Neerlandia. Jaargang 19
(1915)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdAfdeeling ‘Kaapstad en Omstreken’.Aan het jaarverslag over 1914 is het volgende ontleend: Er zal dit jaar wel geen verslag worden opgemaakt, dat niet de oorlogs-toestand aanroert, er zal wel geen verenigingsleven zijn dat niet door de gebeurtenissen der laatste zes maanden is geschokt... zo ook onze Afdeling. Wij waren midden in ons Programma van werkzaamheden. Het bestuur had zich voorgenomen 1914 tot een vol en rijk jaar te maken en de kwijnende Afdeling weer tot bloei te brengen; het mocht met voldoening terug zien op de wel bezochte bijeenkomsten, op de terugkerende belangstelling van vele leden; we waren allen nog onder de indruk van de laatst geestdriftige spreker, de grote Louis Franck uit Antwerpen, die aan velen van ons geopenbaard had, wat diep in ons hart verborgen was: de verknochtheid aan, en de liefde voor onze moedertaal Hij had vele Afrikaners en Nederlanders wakker geschud en het bestuur onzer Afdeling nam zich voor de verhoogde belangstelling niet te laten bekoelen. Er werden plannen gemaakt voor een krachtige propaganda voor onze Afdeling, de volgende bijeenkomst was vastgesteld, een Hildebrand-avond was in voorbereiding, kortom de Afdeling Kaapstad en Omstre- | |
[pagina 116]
| |
ken leefde weer, toen plotseling de wereld-oorlog uitbrak en de ontzetting over dit gebeuren tijdelik ieders geestkracht verlamde en de belangstelling in de idealen van het Verbond verdoofde. De repetities voor de Hildebrand-avond werden gestaakt en het bestuur besloot voorlopig geen gewone bijeenkomsten meer te houden. Begrijpende echter, dat men juist in deze tijd behoefte moest gevoelen land- en stamgenoten te ontmoeten en veronderstellende dat onze leden hun noodlijdende stamgenoten in Europa gaarne een bewijs van deelneming zouden willen geven, riep ons bestuur, in samenwerking met het Nederlandsche Konsulaat, op 15 Aug. een vergadering bijeen. Deze vergadering heeft geleid tot het oprichten van het ‘Kaaps-Nederlands Rode Kruis Fonds’, welk Fonds tot nu toe £ 250 heeft overgemaakt naar Nederland, gedeeltelik aan het Roode Kruis in Den Haag, gedeeltelik aan het Nederlandsche Steunkomitee 1914. Uit de Afdelingskas werd £ 10 aan dit Fonds afgedragen. In November toonde de Afdeling nog eens, dat het Verbond, de liefdadigheid dienende, tegelijkertijd zijn hoofddoel kan bevorderen, en dus ook in deze abnormale tijden recht van bestaan heeft. Hieraan gedachtig is het wel zeer te betreuren, dat enkele leden gemeend hebben wegens de tijdsomstandigheden voor hun lidmaatschap te moeten bedanken. Op 26 Nov. werd namelik een konsert gegeven ten voordele van het Belgiese Weduwen en Wezen Fonds. Voor dit konsert hebben onze eerste Nederlandse en Afrikaanse artiesten zeer bereidwillig en geheel belangeloos hun medewerking gegeven en ons aller hartelike dank komt hun daarvoor toe. Het was een avond van groot kunstgenot en het zal voor menigeen een prettige ontdekking zijn geweest dat zoveel waarlik grote artiesten onder onze stamgenoten te Kaapstad worden gevonden. De heer H.J.J.H. Janssens uit Antwerpen, tijdelik te Kaapstad vertoevende, hield die avond een lezing over ‘Vlaanderen Land’. Bijeenkomsten. Door reeds vermelde omstandigheden werden slechts twee gewone bijeenkomsten gehouden, die beide goed bezocht waren en waarop Dr. Van Braam en Oud-President Reitz als sprekers optraden, terwijl de avonden verder door muziek en voordrachten werden opgeluisterd. De grote avond van 1914 zal blijven de eerste buitengewone bijeenkomst op 22 Julie in de Metropolitan Hall, waar de welsprekende redenaar, Dr. Louis Franck van Antwerpen, voor een stampvolle zaal een wegslepende rede hield over de Vlaamsche TaalbewegingGa naar voetnoot*). De Hildebrand-avond die, in verband met de voorgenomen viering van het Hildebrand Eeuwfeest, door onze Afdeling gehouden zou worden, is naar wij hopen slechts uitgesteld. De gelden door de Kommissie ingezameld voor de oprichting van een Hildebrand-Gedenkteken te Haarlem, bedragen £ 7.2s. en zijn naar Nederland overgemaakt. Boekerij en leeskamer. Van deze twee is de leeskamer het meest gezocht. Sedert het uitbreken van de oorlog is het bezoek zeer toegenomen en de Nederlandse koeranten verheugen zich in een grote belangstelling. Men vindt onder de lezers verschillende nationaliteiten, wat een bewijs is, hoe men de verslagen van de nieuwsbladen ener onzijdige staat waardeert. Oorlogskaarten en een atlas vergemakkeliken het volgen der gebeurtenissen. Met de meerdere belangstelling hebben we gemeend tot een kleine vermeerdering in de uitgaven te mogen overgaan en de leeskamer voor 1915 geabonneerd op enige tijdschriften, die naar we hopen in de smaak der lezers zullen vallen. De koeranten en tijdschriften die wij tot nu toe hebben kunnen aanbieden, ontvingen wij gratis van de uitgevers of van belangstellende leden. Wij brengen hun daarvoor onze hartelike dank en vertrouwen dat zij, ook in 1915, zullen doorgaan de leeskamer op deze wijze te steunen. Elke medewerking, hoe gering ook, wordt ten zeerste gewaardeerd en is een aanmoediging voor degenen die hun tijd en krachten beschikbaar stellen om deze instelling van onze Afdeling tot bloei te brengen. Een woord van biezondere dank komt toe aan mevr. E. Loopuyt, die de leeskamer gedurende de duur van de oorlog heeft geabonneerd op de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Het aantal boeken der boekerij steeg, deels door aankoop, deels door schenkingen, tot 674, terwijl nog voor een waarde van ruim £ 5 in Nederland onafgezonden ligt. Ook werden boeken in bruikleen ontvangen: de laatste van de redaksie van Ons Land, die zo goed is ons verschillende ter beoordeeling gezonden boeken af te staan. Uit de nalatenschap van de heer P. Koster werd de boekerij verrijkt met de werken van Bilderdijk en Feith, terwijl de heer A. Vrugtman, bij zijn vertrek, verschillende nieuwe werken aan de boekerij ten geschenke gaf. Een welkom boek was ook: Het Gedenkboek 1813, een gift van mej. De Zwaan. De gelezen tijdschriften zijn grotendeels naar de verdedigingsmacht gezonden, alsmede een aantal oude boeken. Van de boekerij maakten 51 leden gebruik, waarvan 27 Verbondsleden, terwijl 508 boeken zijn uitgeleend. De onkosten van de inrichting werden voornamelijk gedekt door de maandelikse bijdrage van onze Afdeling en een gift van £ 10 van de Zuid-Afrikaanse Taalbond; ook ontvingen wij van een onbekende het bedrag van £ 2. In het vervolg zullen de onkosten bestreden worden uit het saldo, groot £ 48 15s. 11d., van het eertijds gestichte Schoolfonds. Het bestuur is van mening dat de leeskamer en boekerij geheel vallen onder het doel, waarvoor dat Fonds indertijd opgericht is, namelik voor de bevordering van de Nederlandse taal en dat de gevers van het kapitaal: het Hoofdbestuur van het A.N.V., de Z.-A. S.M. en de Nederl. Zuid-Afr. Vereniging, deze bestemming volkomen zullen goedkeurenGa naar voetnoot*). Verder valt nog mede te delen, dat de zending boeken van de A.N.V. Boeken-Kommissie te Rotterdam, door bemiddeling onzer Afdeling, aan het Meisjes Tehuis ‘Spes Bona’, zeer gewaardeerd wordt. |
|