mits het den vrede tusschen de volken gold, het volkenrecht.
En waar zou die academie dan anders moeten komen dan in den Haag, waar de vredesconferenties de grondslagen van den vrede door het recht leggen en waar het vredespaleis, met zijn boekerij in wording, zijn zalen voor de colleges, zijn raadkamers voor de zittingen van den senaat en voor examens, een gebouw is waarop elke academie trotsch zou kunnen zijn?
Zoo zal het er dan toe komen. Reeds zijn de heeren, die de zaak moeten regelen, op het vredespaleis bijeen geweest. Bestuursleden van het Carnegiefonds waren er bij. Weldra zullen wij er wel meer van hooren. Vermoedelijk krijgt de academie ook het jus promovendi, in zooverre de landen, die aan de vredesconferenties deelnemen, den Haagschen doctorsgraad gelijk zullen stellen met het doctoraat in de staatswetenschap of het volkenrecht dat er c.q. aan hun universiteiten wordt verleend, of althans de Haagsche doctoren van een deel der examens, voor het nationale doctoraat zullen vrijstellen.
Wij mogen den Haag alvast gelukwenschen, dat het eerlang academiestad zal zijn en dan jonge mannen en vrouwen - want natuurlijk zullen ook vrouwen tot het internationale doctoraat worden toegelaten - tot zich trekken uit alle oorden der wereld. Wij zien naast de Europeanen en Noord- en Zuid-Amerikanen, reeds Chineezen, Japanners, Engelsch-, maar ook Nederlandsch-Indiërs, Perzen, Negers in den Haag komen studeeren. En de internationale vriendschap, waarvan de grondslag zal worden gelegd op den leeftijd van edelmoedige gevoelens, kan niet anders dan bij de toekomstige leidslieden van de volken vruchten dragen.