Neerlandia. Jaargang 18
(1914)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 65]
| |
Onderwijs-toestanden aan de Oostkust van Sumatra.Uit mail-berichten blijkt, dat de onderwijs-toestanden aan de Oostkust nog niet bezonken zijn. Nu schijnt er weer sprake van te wezen, dat de Assahansche school te Tandjoeng Balei, bestemd voor kinderen van Inlandsche hoofden, doch waarvan ook kinderen van Europeanen gebruik maken, zal opgeheven worden en vervangen door een nieuwe Toengkoe-school te Medan, waar de leerlingen dan intern zouden zijn; te Tandjoeng Balei zou dan echter een 1ste klasse-inlandsche school worden opgericht, waar, zooals bekend, ook Hollandsch wordt onderwezen; voor de inlandsche jeugd zou dat een vooruitgang zijn; de Europeesche kinderen, wel is waar weinig in aantal, zouden dan op die Inlandsche school zijn aangewezen. Ook de Chineesche school te Tandjoeng Balei schijnt te klein, zoodat sommige Chineesche ouders hun kinderen naar Penang zenden, waar dezen dan allicht tot Engelsch Chineezen worden opgevoed; hetgeen trouwens te Tandjoeng Balei zelf ook min of meer het geval is, daar, bij gebrek aan Hollandsche onderwijzers, een Engelsch sprekende Chineesche onderwijzer uit Singapore, aan die school les gaf in het Engelsch; nu die laatste onderwijzer overleden is, zou het wel aanbeveling verdienen, dat deze vervangen werd door een Hollandsch-sprekenden onderwijzer. Te Bengkalis is de toestand deze: daar is een Hollandsch-sprekende onderwijzer aan de Chineesche school verbonden, welke daarvoor een toelage van het Gouvernement ontvangt; dit ware bij het gebrek aan Nederlandsche onderwijzers ook voor Tandjoeng Balei gewenscht. Ter hoofdplaats Medan wordt nu tegen 1 Juli de opening van een Hollandsch-Chineesche school verwachtGa naar voetnoot*)). Daar de eerste Europeesche- en de M.U.L.O.-school een nieuw gebouw aan den Poloniaweg krijgen en het lokaal van de eerste- dan aan de tweede-Europeesche school wordt overgelaten, komt het gebouw van deze laatste beschikbaar voor de te openen Hollandsch-Chineesche school, die nog wel eenige mededinging te verduren zal hebben van de bestaande Chineesche scholen, maar die daaraan eerder het hoofd zal kunnen bieden, wanneer daar, naast het Hollandsch, dat natuurlijk moet voorgaan, ook het onderwijs in het Engelsch op het leerplan wordt gebracht. De Oostkust-Chineezen hebben aan dat laatste nu eenmaal meer behoefte dan de Chineezen elders in Indië. Deze mededeelingen en beschouwingen ontleend aan de Sumatra-Post wijzen er op, dat er voortdurend, zij 't ook langzaam, toch vooruitgang is in het onderwijs. |
|