Neerlandia. Jaargang 17

Uit onze Takken.

Aalst. De werkzaamheden voor 1913-'14 van de Letterkundige en Wetenschappelijke Afdeeling werden 27 Oct. ingeleid door een feestzitting, waarop de hoer Dr. A. van Driessche (Berto van Kalderkerke) een voorlezing hield van uittreksels van eigen letterkundigen arbeid, die eerstdaags in De Gids zal verschijnen.

Mejuffrouwen Lucie Haven, Louisa Pletinckx en Naïda Cornelis, wisselden door spel en zang de voorlezingen af.

Antwerpen. Buiten de ‘Liederavonden’, die, onder de wakkere leiding van den heer F. Reynaers, geregeld hun wekelijksche werkzaamheden voortzetten, hervatte in October ook de afdeeling ‘Hooger Onderwijs voor het Volk’ haar bezigheden. De gewone plechtige openingszitting op het Stadhuis, die 5 Oct. moest plaats hebben, en waar Prof. A. van Hecke, van Leuven, over ‘De sociale beteekenis van den vierden graad’ (in het onderwijs) zou spreken, kon ten gevolge van onvoorziene omstandigheden niet doorgaan.

7 en 14 Oct. sprak Dr. Maurits Sabbe over de ‘Mathilde’ van Jacques Perk; 21 Oct. handelde de Zeer Eerw. heer Jan Bernaerts, onderpastoor, over ‘Kinderpoëzie’; 28 Oct., 4 en 11 Nov. zette Pol de Mont zijn lessen over Goethe's Faust, waarmee hij in het afgeloopen seizoen een aanvang gemaakt had, voort. Ditmaal behandelde hij vluchtig het tweede deel; 18 Nov. begon de heer A. Delen een reeks van vijf lessen over ‘De Kunst der Grieken’, met

[p. 301]

lichtbeelden, lessen die 25 Nov. en in December werden voortgezet.

Gent. 13 Oct. herbegon de Letterkundige Afdeeling haar werkzaamheden voor het seizoen 1913 - 1914. Na een kleine muzikale inleiding door mejuffr. Saverijs en de heer Novro, was het woord aan den heer Minnaert, die, voor een talrijk publiek, handelde over ‘Het ontstaan der soorten’.

21 Oct. hielden, op aanstichting der Stud.-Afd. - A.N.V.G. alle Vlaamsche studenten, zonder onderscheid van kleur, de Vlaamsche openingszitting der Gentsche Hoogeschool; en dit, gelijktijdig met de officieel Fransche, ten einde verzet aan te teekenen tegen het verbod nog Nederlandsch te spreken op de openingszitting der Hoogeschool, wat echter tot hiertoe, ondanks de Franschgezinden, toch door de Vlaamschgezinde laureaten, bij hun bedankingsrede, steeds gedaan werd!

Vlaamsche studenten! Zet geen voet in de Aula der Hoogeschool! Onze dierbare Nederlandsche taal, wordt er veracht, en wij zijn in de stad van Artevelde! Zoo luidde de oproep. En talrijk trokken zij op, de bewuste Vlaamsche studenten, naar 't Vlaamsch Huis, waar de voorzitter der Stud.-Afd. - A.N.V.G. verheugd over deze, in vergelijking bij de twee vorige jaren, talrijke opkomst, in bezielende woorden, eraan herinnerde, waarom deze vergadering werd belegd. Tot allen, meisjes-studenten, groenen en veteranen, zei hij: ‘Gedenkt, dat gij menschen zijt, dat buiten de liefde voor de wetenschap, gij ook liefde moet koesteren voor het leven, voor het ideaal. Uw ideaal, als Vlamingen, moet zijn: de volledige ontvoogding van het Vlaamsche volk, in en door zijn taal!’

Dan spraken nog, in naam der Katholieke studenten, makker Olliviers, en in dien der vrijzinnigen, makker J. de Braey. De eerste had als motto het vers van Goethe: ‘Mensch sein, heiszt ein Kämpfer sein!’; terwijl de tweede op pittige wijze de weinig eerlijke strijdmiddelen onzer tegenstrevers, hekelde. Allen behaalden veel bijval, en voorzitter Marcel Minnaert besloot deze eerste, zoo goed geslaagde vergadering, met er op te wijzen, dat deze is, als het voorteeken van het welgelukken van het aanstaande Vijfde Groot-Nederlandsch Studenten-Congres, dat te Gent in April 1914 moet plaats grijpen!

Lokeren. Het winterjaargetijde werd 29 Aug. geopend. De voorzitter, de heer Maurits van Hoecke, sprak over ‘Moderne arbeidsverdeeling’. 12 Sept. handelde de heer Arthur Broeke over ‘Anatole France’. 10 Oct. de heer Odilon Bontinck over ‘Toekomststaat-romans’. 22 Oct. trad in feestelijke zitting op de heer Oscar van Houwaert met een voordracht met lichtbeelden, over ‘Het rijk der verbeelding’.