Oost-Indië
Afdeeling Buitenzorg.
Wij ontvingen het gedrukte verslag over 1913 van deze Afdeeling.
Wij vermelden er uit, dat er twee avonden voor de leden gegeven werden, en dat het aantal leden, ook door toevoeging der Soekaboemische Verbondsleden aan de Afdeeling, steeg van 64 tot 104.
De lichtbeelden-commissie hield echter wegens gebrek aan geldmiddelen op, te bestaan.
Aan het verslag over het Volksleesgezelschap en de Boekerij ontleenen wij de mededeelingen, dat hoewel de instelling, die van 1 Maart 1911 bestaat, nu vrij wel op eigen beenen kan staan, zij toch gaarne steun zal ontvangen, om de boekerij wat te kunnen aanvullen en vernieuwen vooral; dat er gemiddeld 92 leden zijn, en dat de boekerij thans 2200 boeken heeft, die voor 5 cent per week en per deel worden verhuurd.
Het verslag van de Nederlandsche leergangen, dat vrij uitvoerig de wisselingen en tot nu toe bereikte uitkomsten bespreekt, wekt de meening dat die leergangen veel goeds kunnen uitwerken, vooral voor diegenen onder de Inlanders, welke niet bepaald eene opleiding voor een Gouvernementsbetrekking ontvangen, maar voor wie toch de kennis van de Nederlandsche taal een belangrijke aanwinst kan zijn, om zich te ontwikkelen en verder te komen. De commissaris voor de leergangen, de heer P.J. Gerke beoogt ook, ze dienstbaar te maken voor de opleiding tot het klein-ambtenaarsexamen, zooals het reglement voor de leergangen dit voorschrijft.
De heeren H.J. Drost, onderwijzer aan de Muloschool en A. van Straten aan de 2de school, beiden te Buitenzorg, wijdden zich aan het onderwijs der leerlingen.
Aan de verslagen zijn nauwgezette geldelijke verantwoordingen toegevoegd.