Neerlandia. Jaargang 18
(1914)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdTropisch Nederland Nos. 6, 7 en 8.Het Juni-nr. bevat de verslagen, waarvan reeds melding werd gemaakt in blz. 155 en 156 van Neerlandia '14 (Juli-nr.); voorts het verslag eener bestuursvergadering van de Afd. Batavia, waarin de onderwerpen: inlandsche- en volksleesgezelschappen, zoomede leergangen in de Nederl. taal voor volwassen Inlanders de hoofdpunten van bespreking uitmaakten. Onder het hoofd: Associatie-vreezen wordt de briefwisseling tusschen Nederl. en Inlandsche jongelieden, naar aanleiding van een artikel in de Locomotief daarover, besproken, waaruit blijkt dat de redactie van Trop. Nederland het aangeduide gevaar niet groot acht. Blijkens eene mededeeling op blz. 190 van Neerlandia '14 (Aug.-nr.) is de aandacht van het Hoofdbestuur op het onderwerp gevestigd. Ook het Juli-nr. brengt ons jaarverslagen van de Afdeelingen Semarang en Buitenzorg. Het eerste loopt vooral over gehouden voordrachten en over het volksleesgezelschap, dat te Semarang met moeielijkheden te kampen heeft; het ledental dier Afd. nam toe van 102 tot 118. Van de Afd. Buitenzorg wordt elders in dit Neerlandia-nr. reeds melding gemaakt, doordien de verslagen dier Afd. ons reeds in Aug. werden toegezonden. Belangrijk is hetgeen over de Bataviasche Kartinischool wordt meêgedeeld. Deze school, evenals de gelijknamige te Semarang, een uitvloeisel van de te 's-Gravenhage gevestigde ‘Vereeniging Kartinifonds’ stelt zich ten doel het vormen van Inlandsche meisjes uit den gegoeden stand tot degegelijke huismoeders. Op Goenoeng Saharie werd een vrij geschikt gebouw gehuurd; mevr. A.C. Keen werd benoemd tot schoolhoofd, met mejuffr. Sabaroeddin, dochter van den Wedana te Weltevreden, tot helpster; door middel van een op 8 Nov. '13 met twee andere vereenigingen gehouden fancy-fair, waarvan de opbrengst voor de Kartinischool ± f 1640.- bedroeg, werden de geldmiddelen voldoende versterkt, zoodat tot de opening op 11 Jan. '14 met 74 leerlingen kon worden overgegaanGa naar voetnoot*). Onder het hoofd Leestafel worden artikelen uit de Locomotief besproken of aangehaald; in het stukje Klein Nederland? wordt de kwestie van het ingezetenschap van zich in Indië gevestigd hebbende Nederlanders behandeld en de meening uitgesproken dat het, met de in het Semarangsche blad genoemde bezwaren wel zoo'n vaart niet zal loopen; onder Nederlanders in den vreemde wordt 't een en ander gemeld uit België, en uit Noord- en Zuid-Amerika, betreffende getalsterkte en opgerichte scholen; uit een mededeeling Internaat voor studeerende Inlanders wordt vernomen, dat, ten behoeve van inlandsche studenten aan instellingen voor hooger onderwijs te Batavia, Buitenzorg en Soerabaja, ook door tusschenkomst eener commissie in Nederland reeds aanzienlijke bedragen zijn bijeengebracht. Te Batavia zal nu een internaat geopend worden. In No. 8 wordt de kwestie Jan van Riebeeck's grafsteen nog eens van alle kanten bekeken en tot de slotsom gekomen, dat de Regeering voor de overbrenging naar Zuid-Afrika, geen verwijt kan treffen. Een artikel over het kleinambtenaarsexamen te Batavia overgenomen uit de School bepleit belangrijke wijzigingen in het afnemen van en het toelaten tot dat examen. In Oudgasten en baren vindt men nog eens een praatje over dat reeds vele malen elders behandeldeonderwerp. De vele bladzijden in de drie nummers gewijd aan de Inlandsche en de Chineesche pers achtereenvolgens over de maanden Maart tot Mei verschenen, zijn belangrijk en leerzaam; die rubriek is te veelzijdig en uit te veel kleine berichten samengesteld om er een beknopt overzicht van te geven; maar de daaraan bestede arbeid is wel zeer nurtig voor het verkrijgen van een inzicht van 't geen er onder Inlanders en Chineezen in den Archipel omgaat. |
|