Hollandsche boeken in België. - Holland en Vlaanderen.
Geachte Redactie,
De Belgische Redactie vraagt in haar jongsten Neerlandia-brief, of ik eens zou willen opgeven hoeveel boeken wij naar België zenden per jaar?
Onze verkoopstatistieken geven echter wel aan: de bedragen waarvoor wij naar België zenden, maar niet de aantallen; die zijn in onze algemeene getallen-statistieken verwerkt.
Ik kan echter dit wel zeggen:
Tweemaal per jaar bezoekt onze onder-directeur alle soliede Belgische boekhandelaren van beteekenis, die eenige kans hebben op cliëntèle van Nederlandsche boeken. Zijn oogst van bestellingen wisselt tusschen 2000 à 3000 exempl. per rondreis. Dat is dus een 5000 per jaar.
Dan gaan er geregeld een 100 abonnementen naar België; maakt per jaar 2200 boekwerken.
En ten slot gaat er geen dag voorbij zonder dat we bestelkaarten uit België zien, want er zijn boekhandelaren die geregeld al onze uitgaven in voorraad houden en dus dadelijk bestellen wat zij verkoopen. Zoodat - al is er stellig nog ruimte voor een vereenvoudiging van ons debiet - we kunnen vaststellen, dat Vlaanderen al een aardig afnemer van onze uitgaven is (minstens een 10.000 exempl. per jaar). En bij toeneming meer wordt.
Zichtzendingen kan men trouwens altijd van ons krijgen. En over onze kortingen tegenover de Fransche is er, geloof ik, geen reden tot klagen.
* * *
Nu ik toch schrijf, even 'n woord over onze Nederlandsche onverschilligheid voor het veroveren van Vlaanderen.
Wij moeten ten eerste niet vergeten, dat het nog niet zoo heel lang geleden is, of het toonaangevend Holland was er niet eens op gesteld dat men buiten onze grenzen ook onze taal sprak.
Men kon dan niet geuren met eigen vreemde-talenkennis.
Die negatieve periode zijn we nog niet voorbij. Eerst moeten we daar echter overheen zijn, door te beseffen onze dwaasheid in dat opzicht, èer er voor bevordering onzer taal buiten de landsgrenzen iets kan gevoeld worden.
Dàn: er valt in ons eigen land nog zoo ontzettend veel te doen, en dagelijks groeien er onmisbare vereenigingen daartoe uit den grond, dat we krachten en geld voor werken naar buiten niet overhouden.
Aan den lichamelijken en geestelijken vooruitgang der eigen natie wòrdt hard gewerkt. Maar daar hebben we toch ook de handen vol mee. Er is nog geen ‘Hollandsche laksheid’ als we dus aan het veroveren van Vlaanderen niet werken.
Doch ten derde:
Is het niet oneindig veel wijzer dat Holland en Vlaanderen beiden ieder werken aan de eigen volksverheffing?
Zeker: Vlaanderen kan nog best een Nederlandsch dagblad gebruiken.
Maar is het geen sterker teeken van eigen gezondheid, als het er in slaagt daarin zichzelf te helpen?
Aan Nederlandsche boeken, binnen de grens van Vlaanderen's koopkracht, is thans geen gebrek meer. En, ik zei het al, Vlaanderen maakt daar ook een toenemend gebruik van.
Ik volg de Vlaamsche Beweging al een goede dertig jaar. Ik heb niet geaarzeld (in 1891, na het Gentsch Congres) mijn kritiek er over te uiten. Die luidde toen, als nu van den heer Boas. Maar mijn indruk is, dat de zijne thàns sterk verouderd is. Men is zich in Vlaanderen bewust geworden, dat de zaak waar het om gaat er een is van volkskracht, van cultuur en zelfbewustzijn. En allentwege wordt in die richting gearbeid, ook met de hulp van Noord-Nederland, voor zoover men die behoeft en vraagt.
Meer is m.i. niet noodig. En zou niet goed zijn. Noch voor Vlaanderen, noch voor de wederzijdsche verhouding tot Holland.
Vlaanderen fara da se. Zooals Italië het gedaan heeft.
Ik zie allentwege de teekenen.
L. SIMONS.