Nederland
De Handelshoogeschool te Rotterdam.
Een rechtgeaard Rotterdammer is trotsch op zijn stad, maar meer en meer heeft elke Nederlander het recht om er trotsch op te wezen. Welk een opbloei, wat een uitbreiding van die stad in enkele tientallen van jaren! Nu reeds de tweede haven van het vasteland en de eerste, Hamburg, naar de kroon stekende! Zeker de ligging van Rotterdam aan een open water, dicht bij zee, met een rijk Duitsch achterland, heeft tot die sterke stijging van de scheepvaart veel bijgedragen, maar het zou niet half zoo ver met de stad zijn geweest, had er in haar burgerij niet een taaie volharding gehuisd in de jaren toen het met den Nieuwen Waterweg maar niet vlotten wilde, een voortvarendheid, waarmede, toen de vaart open lag, van de natuurlijke voordeelen partij werd getrokken, en een moedig beleid, dat geen kosten spaarde om de steeds toenemende eischen van handel en verkeer te bevredigen en voor te zijn. Rotterdam is zoo in ons land bij uitnemendheid geworden de stad van aandurven, van aanpakken, van doorzetten.
Dat heeft ze weer getoond met de stichting van de handelshoogeschool, de eerste in ons land. (In het buitenland is men ons hierin voor geweest, maar de groote opleving in ons heele volksbestaan is dan ook van jonger dagteekening dan in menig ander land.) De regeering heeft meegewerkt, beloofde bij de Staten-Generaal subsidie aan te vragen, stond aan de leerkrachten aan de rijksinste lingen van hooger onderwijs toe ook aan de hande shoogeschool les geven, maar de stichting is niettemin van de Rotterdamsche burgerij uitgegaan. Den 29en April van dit jaar werd op een vergadering van belangs ellenden tot de stichting besloten. Men zou zelf het geld bij elkaar brengen. Acht mannen en handelslichamen zegden ieder f 10.000 of meer toe. Het onderwijzend personeel werd dra bencemd. Den 8en November had de plechtige opening plaats en de lessen zijn sedert aan den gang. In een half jaar tijds was alles kant en klaar. Bravo Rotterdam!