Mobilisatie en Boeken-Commissie.
Dinsdag 4 Augustus had ondergeteekende in den namiddag het eerste kanonschot, dat den Europeeschen oorlog inluidde, in Zuid-Limburg hooren dreunen: de beschieting van de vesting Luik was aangevangen. Den volgenden dag onder kanongebulder vertrokken, had hij vier dagen later een bespreking met den heer Van Son, later met den Verbondsvoorzitter, waarna het plan kon worden vastgesteld, hoe de Boeken-Commissie het gemobiliseerde Nederlandsche leger (voor de vloot en de kustwacht zou ‘Onze Vloot’ zorgen) van geschikte lectuur zou gaan voorzien.
Het Hoofdbestuur had een oproep in de bladen geplaatst en in een ommezien stroomden de voorraden toe: nimmer heeft het Boekenhuis zoo'n overstelpenden voorraad boeken en tijdschriften, los en ingenaaid, mooi en leelijk, van rijk en arm, van leden en niet-leden van het A.N.V., binnen zijn muren geborgen! Het was ermee, als in den tijd van den slag bij Duins van de matrozen, die dienst wilden nemen, gezegd werd: ze kwamen niet - ze vielen erin - en bij tientallen! Uit Enschedé werden gezonden - door de goede zorgen van den heer Van Heerikhuizen, den secretaris Afd. A.N.V. - 57 kisten; uit Groningen, waar de Afdeelingssecretaris, de heer Van Ommen Kloeke, de toezending op zich genomen had, vele tientallen groote kisten. Het Leeuwarder Comité en tal van burgemeesters uit Friesland; Haarlem, Alkmaar, Den Haag, Rotterdam zelf niet het minst, en zeker meer dan honderd andere plaatsen uit ons land, zonden duizenden en nog eens duizenden boekwerken - zelfs kwam er een pakket uit Duitschland - van een Hollandsche generaalsweduwe. Ook eenige Afdeelingen en 't Hoofdbestuur van ‘Onze Vloot’ zonden lectuur.
Onze hartelijke dank voor al die medewerking!
Intusschen was besloten om buitendien elke halve week een pak van eenige kilo's met couranten enlosse tijdschriften aan de vaste forten te zenden. Want nu kwam het er op aan, met onzen staf medewerkers, tijdelijk met andere vrijwilligers aangevuld, in korten tijd flinke kisten met degelijke, liefst ingenaaide tijdschriften (in jaargangen gebonden) en tal van boeken gevuld, naar zoo mogelijk alle posten van militairen te zenden. De Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht had, toen het Hoofdbestuur de diensten van het A.N.V. aanbood, de verschaffing van lectuur dringend verzocht en tevens een eerste lijst van adressen gegeven, die langzamerhand op allerlei wijzen is uitgedijd tot een, die op het oogenblik niet minder dan 188 namen bevat - waarbij niet eens kleine posten geteld zijn, van een man of wat, doch slechts detachementen, afdeelingen, grootere of kleinere, die een bezetting uitmaken. Forten, stellingen, liniën, garnizoenen, wachtposten, interneerings-depôts, afdeelingen van het Roode Kruis in Limburg, Militaire Huizen en Leeszalen en wat niet al - zouden wij gaan helpen!
Er is ontzettend veel te doen geweest om dat alles in orde te krijgen! Er werd uitgepakt en geschift; naar den binder gebracht - bij wagens vol - en gereed gelegd; bedankt en gevraagd; uitgelegd en besproken; geschreven en geseind en getelefoneerd... Op 10 Augustus ving de arbeid aan en achtereenvolgens op 13, 17, 24 en 31 Augustus, 3, 10, 16 en 24 September, 15, 21 en 31 October, gingen wagenladingen kisten, met het bekende merk: A.N.V. Nr...., naar de stations of de aanlegplaatsen der booten, om vandaar door het geheele land vervoerd te worden, van Maastricht tot Rottumeroog, van den Helder tot Aardenburg, van Hoek van Holland en Loosduinen tot Zevenaar en Pannerden.
Wij verzonden aldus tot heden 363 kisten, waaronder 16 kisten voor Belgische vluchtelingen, n.l. 10 in het Noorden, 4 in het Zuiden, en 2 voor vluchtelingen in Londen; terwijl onder de 363 tevens gerekend zijn 18 kisten voor afdeelingen Roode Kruis en interneerings-depôts, meest lectuur in vreemde talen. Ook zijn 29 kisten reeds voor de tweede maal naar een of andere bestemming gegaan.
Dus in drie maanden méér kisten dan anders in 3 jaar! Onze brieven-mappen waren nu in evenveel weken gevuld als anders in zooveel maanden! Wij verzonden eenmaal per militaire vrachtauto 57 groote en kleine kisten tegelijk!
Dit alles heeft - al hebben wij kosteloos vervoer - vele honderden guldens gekost, vooral aan bindloon. Het Hoofdbestuur schonk ons een vorstelijke buitengewone bijdrage en een enkele Afdeeling sprong bij - eens zelfs een Fort-cantine uit erkentelijkheid - bovendien gaven enkele onzer begunstigers een extragift, maar overigens moeten wij op onze eigen kas leven, en de nood der tijden is van dien aard, dat wij moeilijk op bijdragen van anderen durven hopen! Doch wel vertrouwen wij, dat alle leden en Afdeelingen nogmaals hun uiterste best willen doen - nu zij in het kort hebben kunnen lezen, wat er tot heden tot stand gebracht is - om ons nieuwe voorraden boeken en tijdschriften (Nederlandsche!) toe te zenden, want onze geweldige voorraad is bijna uitgeput - en voortdurend komen nog nieuwe aanvragen in! En wij moeten toch ook bedacht wezen op het steunen van onze andere beschermelingen in Oost en West, die nu vrijwel in het gedrang gekomen zijn!
De gedachte, dat men dus doende opnieuw practisch en nationaal werk steunt, en de erkentelijkheid van het leger verwerft, stemme ieder gunstig!
VAN EVERDINGEN,
Directeur van de Boeken-Commissie van het A.N.V.
Rotterdam, 4 November 1914.