Nederlandsch en Afrikaansch.
Een onzer bladen bespreekt een bundel Verse van Totius, te Potchefstroom verschenen onder den titel Rachel; d.w.z. het haalt twee van die verzen aan en volstaat met deze eene opmerking: ‘Deze strofen geven een beeld van de taal, waarin ons “hebben” op “liggen” rijmt, doordat het “hê” is en “lê”.’
Wat een rare taal dan toch!
Maar de opmerker heeft niet bedacht, dat een groot deel van zijn landgenooten spreekt van ‘heit’ inplaats van ‘heeft’, en een nog grooter deel van ‘leit’ inplaats van ‘ligt’. Zoo raar is ‘hê’ en ‘lê’ dus niet.
Het is waar, dat ‘heit’ en ‘leit’ behooren tot onze volkstaal, maar dat komt er in dit verband niet op aan. Trouwens men zal bij goede dichters, althans uit vroegeren tijd, ‘leit’ stellig en misschien ook wel ‘heit’ kunnen vinden.