Holland op zijn malst.
De Vlaamsche Gazet van 26 December 1913 schrijft onder dit opschrift:
Hoe dikwijls nog zullen wij het den Nederlanders die in Vlaamsch-België verblijven op het hart moeten drukken, dat het hun plicht is hier hun eigen taal, het Nederlandsch, te gebruiken? Toch schijnen zekere Hollandsche heeren het noodig, waarschijnlijk fatsoenlijker, sjieker te vinden, Fransch te gebruiken. Ten bewijze daarvan onderstaande uitnoodigingskaart, die voor een paar dagen te Antwerpen werd rondgezonden:
‘Le Comité du Gala Néerlandais a l'honneur d'inviter M.... à assister à la représentation de gala, au profit de la Société de Bienfaisance “Nederlandsche Vereeniging tot Hulpbetoon”, qui aura lieu au Théâtre lyrique flamand, le lundi, 5 janvier 1914.
R.S.L.P. à adresser à Monsieur
Brender a Brandis
257, Chaussée de Malines.
Anvers, Décembre 1913.’
Een ‘représentation de gala’ door een Nederlandsche ‘Société de bienfaisance’ ingericht, en dit nogal in onzen ‘Théâtre lyrique flamand’ en alles in 't Fransch! Waarom de vertooning dan ook niet in 't Fransch, en in den ‘Théâtre des Varétés’?
Begrijpen die heeren niet dat ze zich aartsbespottelijk maken, dat ze de vijanden van de Nederlandsche kultuur in Vlaanderen wapens in de hand geven, dat zij... verraad plegen tegen hun eigen nationaliteit?
Het zal wel nutteloos zijn, hopen we, de Vlamingen, en ook de nog nationale fierheid bezittende Hollanders, aan te sporen, maar liefst geen antwoord te zenden aan Monsieur Brender a Brandis. De ‘Nederlandsche Vereeniging tot Hulpbetoon’ rekent waarschijnlijk meer op de opkomst en den steun der Antwerpsche vulgarisateurs en drie-ellen-poesjenellen. In dit geval kunnen zij den steun der Vlamingen best missen.