Een stukje geschiedenis geeft v.E. in zijn opstel: Bestuursopleiding in Indië.
Nederlander erkent zijne vergissing, in een vorig nr. begaan, ten opzichte van de uitgaven der Vereeniging Oost en West.
Onder Oeconomische berichten treffen wij in No. 9 aan eenige beschouwingen onder het hoofd: Nederland en het Panamakanaal, welke titel voldoende doet begrijpen in welken zin dat onderwerp werd behandeld; terwijl in No. 10 onder het hoofd: Het Panama-kanaal gewezen wordt op de gevaren, waaraan dat kanaal, ten gevolge van aardschuivingen, instortingen en wellicht watergebrek, bloot staat.
In No. 10 wordt het Groepsbestuur, met een beroep op de statuten - waarin ‘verhooging van de zedelijke en stoffelijke kracht van den Nederlandschen stam’, als taak voor het Verbond wordt aangewezen - aangespoord tot het bevorderen van Vlootbouw.
De rubriek Kunst en Wetenschappen geeft een gedicht van G. Gonggrijp, een reisbrief ‘naar Caïro’ en boekbesprekingen, n.l. van het proefschrift van R. Hoesein Djajadiningrat over de Sadjarah Banten door R.v.I. en van de uitgave ‘Vondel's spelen’ in de Nederlandsche Bibliotheek door v.E.
Oeconomische berichten van No. 10 geeft verder beschouwingen over de opgerichte en onlangs geopende Handelshoogeschool te Rotterdam.
De gewone rubrieken Maandoverzicht en Leestafel besluiten beide nummers.