Tropisch Nederland Nos. 11 en 12.
Met een mededeeling van de Redactie dat in het Groepsbestuur de vraag ter sprake is gebracht of met de uitgave van T.N. zal worden voortgegaan en dat daarop besloten werd dit wèl te doen, wordt No. 11 geopend; er zou worden gezocht naar medewerkers ook buiten Batavia en gepoogd zooveel mogelijk Groeps-Verbondsleden tot het verleenen van steun over te halen.
Onder den titel Nederland en de Javaansche monumenten geeft K. een kort geschiedkundig overzicht van hetgeen in de 19de eeuw voor het behoud dier monumenten is gedaan; terwijl aan het slot de verwachting wordt uitgesproken dat in de 20ste eeuw krachtig daarmede zal worden voortgegaan. In den schrijver mag zeker wel het kort geleden opgetreden Groepsbestuurslid Dr. N.J. Krom, de Chef van den Oudheidkundigen Dienst, worden begroet.
Het officieele gedeelte Uit de Groep bevat mededeelingen die reeds in Neerlandia No. 12 (1913) en No. 1 (1914) werden opgenomen en verder het verslag eener voordracht door den heer Van Hinloopen Labberton te Batavia gehouden over: Vriendschappelijke aaneensluiting (associatie) van Oost en West.
Dan volgt eene aanbeveling van de te Batavia, Buitenzorg en Semarang gevestigde Volksleesgezelschappen, met vermelding der voorwaarden van tcetreding en opgave van wat men te lezen krijgt.
Onder Kunst en Wetenschappen wordt door v.E. het een en ander medegedeeld uit een oordeel door een Chinees, omstreeks 1785 over de Hollanders te Batavia en over den Indischen Archipel in het algemeen geveld; die opmerkingen zijn vermakelijk wegens de verkeerde voorstellingen en het gebrek aan kennis dat er uit spreekt.
Verder vonden wij de gewone rubrieken: Boekbespreking, Maandoverzicht en Leestafel; onder de laatste wordt de behandeling van het Plan Van Vollenhoven in een der vergaderingen van het XXste wereldcongres voor den Vrede overzien.
Uit den inhoud van No. 12 blijkt dat de pogingen van de Redactie tot het verkrijgen van medewerking van buiten reeds uitwerking hebben gehad. Onder Kunst en Wetenschappen treffen wij aan een overzicht van De beoefening der Javaansche taal en letterkunde door Europeesche geleerden; Modin, waarschijnlijk de schuilnaam van een geletterd Javaan, geeft daarmede een kijk op 't geen Nederlandsche geleerden voor 't Javaansch deden, door het samenstellen van woordenboeken, het bestudeeren der grammatica, het uitgeven van Javaansche geschriften; en vooral door de vergelijkende taalstudie van het Javaansch met Sanskrit, oud-Javaansch en andere Indische talen; 't geen enkele geletterde Javanen voor hun taal deden wordt vermeld en ten slotte worden de Javanen, die er toe in staat zijn, aangespoord de door die geleerden verzamelde kennis te verwerken, en de Javaansche taal en letterkunde naar Europeesche methoden te bestudeeren. Dit artikel van Modin lijkt ons zeer der lezing waard.
Een tweede bewijs van gehoor geven aan den roepstem der Redactie vinden wij in het Inlandsch Persoverzicht; ditmaal een overzicht van de oudere en de nieuwere in Inlandsche talen verschijnende week-, dag- en maandbladen; hier en daar met aangeving van den aard en de strekking dier bladen; in het vervolg mogen wij een maandelijksch overzicht van den inhoud dier voornaamste bladen verwachten.
In het, op de eerste plaats van No. 12 gestelde hoofdartikel De verdediging van Nederlandsch-Indië vonden wij een met instemming geschreven kort verslag van het rapport der Staatscommissie voor die verdediging.
Voorts werd No. 12 dienstbaar gemaakt aan de herinnering van de in 1913 herdachte bevrijding door twee artikelen: De eeuwfeesten op Koeta Radja, door K. en Het Nationale Feest te Batavia in 1814 ter gelegenheid van het herstel van Nederlands Onafhankelijkheid, door v.E. Het tweede een stukje historie; het eerste een beschrijving van de van 19 tot 23 November te Koeta Radja gevierde feesten, maar tevens een aansporing om voor de personen, die zich voor Atjeh verdienstelijk hebben gemaakt, en voor hen die er hun leven lieten in 't belang van het land, een blijvende nagedachtenis te stichten.