Het belang van onze nijverheid bij Nederlandsch-Indië.
Werd in het Juli-Neerl.-nr. gewezen op de groote voordeelen, die de scheepsbouw in Nederland trekt van de N.-I. Paketvaart-Mij.; thans moet melding gemaakt worden van eene uiting die aanspoort tot meer geestkracht bij de Nederlandsche nijveren.
De heer D.H. de Vries, directeur der Moluksche Handelsvennootschap, sprekende voor de vergadering
Tentoonstellingszaal Boeatan te '-Gravenhage (Heulstraat 19)
van de Mij. van Nijverheid te Zwolle, de beteekenis schetsende van Nederl. Indië, als afzetgebied voor nijverheidsproducten en erop wijzende dat dit gebied zich gaandeweg belangrijk gaat uitbreiden, waarschuwt de Nederlandsche nijverheid te zorgen in tijds zich een aandeel in den afzet daarheen te verzekeren.
Buitenlanders gaan ons daarin voor.
Nederlandsche fabrikanten schijnen zich moeilijk aan te passen, aan de eischen die de Oostersche afnemers stellen. ‘De indische orders moeten meestal zooveel mogelijk blijven binnen het kader, dat de fabrikant zich gevormd heeft; vallen zij daarbuiten dan zijn zij hier meestal onuitvoerbaar.’ Buitenlandsche fabrikanten regelen zich naar de eischen der afnemers.
Deze waarschuwing mag wel ter harte genomen worden.
Het is gemakkelijk orders uit te voeren, opgedragen door een veerkrachtige Mij. als de Paketvaart, die de Nederl. nijverheid steunen wil; iets anders is 't, de voelhorens uit te steken, om gewaar te worden, wat in een afzetgebied precies verlangd wordt en zich daarnaar te regelen. Zou daar niet wat aan haperen? Het Indische afzetgebied is groot, zet zich steeds uit, en de buitenlandsche nijveren zijn waakzaam en wakker.
Men kan de rede van den heer De Vries vinden in De Indische Mercuur van 7 Juli j.l.