Leipzig.
Aan het jaarverslag dezer Afdeeling is het volgende ontleend:
1913 mag een goed jaar genoemd worden. De verwachting, dat de groep goede leden, die wij aan het eind van 1912 hadden, een waarborg voor den groei onzer Vereeniging zou zijn, is niet teleur gesteld. De werkzaamheden van het bestuur werden op flinke wijze gesteund door verschillende leden, waaronder genoemd mogen worden de dames Ter Meer en Roos en de heeren Dr. Visser, De Bussy, Dr. Reclaire en Malan. Ook niet-leden, die met ons sympathiseerden, hebben ons geholpen, en wel mevr. Reclaire en de heer Dr. Osswald.
Alleen bij eene algemeene medewerking kan de Vereeniging tot grooter bloei komen. Ieder lid kan daartoe het zijne bijdragen, al is het alleen door het geregeld bijwonen onzer bijeenkomsten. Ook de opsporing van hier wonende Nederlanders, die veelal van het bestaan onzer Vereeniging niets weten, zij allen aanbevolen.
Laten wij ons streven in eene plaats als Leipzig niet gering schatten! Waar Nederlanders, die naar het buitenland gaan, voor onzen stam allicht verloren gingen, daar is juist een plaats met vele Nederlandsche doortrekkenden aangewezen voor onzen arbeid hen Nederlanders te doen blijven en het gevoel van saamhoorigheid levendig te houden. Niet alleen het roemrijk verleden, maar ook de toekomst van ons vaderland maakt ons dit gemakkelijk! Holland leeft weer, Holland streeft weer! Holland's roem klinkt bovenal!
Het ledental bedroeg op 31 Dec. 1912 14, op 31 31 Dec. 1913 24.
De heer Dr. Jummel bleef ook dit jaar begunstiger. De Nederlandsche consul, de heer Ch. de Liagre is door zijne vroegere gift-in-eens blijvend begunstiger overeenkomstig art. 8 van het reglement. De aanwerving van begunstigers zij al onzen leden aanbevolen!
Onze bibliotheek bestaat uit 193 nummers. Tot onze groote spijt moeten wij echter vermelden, dat een groot gebruik daarvan niet gemaakt wordt. Wij verwachten, dat in 1914 onze boekerij weer belangrijk zal worden uitgebreid en hopen, dat er dan meer gebruik van gemaakt wordt.
Tot de voornaamste gebeurtenissen in ons vereenigingsleven behoorden:
De Algemeene Vergadering op 5 Januari 1913;
de vergadering van 29 Maart 1913, waarin officieel afscheid werd genomen van ons trouw en verdienstelijk lid, de heer Dr. C. Visser, bij zijn vertrek naar Zuid-Afrika en bij welke gelegenheid hem een album met de portretten der leden aangeboden werd;
de feestelijke bijeenkomst op 7 Juni ter herdenking van de oprichting der Zuid-Afrikaansche Unie;
Koninginnedag, die met een avondmaal in Hôtel Reichshof gevierd werd;
de feestelijke bijeenkomst op 2 December ter gelegenheid van den 100-jarigen gedenkdag van Nederland's onafhankelijkheid.
Een op 1 September 1913 in werking getreden leesgezelschap onder eenige leden neemt geregeld toe, onder leiding van den secretaris en is eveneens een middel gebleken tot winning en behoud van leden. Het zij den leden, die daaraan nog niet deelnemen, aanbevolen.