Neerlandia. Jaargang 17

Tak Potchefstroom.

Aan het ditmaal wat later dan anders verzonden jaarverslag, dat hulde brengt aan de nagedachtenis van den eere-voorzitter, wijlen Prof. J. Lion Cachet en aan den naar Nederland vertrokken Consul-Generaal Knobel, is het volgende ontleend:

Het ledental groeide en groeit nog gestadig, wel een bewijs, dat er van onze Tak, ook zonder bizondere propaganda, een gezonde, aantrekkende kracht uitgaat. Nog meer moet echter de Tak groeien, nog meer moet door de leden, zelf en persoonlik, tot aansluiting worden aangespoord en worden bekend gemaakt, dat het doel van het A.N.V. is, strijden voor en handhaven van taalbelangen. Niet genoeg kan op de voorgrond worden gesteld het feit, dat het ook, en in de eerste plaats, Afrikaners zijn, die zich moeten aansluiten. De meerderheid onzer leden is Afrikaans en het zijn dus hunne taalbelangen, die het meest zullen gebaat worden door een sterk centrum als het A.N.V. Het is in hun eigen, welbegrepen, belang, indien zij zich bij ons voegen.

Eigenbelang is het, wat leden en niet-leden, naar onze vergaderingen moet drijven. Politiek is aan het A.N.V. vreemd, niet echter de gevolgen der politiek. Deze zijn het, die in een land als het onze, rechtstreeks onze taal raken, en deze zijn het, die door bespreking en gedachtenwisseling het meest gebaat worden. Verder een goede opkomst werkt aanmoedigend, een slechte daarentegen ontmoedigend, èn op sprekers èn op het bestuur. Laat ons hopen, dat in het komend jaar de leden hun eigenbelang beter zullen gaan inzien en daarvan blijk zullen geven door flinke opkomsten.

Op de gebruikelike wijze werden ook dit jaar,

[p. 258]

eens soms twee maal per maand, gezellige avonden gegeven en lezingen en reden, enz. gehouden. Professoren Duvenage, Kamp, Le Roux en de heer Altmann, behoorden tot hen, die hunne talenten ten beste gaven. Vooral de rede van Prof. Le Roux, getiteld ‘Heeft het Afrikaans een spraakkunst’ werd door een groot publiek aandachtig aangehoord en bizonder gewaardeerd. Nog dienzelfden avond werd besloten haar op kosten van onze Tak in druk uit te geven. 2500 exemplaren, in boekvorm, werden kosteloos door het gehele land verspreid.

Op een der gezellige avonden werden aan de bestgeslaagden voor de 3 taalbondexamens, de door onze Tak uitgeloofde boekprijzen uitgereikt. Winners waren de heren P. de Jager, H. Steyn en J.C. van

Groep Zuid-Afrikaansche Boeren voor hun kerk te Sacanjimba in Bibé (Angola).

Rooy, allen van de Theologiese School, hier. Ook dit jaar zijn weer prijzen beschikbaar gesteld.

Ook ditmaal werd op 31 Augustus de verjaardag van Koningin Wilhelmina herdacht. Een veertigtal personen (gasten, leden en niet-leden van het A.N.V.) nam dien avond deel aan een feestmaaltijd. Opmerkelik was het, dat de meerderheid der aanwezigen Afrikaners waren, die aldus blijk gaven van hun gevoel van stamverwantschap met de Hollanders. Een verblijdend teken zeker.

De lang gekoesterde wens van het bestuur om te Ventersdorp een Tak van het Algemeen Nederlandsch Verbond te voorschijn te roepen, werd dit jaar verwezenlikt. Dat meer plaatsen mogen volgen.

Nog moet worden vermeld de Dingaansdagviering te Losberg, waar de heren Altmann en Duvenage, als afgevaardigden van deze Tak namens het A.N.V. het woord voerden, en verder de feestmaaltijd te Johannesburg aangeboden door het A.N.V. aan de heren Dr. Bodenstein, Gen. Hertzog en Prof. Van Hamel, bij welke gelegenheid onze Tak werd vertegenwoordigd door de heer Koomans.

Ook moet melding gemaakt worden van het feit, dat ons geacht medelid, de heer J. Kamp, op 29 November 1912, de jaardag van de Theologiese School, hier, de professorstitel verwierf met zijn rede: De Nieuwe Richting in de Nederlandsche Letterkunde.

Het bestuur bestaat thans uit de heren H. Altmann, voorzitter; I.J. Meyer, vice-voorzitter; J.M. Pons, penningmeester; A.H. Koomans, toegevoegd lid en A.G. IJssel, sekretaris.