| |
| |
| |
Jaarverslag van het Hoofdbestuur over 1913.
Inleiding.
Voor de 16e maal brengt het Hoofdbestuur verslag uit over de verrichtingen van het A.N.V. in het afgeloopen jaar en vindt het gelegenheid de feiten te beschouwen in verband met de vorige jaren en met de toekomst.
Het jaar 1913 is voor den Nederlandschen stam van groot belang geweest.
De algemeene nationale opleving, die voor een groot deel in het A.N.V. haar oorsprong vindt en aan welker leiding het sedert zijn oprichting op het eind der vorige eeuw een groot aandeel heeft, had ruimschoots gelegenheid tot uiting te komen door de feestelijkheden in vele steden, zoowel in binnen- als buitenland, ingericht om de herdenking onzer 100-jarige herkregen onafhankelijkheid te vieren.
In de Centrale Commissie voor het Plan 1913 was het A.N.V. vertegenwoordigd en het hielp ook mede aan de verspreiding harer plakkaten en geschriften. Door de uitgave van een Gedenknummer 1813-1913 van Neerlandia werd mede de heuglijke gebeurtenis herdacht.
| |
Ledental op 31 Dec. 1913.
Groep Nederland |
8023 |
Groep België |
2400 |
Groep Indië |
1200 |
Groep Suriname |
187 |
Groep Ned. Antillen |
225 |
Zelfstandige Afdeeling Berlijn |
50 |
Zelfstandige Afdeeling Bingen a/R. |
49 |
Zelfstandige Afdeeling Bloemfontein |
54 |
Zelfstandige Afdeeling Bremen |
37 |
Zelfstandige Afdeeling Chicago |
38 |
Zelfstandige Afdeeling Chicago-Roseland |
59 |
Zelfstandige Afdeeling Johannesburg |
223 |
Zelfstandige Afdeeling Kaapstad |
137 |
Zelfstandige Afdeeling Keulen |
26 |
Zelfstandige Afdeeling Leipzig |
24 |
Zelfstandige Afdeeling Nieuw-York |
45 |
Zelfstandige Afdeeling Nijlstroom |
33 |
Zelfstandige Afdeeling Potchefstroom |
86 |
Zelfstandige Afdeeling Rumenië |
66 |
Zelfstandige Afdeeling Smyrna |
10 |
Zelfstandige Afdeeling Stellenbosch |
25 |
Zelfstandige Afdeeling Ventersdorp |
33 |
Algemeene leden in het buitenland |
744 |
|
_____ |
Samen |
13774 |
Het vorig jaarverslag gaf als eindcijfer 13471, de hoop toen uitgesproken dat we de 14000 zouden bereiken, is dus niet ten volle verwezenlijkt.
Toch kan er reden tot tevredenheid zijn, zoowel over de gunstige gevolgen der propaganda van den gemachtigde van het Hoofdbestuur, Jhr. C.M.E.R.C. von Bose, als over het aantal der nieuwe leden, dat nog meer uit het buitenland dan binnen de grenzen van ons Rijk zich uit eigen beweging in onze gelederen komt scharen.
Dankbaar is het Hoofdbestuur ook dengenen, die er een eer in stellen door hun persoonlijke bemoeiingen bij te dragen tot den groei van het Verbond.
De openbaarmaking der Nieuwe Ledenlijsten wordt door velen gewaardeerd en meermalen worden daardoor Nederlanders, die elkaar jaren lang uit het oog verloren hadden, weer tot elkaar gebracht.
| |
Verspreiding.
Buiten de 5 Hoofdgroepen en de 17 Zelfstandige Afdeelingen, hierboven genoemd, heeft het Verbond nog 46 vertegenwoordigers, gevestigd te: Ahwaz (Perzië), Antofagasta (Chili), Bangkok (Siam), Barcelona (Spanje), Basic City (Virginië), Bethlehem (O.V.S.), Bihé-Sacanjimba (Port. West-Afr.), Bocas del Toro (Rep Panama), Buda-Pest (Hongarije), Caïro (Egypte), Cardenas (Tabasco, Mexico), Claremont (West-Australië), Colon (Rep. Panama), Davos Platz (Zwitserland), Duinkerken (Frankrijk), Escada (Brazilië), Genua (Italië), Guanajuato (Mexico), Hamburg (Duitschland), Havana (Cuba), Hong-Kong (China), Kansas City, Missoury (Noord-Amerika), St. Kitts (Brit. West-Indië), Kobe (Japan), La Guaira (Venezuela), Londen (Engeland), Lourenço Marques (Oost-Afr.), Luxor (Egypte), Maracaibo (Venezuela), Melbourne (Australië), Mexico D.F. (Mexico), Panama (Rep. Panama), Pará (Brazilië), St. Petersburg (Rusland), Potchefstroom, Pretoria (Transvaal), Puerto Cabello (Venezuela), Rome (Italië), Rosario (Argentinië), San Francisco (Amerika), Santa Fé (Argentinië), Singapore (Engelsch-Indië), Stockholm (Zweden), Venetië (Italië), Winnipeg (Canada).
Uit vele dezer plaatsen komen telkens hernieuwde bewijzen van meeleven met de Nederlandsche beweging zoowel in het Moederland als elders.
Het bezit van deze talrijke verbindingen in alle oorden van de wereld is van groot nut en zou alleen reeds het bestaansrecht van het A.N.V. kunnen bewijzen; vele personen en vereenigingen maken van deze adressen gebruik voor het verkrijgen van inlichtingen van persoonlijken of algemeenen aard, waarvan die voor den handel niet het minst belang- | |
| |
rijk zijn. En wat mede een verheugend feit is: vele leden zoowel uit binnen- als buitenland achten zich geroepen als zij Dordrecht voorbij moeten, deze hoofdstad onzer beweging met een bezoek te vereeren en hun vaak belangrijke mededeelingen mondeling aan het Dagelijksch Bestuur bekend te maken.
Zoo wordt zijn inzicht steeds verdiept, zijn kennis van de Nederlandsche beweging over de wereld steeds vermeerderd.
Aan alle Groeps- en Afdeelingsbesturen en vele vertegenwoordigers die de belangen van het A.N.V. ieder in zijn kring met zooveel toewijding behartigen, betuigt het Hoofdbestuur zijn groote erkentelijkheid.
| |
Hoofdbestuur.
Het Hoofdbestuur onderging in zijn samenstelling weinig verandering, alleen werd in de plaats van den heer Pol de Mont als afgevaardigde voor Groep Vlaanderen benoemd de heer Mr. Em. Wildiers te Antwerpen.
Het is thans als volgt samengesteld: Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, Dordrecht, voorzitter; mejuffr. E. Baelde, Rotterdam, onder-voorzitster; N.J. Roelfsema, Den Haag, secretaris-penningmeester; Dr. H.F.R. Hubrecht, Amsterdam; Jhr. Mr. O.F.A.M. van Nispen tot Sevenaer, Nijmegen; J.D. Baron van Wassenaer van Rosande, Den Haag; allen zitting hebbende voor Groep Nederland; A.C. van der Cruyssen, Antwerpen; mejuffr. R. de Guchtenaere, Gentbrugge; Joh. C. Kesler, St. Gilles, Brussel; H. Meert, Gent; Mr. W. Thelen, Brussel; Mr. Em. Wildiers, Antwerpen, allen zitting hebbende voor Groep België; Ch.R. Bakhuizen van den Brink, Den Haag; H.D.H. Bosboom, Den Haag; Mr. C.Th. van Deventer, Den Haag; J.M. Pijnacker Hordijk, Den Haag, allen zitting hebbende voor Groep Ned. Indië; Prof. Dr. J. Boeke, Leiden; Kapt. J.A. Snijders Jr., Arnhem, beiden zitting hebbende voor Groep Ned. Antillen; Mr. Dr. C.F. Schoch, Amsterdam; Jhr. Mr. J.L.W.C. von Weiler, Den Haag, beiden zitting hebbende voor Groep Suriname.
Het Hoofdbestuur vergaderde driemaal en wel op 12 April, 1 November, 20 December, het Dagelijksch Bestuur herhaaldelijk.
Van de werkzaamheden worden hier aangestipt:
Deelneming aan de Wereldtentoonstelling te Gent. De sedert 1910 (Brussel) weer met belangrijke gegevens vermeerderde verzameling platen, kaarten, statistieken, foto's, geschriften, kranten, enz. werd ook op deze tentoonstelling met goud bekroond. Zij werd o.m. bezocht door den Koning van België. Het Hoofdbestuur gaf een blijk van belangstelling bij de huldiging van Mr. Th. Stuart, den Regeeringscommissaris, die zooveel heeft bijgedragen tot het welslagen der Nederlandsche Afdeeling.
Ter bevordering van het gebruik van de Nederl. Taal in het verkeer tusschen den Nederlandschen en Belgischen postdienst werd een onderzoek ingesteld naar de gebruiken te dien opzichte in andere stamverwante landen. De uitslag hiervan is nog niet volledig bekend; maar toch kan al reeds worden vastgesteld, dat het Fransch in het postverkeer tusschen verschillende landen niet algemeen gebruikt wordt en vermoedelijk bij goeden wil van weerszijden het Nederlandsch, even goed als eenige taal, in het postverkeer tusschen België en Nederland zou kunnen worden ingevoerd.
Een nieuw onderzoek werd ingesteld naar de behoefte aan Nederlandsch onderwijs in den vreemde. De uitslag daarvan zal weldra worden bekend gemaakt.
Een verzoek van het Hoofdbestuur aan de Nord Deutsche Lloyd om op haar booten alle aankondigingen ook in het Nederlandsch bekend te maken, daar vele Nederlanders op haar lijnen reizen, werd ingewilligd.
De invloed van het Duitsch op onze samenleving gaf aanleiding tot verschillende klachten, zoowel in Neerlandia als in persoonlijke brieven. De gevallen werden ernstig onderzocht en besproken en het feit dat aan een onzer Hoogescholen meer dan een hoogleeraar bij zijn onderwijs gebruik maakt van een andere levende taal dan de Nederlandsche, gaf aanleiding tot een adres aan den Minister van Binnenlandsche Zaken vanwege het Hoofdbestuur, met verzoek maatregelen te willen nemen om aan dien voor het Nederlandsch Hooger Onderwijs ongewenschten toestand, een einde te maken.
Voorts verleende het Hoofdbestuur zijn medewerking bij het stichten van een Leerstoel in Ned. letterkunde en geschiedenis aan de Columbia-University te Nieuw-York en stelde daarvoor een bedrag van f 500.- beschikbaar. Zijn langgekoesterden wensch, dat onze Vondelvertaler, de heer Leonard Charles van Noppen, dien leerstoel mocht bekleeden, zag het vervuld.
De zaak der Wetenschappelijke Wisselwerking had nog geen voortgang, doordat getracht wordt samenwerking te verkrijgen met de Commissie voor de Nederlandsche lezingen op de Gentsche Wereldtentoonstelling, die haar werkzaamheden wil bestendigen.
Door de veelvuldige verspreiding van zijn zeventien eigen geschriften, het antwoord van den heer Meert op Destrée's ‘Lettre au Roi’; Prof. Bollands' ‘Het Nederlandsch als taal voor hoogere aangelegenheden des geestes’; het geillustreerde propagandaboekje ‘Doel, werking en inrichting van het Algemeen Nederlandsch Verbond’, waarvan de administrateur den derden druk in handigen vorm bezorgde en door middel van Neerlandia, trachtte het Verbond zijn beginselen in steeds wijder kring ingang te doen vinden. Dat desniettemin zijn streven nog te weinig bekend is, bewees de stichting van een nieuwe vereeniging van Nederlanders in Rijnland en Westfalen, waarbij men den raad onzer jonge Afdeeling Keulen om zich onmiddellijk bij het A.N.V. aan te sluiten, niet wenschte op te volgen, omdat, naar beweerd werd, het A.N.V. nooit iets voor de Nederlanders in Duitschland zou hebben gedaan.
In een uitvoerig schrijven aan de nieuwe vereeniging heeft het Hoofdbestuur het tegendeel aangetoond en o.a. gewezen op de reeds bestaande vier Afdeelingen van het A.N.V. in Duitschland, de reis van den voorzitter in 1910, een rondschrijven aan de Consuls om opgave van Ned. Vereenigingen, een poging tot vorming van een Groep Duitschland, de boekerijen en krantenzendingen van de Rotterdamsche Boeken-Commissie, geldelijken steun, en vooral het te weinig bekende feit dat het A.N.V. den stoot gegeven heeft tot de Nederlandsche cursussen in Westfalen, die door de Ned. Regeering worden gesteund.
| |
Boeken-Commissie.
Deze instelling, welke onder de leiding van Dr. W. van Everdingen haar naam handhaaft, had het verlies te betreuren van haar voorzitter, wijlen het Kamerlid Kol. J.B. Verheij, die niet alleen veel voor haar, maar voor de Verbondsbelangen in het algemeen gevoelde en over had en wiens naam in dankbare herinnering bij het Verbond zal voortleven.
Zijn plaats als voorzitter werd niet vervuld, daar een voorstel aanhangig is om den secretaris-penningm. der Commissie tot directeur te benoemen, in samenwerking met en onder toezicht van het Hoofdbestuur van het A.N.V.
In 1913 kwam de Boeken-Commissie uit zoowel op de Wereldtentoonstelling te Gent als op de E.N.T.O.S. te Amsterdam. Het beroep op haar wordt steeds grooter en in verband daarmee nemen de werkzaamheden voortdurend toe. Sedert haar oprichting, nu ruim elf jaar geleden, steeg het aantal verzonden kisten boeken tot 1100, het aantal adressen, waarmee zij in verbinding staat buiten Zuid-Afrika
| |
| |
tot 300; het aantal leden der Boeken-Commissie (vereenigingen en personen) nam vooral in 1913 zeer toe en klom tot ruim 400; het verwerkte kapitaal, van de stichting af, nadert de halve ton.
Er is dus alle reden tot tevredenheid over het vruchtbaar werken dezer Commissie, maar toch blijft zij krachtig aandringen op meer steun van alle Verbondsleden. Goede boeken en tijdschriften, die in alle richtingen over de wereld nut kunnen stichten, zijn steeds welkom.
| |
Groep Nederland.
Deze Groep, de grootste, maar lang nog niet krachtig genoeg (wat beduiden een 8000 leden op een bevolking van 6.000.000?), ondervindt blijkbaar den invloed van een zekere Nederlandsche laksheid en onverschilligheid, die oordeelt dat er geen gevaar dreigt voor ons veilig land en dus geen strijd behoeft te worden gevoerd. Staatkundig moge dat misschien waar zijn, geestelijk zeker niet. Er dient tegen elke ongewenschte noodelooze verbastering van taal en volkskarakter, van welke zijde deze ook dreigt, front gemaakt te worden. Dit kan niet anders geschieden dan door handhaving en versterking van het eigene, zonder eenige mindere vriendschappelijke bedoeling tegenover welk volk ook. Men steunt daarmede ook den strijd der stamverwanten buiten de grenzen, in het bijzonder de Vlaamsche Beweging. Dat daarvoor belangstelling bestaat, bewijst het welslagen der lezingen en voordachtavonden van ‘Vlaamsche koppen’, wanneer ze in Noord-Nederland voor de Afdeelingen optreden. Die belangstelling moge zich meer en meer uiten in het handhaven der Ned. taal, ook in het mondeling en schriftelijk verkeer met Vlaanderen. Een Nederlander, die Fransch schrijft naar of spreekt in Vlaanderen, verzwakt eigen kracht.
De Commissie tot bevordering van het gebruik van zuiver Nederlandsch voert krachtig den taalstrijd en tracht voortdurend de Nederlanders te doordringen van den plicht de eigen taal in alle deelen der samenleving in eere te houden.
De Lichtbeelden-Commissie breidt hare verzameling over Nederlandsche geschiedenis, kunst, nijverheid en taalbeweging steeds uit en stelt die beschikbaar voor de Afdeelingen, die meerendeels elk in haar kring de belangstelling gaande houden met de middelen in art. 3 der Statuten vermeld. De Studenten-Afdeelingen maken zich verdienstelijk voor de aaneensluiting met de stamverwante studenten buiten Nederland, door het verschaffen van inlichtingen aan hen voor de studie aan onze Hoogescholen, het zenden van proefschriften voor de Vlaamsche studenten aan de Belgische Hoogescholen, enz.
Op het werkprogramma van het Groepsbestuur staan o.a. voor de naaste toekomst een beweging ter bevordering van de Nederlandsche en Vlaamsche muziek en verkrijging van een verlaagd porttarief tusschen Nederland en zijn Koloniën en tusschen Nederland en België.
| |
Groep Vlaanderen.
Deze Groep heeft in den heer H. Meert, zoo nauw betrokken bij de stichting van het A.N.V., een onvermoeiden secretaris en vraagbaak voor alle Vlamingen.
Toen hij dan ook een hernieuwd beroep deed op het Hoofdbestuur, om voor de uitbreiding van zijn kantoor, waarin dagelijks hard voor de Vlaamsche en Nederlandsche zaak gewerkt wordt, geldelijken steun te verleenen, heeft dat Bestuur zijn begrooting voor het nieuwe jaar zoo weten in te richten, dat der Groep de zoo lang gewenschte hulp kon worden verleend.
Langzaam maar zeker gaat ook zij in ledental en invloed vooruit en zij mag aan andere Groepen ten voorbeeld gesteld worden waar het geldt het Verbondsleven onder de leden levendig te houden. De meeste harer Takken, ook die buiten de taalgrens, dus op overheerschend Fransch taalgebied, onderhouden de belangstelling door, voor ontwikkeling en genoegen harer leden, avonden in te richten, zelfs voor de kinderen.
De verslagen der Takken geven herhaaldelijk blijken, dat er eerbied is voor eigen kunst en wetenschap, eigen handel en nijverheid, gewezen worde slechts op de Benoit-uitvoeringen, muziekfeesten, liederavonden voor het volk, hooger onderwijs-uitbreiding, kultuurvoordrachten, bijeenkomsten voor Vervlaamsching van verschillende Takken van bestuur, in het bijzonder van de Gentsche Hoogeschool, enz., waarbij als een teekenend bewijs voor den strijd dien onze Zuider-taalbroeders te strijden hebben dient opgemerkt, over hoeveel meer welsprekende aanvoerders men daar beschikt dan in ons eigen land, waar de geestdrift te wenschen overlaat, al verklaart hier juist eigen ras en landaard een kenmerkend verschil tusschen stamverwante volken.
In sommige Takken heeft men een afdeeling Ons Werkuurtje, een kring van jongelui, die hun krachten kosteloos beschikbaar stellen voor administratief werk. Tak Gent heeft ook een Studentenen Jongelieden-Afdeeling in navolging van Noord-Nederland en het hoofdkwartier in die stad, gevestigd in de stille Spiegelstraat, met zijn geestelijken weerstand en rijk arsenaal, houdt ook voeling met de Vlamingen in het Walenland en het Kongogebied. Voor de belangen der taalgenooten in Fransch-Vlaanderen werkt zelfstandig de vereeniging Pro Westlandia.
Het Belgisch secretariaat, dat o.m. het reeds genoemde antwoord op de ‘Lettre au Roi’ uitgaf, roemt in het algemeen de bedrijvigheid der Takken en ziet er een bewijs in met welk goed gevolg het A.N.V. in België werkzaam is tot ontwikkeling van een zelfstandige Nederlandsche beschaving.
De Wereldtentoonstelling te Gent, waar ook het A.N.V. weer uitkwam met zijn welsprekende landkaarten, platen, statistieken, krantenwanden, foto's, geschriften, enz., bewees velen oningewijden dat die Nederlandsche beschaving geen droombeeld is maar eervolle werkelijkheid.
Daartoe werken ook mee de proefschriften door de Noord-Nederlandsche studenten voor de Vlaamsche collega's verzameld, waarvan onder Groep Nederland melding wordt gemaakt.
Daartoe blijft ook krachtig meewerken het maandblad De Vlaamsche Hoogeschool, onder leiding van den heer Meert.
Geen beter middel om sympathie voor de Vlaamsche stambroeders te krijgen, dan een bezoek aan Vlaanderen. Men kan er zeker van zijn overal hartelijke ontvangst en welwillende geleiders te ontmoeten.
| |
Groep Oost-Indië.
Het bestuur dezer Groep onderging een groote verandering door het uittreden van den heer Steinmetz (voorzitter), den heer en mevr. Kooy-Van Zeggelen, mevr. Hillen-Japikse en Mr. A.B. Cohen Stuart, allen zeer werkzame leden.
Het bestaat thans uit: de heeren H.E. Steinmetz, eere-voorzitter; J.B. van der Houven van Oordt. voorzitter; A.H. Hazenberg, secretaris-penningm.; H.A. Kooij, Dr. A.S. Carpentier Alting, eere-leden; Dr. J. Noordhoek Hegt, J. Dinger, Dr. D.A. Rinkes, J.W. Roessingh van Iterson, M.G. Hoekstra, J.E. Bijlo, J. Soutendam, Dr. N.J. Krom, C. Hillen, I. Engel, N.J. Smith, Dr. Raden Hoessin Djajadiningrat, leden.
Deze Groep, wier ledental vrijwel gelijk bliift, heeft vooral te kampen met de groote afstanden, die een opgewekt vereenigingsleven niet in de hand werken. Bovendien werkt de veelvuldige verplaatsing van
| |
| |
ambtenaren en terugkeer naar het vaderland belemmerend op het behoud van een krachtige kern.
Toch trachten het Groepsbestuur en de Afdeelingen Batavia, Buitenzorg, Semarang en Soerabaia (welke laatste in 1913 hoofdzakelijk door de bemoeiingen van Dr. J.W. van Bart werd opgericht), de beginselen van het A.N.V. zooveel mogelijk in toepassing te brengen door volksleesgezelschappen, leergangen voor Inlanders, steun aan studiefondsen en andere nuttige instellingen te bevorderen.
Voor het Curaçaosche ondersteuningsfonds bracht de Groep f 736.50 bijeen.
Over de buitenlanders in Oost-Indischen dienst werd herhaaldelijk in Neerlandia geschreven.
Naar aanleiding van vragen uit België en Zuid-Afrika vernam het Hoofdbestuur van het Ministerie van Koloniën, dat onder bepaalde voorwaarden ook Vlaamsche en Afrikaansche ingenieurs tijdelijk in Indië benoembaar zijn. Enkelen maakten daarvan reeds gebruik.
Tropisch Nederland, gesteund door de Groep, werkt als maandblad mee aan het levendig houden van den Nederlandschen geest.
Mogen de vele Nederlanders, die ook in onze Oost warm voor het vaderland blijven voelen, er meer en meer van doordrongen worden, dat het hun plicht is zich bij het A.N.V. aan te sluiten.
| |
Groep Suriname.
Wat over deze Groep dient gezegd vormt de donkere vlek in dit jaarverslag, dat uit andere oorden op zooveel bemoedigende teekenen van stamopleving kan getuigen. Wel wist het Hoofdbestuur dat de vroegere geestdrift bij de leden aan het verflauwen was, maar het had niet gedacht dat de bestuurders dezer Groep in zoo groote mate de belangen, hun toevertrouwd, zouden verwaarloozen. Zonder het Hoofdbestuur te raadplegen werd plotseling besloten tot opheffing der Groep en verkoop van de bezittingen, waaronder een belangrijke bibliotheek, die juist door het Hoofdbestuur in samenwerking met het Kon. Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde geheel opnieuw zou worden ingericht en vergroot, en die nu voor goed verloren is, alleen om een weinig belangrijke schuld te dekken, over welker delging, als daarmede de bibliotheek had kunnen worden behouden, met het Hoofdbestuur ware te spreken geweest. Het Hoofdbestuur, inmiddels het door het Groepsbestuur aangevraagde ontslag aanvaardend, heeft dan ook besloten de Groep niet op te heffen. Al kan het gebeurde niet ongedaan worden gemaakt, toch zal worden getracht haar opnieuw in te richten. Het hoopt daarbij op de hulp van invloedrijke krachten, die de goedwillende en oprechte Nederlanders en stamverwanten in de Kolonie weder zullen verzamelen en vereenigen en die beter zullen beseffen hoeveel kracht er kan uitgaan van een waardig en geestdriftig bestuur, dat doordrongen is van de grootsche beginselen van ons Verbond.
Zoolang er in een oord van het Nederl. gebied nog enkele wakkere stamgenooten zijn, behoeft nooit een Groep of Tak opgeheven te worden. Voor wie volhoudt en niet versaagt, kunnen weer betere tijden aanbreken.
Zoo valt uit de onverkwikkelijke geschiedenis, die we in 1913 met Suriname hebben beleefd, nog wat goeds te leeren voor onze beweging.
| |
Groep Nederlandsche Antillen.
Deze Groep kan tot een voorbeeld gesteld worden, want zij blijft in haar bescheiden gebied nuttig werkzaam voor onze belangen. Er is daar dan ook altijd een goede kern geweest. Door studiebeurzen, uitgeloofd aan jongelieden van de Antillen, bevordert de Groep de studie in het algemeen en die van het Nederlandsch in het bijzonder. In 1913 werden aan vier jongelieden studiebeurzen toegekend. Drie er van studeeren in Nederland.
De heer J. Sprockel, geboren op Curaçao, die deels voor rekening van het Hoofdbestuur in Nederland studeerde, behaalde in het najaar van 1913 de hoofdacte, studeert nu nog voor enkele bijacten, en hoopt daarna naar de kolonie terug te keeren, waar hij dan een goede kracht zal vormen voor de ontwikkeling onzer stamverwanten op de in veel opzichten zoo stiefmoederlijk bedeelde eilanden.
Het Groepsbestuur stichtte van het aanzienlijk overschot (f 18550.30) der inzameling voor de noodlijdenden op de eilanden, in 1912 door het A.N.V. en O. en W. gehouden, een vast ‘Ondersteuningsfonds Nederlandsche Antillen’.
Het doel dezer stichting is om ingeval er tengevolge van langdurige droogte, mislukking van den oogst of andere bijzondere omstandigheden groot gebrek onder de bevolking heerscht, na gepleegd overleg met den Gouverneur en het bestuur van de Groep Nederlandsche Antillen, uit de gekweekte rente en zoo noodig uit het kapitaal uitkeeringen te doen aan de noodlijdenden.
Dat de samenleving daar in zoo beperkten kring de komst van een man als Albert Vogel als een groote gebeurtenis beschouwt, spreekt van zelf. Deze voordrachtkunstenaar, die op zijn reis door Amerika ook onze koloniën niet vergat, heeft niet alleen de Curaçaonaars veel genot geschonken met zijn voordrachten, maar ook voor het onderwijs in de Nederlandsche taal op de Antillen veel goede wenken gegeven. Het Groepsbestuur verleende tot dit alles zijn krachtige medewerking.
Nog dienen hier vermeld de inlichtingen door het Hoofdbestuur, op gezag van deskundige musici, verstrekt voor verhooging van het muziekleven op Curaçao.
| |
Zuid-Afrika.
Dit stamgebied doorleefde in 1913 een ernstige krisis, die men nog niet is te boven gekomen en haar werking nog immer doet gevoelen. De strijd tusschen Botha en Hertzog heeft de Afrikaners in twee kampen verdeeld en tijdelijk de eenheid verbroken, zoo noodig om het Afrikaansch karakter te handhaven; de dood van iemand als Abraham Fischer, in wien het Afrikaner volk een zijner ook in Neerlandia met eerbied herdachte voormannen verloor, treft te midden van dit alles te smartelijker.
Toch verloochent zich in dagen van gemeenschappelijke herdenking de eenheid niet; het bloed kruipt, waar het niet gaan kan.
Dat bewees de aangrijpende plechtigheid bij Bloemfontein: de onthulling van het Vrouwenmonument. Deze daad van vrome hulde heeft weerklank gevonden niet alleen in Nederland, maar ook door Neerlandia over de geheele wereld.
Zwaar blijft het uit den aard voor onze Afdeelingen, gevestigd te Bloemfontein (O.V.S.), Johannesburg (Transvaal), Kaapstad (de Kaap), Nijlstroom (Transvaal), Potchefstroom (Transvaal), Stellenbosch (de Kaap) Ventersdorp (Transvaal), om den strijd voor de eigen taal tegen het Engelsch vol te houden. Maar wie doordrongen is van de beginselen van het A.N.V. laat zich door moeilijkheden niet uit het veld slaan; hij gaat onvermoeid zijn gang.
Afdeeling Johannesburg, welke haar 15-jarig bestaan mocht vieren, heeft het geheele Verbond zeer aan zich verplicht door de samenstelling van het Zuid-Afrika-nummer van Neerlandia, waarover hier onder nog nader wordt gesproken. Bovendien maakte deze Afdeeling zich verdienstelijk door het uitschrijven van een taalwedstrijd en het uitloven van verscheiden eerepenningen voor vorderingen in taal en geschiedenis.
Bloemfontein deed insgelijks. Potchefstroom onderhoudt door belangrijke lezingen en bijeenkomsten een opgewekt Verbondsleven; de jonge
| |
| |
Afdeeling Ventersdorp weert zich reeds flink.
Buiten de Afdeelingen maken zich in Zuid-Afrika nog verdienstelijk onze vertegenwoordigers, de heeren P. van Gent te Bethlehem, A.H. Koomans te Potchefstroom (hoofdzakelijk voor geldelijke aangelegenheden) en F. Rompel te Pretoria, welke laatste binnenkort in deze hoofdplaats, waar de Nederl. Vereeniging tot nieuw leven gewekt werd door echt Nederlandsche avonden en feesten, een Afdeeling van ons Verbond hoopt te stichten. Hij bespreekt maandelijks in Neerlandia de Nederlandsch-Afrikaansche toestanden.
| |
Neerlandia.
Ons maandblad is in 1913 weder een afspiegeling geweest in woord en beeld van het Nederlandsch leven over de geheele wereld.
Wie de moeite neemt den geheelen jaargang door te bladeren - en steeds meer belangstellenden komen er toe de afleveringen te laten inbinden - moet tot de erkenning komen, dat Neerlandia voor de geschiedenis van het Nederlandsch stamleven ook historische beteekenis krigt. Dat blilkt niet alleen uit de veelvuldige aanvragen, die tot het kantoor gericht worden om oude jaargangen en afleveringen, maar ook uit de zeer gewaardeerde belangstelling, die de Nederlandsche pers toont. Het Hoofdbestuur vermeldt dan ook gaarne met groote erkentelijkheid wat het haar te danken heeft.
Jaargang 1913 mocht weder tal van belangrijke artikelen en mededeelingen van verschillende zijden ontvangen. 't Spreekt van zelf dat de Redactie zich steeds voor toezending van alles wat haar belang kan inboezemen, houdt aanbevolen.
In het bijzonder mag met voldoening worden gewezen op het Gedenknummer 1813-1913, met bijdragen o.a. van Prof. Knappert, Prof. Fredericq en Joh. Been en tal van portretten en afbeeldingen, waarmee het Verbond evenzeer eer inlegde als met het in dubbelen omvang verschenen Zuid-Afrikanummer, met zooveel toewijding voorbereid door het bestuur der Afdeeling Johannesburg, vooral door haar secretares mevr. Deys-Draayer en waaraan vele bekende Afrikaners van naam op het gebied van wetenschap en kunst hun welwillende medewerking verleenden.
Vooral met deze aflevering heeft het Verbond weer een nummer toegevoegd aan zijn Standaarduitgaven over verschillende gebieden van den Nederlandschen stam, die ook voor de toekomst haar waarde behouden.
Zeer uiteenloopend is de beoordeeling der gewone maand-afleveringen van Neerlandia. De Redactie hoort allerlei uitingen van de meest ongeveinsde groote waardeering tot de scherps'e veroordeeling. Zij gevoelt zich ook hier, naar het spreekwoord luidt, in het midden het veiligst, vooral van de wenken der verschillende kritiek overnemende, wat in de praktijk uitvoerbaar blijkt.
Wie werkelijk belangstelt in de Nederlandsche beweging en in aanmerking neemt dat het een vereenigingsorgaan is, dus geen vrij geredigeerd uitspanningstijdschrift, dat bovendien maar weinig mag kosten, die zal de onvolmaaktheden voor lief nemen en begrijpen dat ook Neerlandia niet kan ontkomen aan het lot van vele vereenigingsorganen.
Een woord van waardeering voor de zorg door de N.V. Geuze & Co's Drukkerij aan het tijdschrift besteed en voor de aangename samenwerking met de Redactie en Administratie vinde hier een plaats.
| |
Kantoor.
Wie dit verslag in bijzonderheden heeft nagegaan, zal in verband met de verspreiding der ongeveer 14000 leden over de wereld en de briefwisseling die geregeld met alle Groeps- en Afdeelings-secre ariaten, vertegenwoordigers, medewerkenden en belangstellenden moet worden gevoerd, begrijpen wat er dagelijks van het personeel, onder de leiding van den administrateur en van dezen zelf, wordt gevorderd. De vele stukken van administratieven aard, die dagelijks inkomen, de vele aanvragen om inlichtingen, de hulp die verstrekt wordt aan verscheiden vereenigingen, welke gaarne van de inrichting van het A.N.V. gebruik maken, de voorbereiding van Groepsen Hoofdbestuursve gaderingen, de technische verzorging van Neerlandia's inhoud en nog zooveel andere zaken, die voor rekening van het kantoor komen, eischen groote nauwgezetheid en werkkracht.
Gaarne brengt het Hoofdbestuur dan ook dank aan den administrateur en het personeel voor de betoonde toewijding.
| |
Geldmiddelen.
Hoewel de bijzondere nummers van Neerlandia ook bijzondere uitgaven met zich brachten en andere zaken als de Tentoonstelling te Gent en de steun aan den Nederlandschen Leerstoel te Nieuw-York, een flink offer van de kas eischten, mocht het den penningmeester toch nog gelukken met een batig saldo de jaarrekening te sluiten.
De begrooting voor 1913 beliep f 21724.63, de rekening en verantwoording f 24177.041½, waaronder een werkelijk voordeelig slot van ongeveer f 1500.- is begrepen.
De Regeering steunde ons weer met een subsidie van f 3600.-, zonder welk bedrag geen sluitende rekening ware te maken
Ook Z.K.H. Prins Hendrik gaf weer een geldelijk blijk van zijn belangstelling in ons streven.
Het kapitaalfonds groeide door nieuwe bijdragen en rente van belangstellenden tot f 3687.95.
In het nieuwe jaar hoopt het Hoofdbestuur maatregelen te nemen, tot krachtige versterking van dit fonds, opdat het A.N.V. ook geldelijk op steviger grondslag gevestigd worde en aldus ook meer steun kunne verleenen, waar dit noodig is.
| |
Slotwoord.
Moge dit verslag er toe bijdragen steeds meer Nederlanders de overtuiging te geven, dat het voor een groot deel van hun offervaardigheid afhangt of ons Verbond al datgene zal kunnen verwezenlijken, wat oprichters, bestuurders en de meest geestdriftige leden er zich van voorstellen. Velen wijzen ons nieuwe wegen, zijn teleurgesteld, wanneer we deze niet bewandelen, onthouden ons daarom hun steun, maar vergeten dat het onmogelijk is, zonder flinke geldelijke bijdragen van allen, onze vaderlandsche wereldtaak te volbrengen.
Mogen alle leden in het nieuwe vereenigingsjaar tot een verhoogd Verbondsleven krachtig medewerken.
Wat wij noodig hebben is eendrachtige samenwerking over de gansche linie.
Dordrecht, April 1914. |
|