevoelen der leiders te Gent te moeten inwinnen. De secretaris der Utrechtsche Studenten-Afdeeling had dezer dagen een onderhoud met den heer Meert te Gent en deze vond zulk een Commissie van Bijstand overbodig. Spr. meent echter, dat overleg voor Vlaamsche belangen als b.v. de interneeringskampen, de vluchtelingen enz. nuttig kan zijn en stelt daarom voor, dat men het Dagel. Bestuur machtige naar bevind van zaken te handelen. - Aldus besloten. | |||||||
Punt VI. Oost-Indië.Voorstel-Haarlem in zake Indische ambtenaren. In herinnering wordt gebracht de gedachtenwisseling over het voorstel Haarlem op de Algem. Groepsvergadering van 20 Maart. Half April is er een uitvoerige toelichting van Jhr. Sandberg ingekomen. De vraag is nu: ligt het op den weg van het A.N.V. om de aandacht der Regeering te vestigen op de wenschelijkheid der verhooging van traktementen, en de noodzakelijkheid dat ambtenaren gehuwd naar Indië kunnen gaan. Opgemerkt wordt, dat de heer Sandberg de oorspronkelijk ingediende voorstellen ten deele schijnt te hebben losgelaten; in zijn toelichting worden andere zaken meer op den voorgrond gebracht, o.a. de kwestie der verloven, terwijl over naturalisatie geen woord is gerept. Besloten wordt de zaak in handen der vier O.-I. afgevaardigden te stellen om advies en aan Afd. Haarlem daarvan mededeeling te doen.
De Veeartsenijschool te Buitenzorg en haar Duitsche leerboeken. Aan het Verbond is mededeeling gedaan van het feit, dat aan de Veeartsenijschool te Buitenzorg bijna uitsluitend Duitsche leerboeken gebruikt worden. Het Dagel. Bestuur heeft inlichtingen verzocht aan den directeur der Utrechtsche Veeartsenijschool en gevraagd of er goede Nederlandsche leerboeken bestaan. Na herhaald verzoek is een antwoord ingekomen van den onder-directeur, dat hij zich met dergelijke zaken niet kan inlaten. Wellicht is dit onbevredigend antwoord het gevolg van een misverstand. Besloten wordt de vraag nog eens aan den directeur der Veeartsenijschool te doen en daarbij de bedoeling nader uiteen te zetten. | |||||||
Punt VII. Suriname.Schrijven uit Suriname in zake de hervorming der Groep. De schrijver zal eerstdaags in Nederland komen, waarna met hem een samenspreking zal worden gehouden over den toestand der Groep. | |||||||
Punt VIII. Zuid-Afrika.Bloemfontein. Jaarverslag. (In Neerlandia opgenomen).
Kaapstad.
De voorzitter herinnert aan een schrijven van de Afdeeling Kaapstad ontvangen, onderteekend door den voorzitter, den heer R. Fruin, waarin afkeurend wordt gesproken over het telegram van het Algem. Nederl. Verbond en de Nederl. Zuid-Afr. Vereeniging in zake Generaal De Wet. Erkend moet worden, dat er ook betuigingen van instemming zijn gekomen uit Zuid-Afrika, waarbij zelfs duidelijk werd gezegd, dat het telegram waarschijnlijk twee kostbare menschenlevens had gered. Intusschen moeten wij voorzichtig zijn door niet voetstoots als uitwerking van ons telegram aan te nemen, wat daarmede misschien in het geheel niet samenhangt, of wellicht gevolg is geweest van een voorafgegaan maar niet openbaar gemaakt telegram. Besloten wordt de zaak vooreerst als afgedaan te beschouwen, in afwachting ook of er later wellicht gelegenheid zal zijn er in zijn geheel op terug te komen.
Brief uit Johannesburg van den heer Van Tooren met opzegging van zijn lidmaatschap wegens het partij-kiezen van Neerlandia voor Chr. de Wet. Kennisgeving.
Schrijven van de Nederl. Zuid-Afr. Vereeniging vragende het oordeel van het Hoofdbestuur in zake een bij haar ingekomen verzoek om met het oog op Zuid-Afrika in samenwerking met het A.N.V. aan te dringen op het gelijktijdig uitgeven in de oude en de nieuwe spelling van schoolboeken. De voorzitter stelt voor aan den eigenlijken voorsteller te vragen hoe hij meent dat dit plan ten uitvoer kan worden gebracht. - Goedgekeurd. | |||||||
Punt IX. Zelfstandige Afdeelingen.Jaarverslagen uit Berlijn en Roseland Chicago. (In Neerlandia verschenen).
Dankbetuiging van Afd. Chicago voor wat het A.N.V. deed voor Belgen, militairen en Chr. de Wet. | |||||||
Punt X. Vertegenwoordigers.Verschillende dankbetuigingen voor den kalender Neerlandia. Jaarverslagen uit Davos Platz, Hamburg en Mexico. (In Neerlandia opgenomen).
Benoemd worden tot vertegenwoordigers van het A.N.V. de heeren: Emile Uyldert voor Basic City (Virginië); Mr. W.N.M. van der Ham voor Buenos Aires (Argentinië); Dr. H.J.A. van Voornveld voor Davos Platz; Mr. C.E. de Vos voor Galle (Ceylon); M.J. Herbschleb voor Hongkong; D. Krabman voor Papua (Nieuw-Guinea); W.E. Weytingh voor Pará (Brazilië).
Nog komt ter sprake de wenschelijkheid om leesstof te verschaffen aan de Vlamingen in Duitsche krijgsgevangenschap en wordt de vraag geopperd of het A.N.V. in samenwerking met andere vereenigingen ten deze iets zal kunnen doen. Besloten wordt dat op dit punt overleg zal gepleegd worden met de Boeken-Commissie. |
|