kende voormannen van volk en taal, werden gekozen, om de kern van de Akademie te vormen. Op 6 Julie 1910 kwam dit dertigtal weer bijeen om de gestichte Akademie in werkende orde te brengen. Als voorzitter werd gekozen Z.H. Ed. Oud-President M.T. Steyn, als vice-voorzitter Prof. A. Moorrees en als sekretaris Prof. Dr. G. Knothe, alle drie geboren Afrikaners.
Deze drie maken het Dagelikse Bestuur uit en kunnen in spoedeisende gevallen handelend optreden. De zetel van de Akademie is Bloemfontein, het Mekka voor de Afrikaners (Postbus 355).
Het doel, dat de Akademie zich voor ogen heeft gesteld is groots en verheven! Z.Ed.Gestr. Minister Malan heeft het kortelinks samengevat als volgt (openingsrede 6 Julie 1910): ‘Ten eerste, om de studie en beoefening van de Hollandse taal (beide taalvormen), Letterkunde, Oudheidkunde en Kunst te bevorderen, en om de veranderingen van ons taalorganisme tot harmoniese ontwikkeling te helpen brengen; ten tweede, om 'n zelfstandig denken en de letterkundige ontluiking van 't Hollands-sprekend deel der natie aan te wakkeren; ten derde, om verdienstelik werk, op 't gebied der letteren evenals dat der schone kunsten, te bekronen; en ten vierde, om de werkers en werksters aan onze edele, nationale geestestempel te bemoedigen en te steunen.’
De middelen, waardoor onze Akademie tracht haar doel te bereiken, zijn: voorlichting van 't publiek en opwekking van belangstelling in de studie van de Hollandse taal; 't houden van eksamens, 't uitschrijven van prijsvragen, 't stichten van bibliotheken, 't uitgeven en verspreiden van geschikte lektuur en van schoolboeken; 't aanmoedigen van leesgezelschappen, voordrachten en populaire voorlezingen, en verder: toe te zien, dat 't onderwijs in 't Hollands op alle mogelike wijzen zal worden gesteund en bevorderd en dat aan 't Hollands gelijke rechten met 't Engels zal worden verleend bij alle Universiteits- en andere openbare eksamens.
De ervaring heeft geleerd, dat geen vereniging, hoe edel haar doel en nuttig haar werk ook, stand kan houden, tenzij z'n leden binnen bereik van elkaar wonen. Vele pogingen zijn reeds mislukt, eenvoudig omdat men bij het samenstellen van de uitvoerende kracht dier lichamen niet rekening heeft gehouden met de grote afstanden. Het reizen in Zuid-Afrika eist geld en tijd, en velen kunnen de nodige opofferingen niet doen. Daarom heeft de Akademie haar gewone werkzaamheden grotendeels aan kommissies opgedragen, en het werk op die wijze onder de leden verdeeld. Er bestaan vijf kommissies:
1. De Eksamen Kommissie (de Zuid-Afrikaanse Taalbond) neemt eksamens af, kent ere-penningen, geld- en boekprijzen toe en reikt namens de Akademie, getuigschriften uit. De Certificaten door de Taalbond uitgereikt dragen 't opschrift: Z.-A. Akademie (Z.-A. Taalbond: Eksamen Kommissie).
2. De Kommissie voor Taal en Letteren beijvert zich om letterkundige arbeid te bevorderen, aan te moedigen en voor te lichten en beoordeelt prijsvragen en zelfstandige letterkundige arbeid.
3. De Reklame Kommissie beijvert zich in 't opsporen, bekendstellen en verspreiden van boeken, tijdschriften, liederen enz.
4. De Kommissie voor Waakzaamheid waakt tegen allerlei gevaar, dat Taal of Letteren zou kunnen bedreigen op 't gebied van school, kerk, wetgeving, civiele dienst, samenleving of waar ook.
5. De Affiliatie Kommissie stelt zich in kennis met andere lichamen in Zuid-Afrika, die een of andere werkzaamheid beoefenen, waardoor 't doel van de Akademie bevorderd wordt.
Jaarliks wordt er 'n algemene vergadering van de Akademie gehouden om zaken van algemeen belang te bespreken en bij die gelegenheid worden er door leden voorlezingen van wetenschappelike aard gehouden. De eerste jaarvergadering (1910) vond plaats te Bloemfontein; de tweede (1911) te Pretoria; de derde (1912) te Stellenbosch en de vierde (1913) zal heel waarschijnlik te Pieter Maritzburg worden gehouden.
In de korte tijd van zijn bestaan heeft de Akademie zich al krachtig doen gelden.
Als gevolg van 'n onderhoud van 'n kommissie van de Akademie met de Minister van Spoorwegen moeten, op last van de Minister, in 't vervolg alle vertalingen van kennisgevingen in spoorwegrijtuigen en op stations aan de sekretaris van de Akademie ter goedkeuring worden overgelegd, alvorens ze op de bestemde plaatsen aangebracht worden. Hierdoor wordt verhinderd, dat er zoals 't vroeger dikwijls gebeurde, op openbare plaatsen en in Goevernements-kennisgevingen gekke en onjuiste vertalingen verschijnen.
Door de invloed van de Akademie beginnen de gevallen van overtreding der taal-klausule van de Zuid-Afrikaanse Grondwet van zodanige aard te worden, dat ze meer uitzondering dan regel zijn. Op de onlangs, te Stellenbosch gehouden jaarvergadering kon de Waakzaamheids Kommissie rapporteren:
't Is verblijdend en 't stemt tot dankbaarheid, dat gedurende 't afgelopen jaar talrijke nieuwe blijken zijn gegeven van de gezonde levens vatbaarheid der Hollands-Afrikaanse taal....
Zodoende heeft de Waakzaamheids Kommissie Uwer Akademie niet dan enkele malen aanleiding gevonden om op te treden.
Eenmaal geschiedde dit in verband met de biezonderlik gebrekkige behandeling van een ambtelik Blauwboek; een schrijven werd deswege aan Z.H. Edele de Eerste Minister gericht, die in zijn antwoord de klacht der Waakzaamheids Kommissie gegrond verklaarde en naar de betrokken Minister verwees.
Een tweede schrijven had betrekking op een grief, welke buiten de Unie ontstaan was, namelik bij de wetgevende autoriteiten van Rhodesië, die de uitoefening van stemrecht afhankelik schijnen te willen maken van de kennis der Engelse schrijftaal alleen.’
Een lijst Engelse woorden, waarvoor gelijkwaardige Afrikaanse onvindbaar bleken te zijn, werd door de sekretaris onder de Akademieleden rondgezonden. De ingezonden vertalingen zijn naar de Kommissie voor Taal en Letteren verwezen, die de meest geschikte uitdrukkingen zal uitzoeken en publiceren, waardoor ze dan burgerrecht in de Afrikaans-Hollandse taal zullen verkrijgen.
Namens de Akademie zond de sekretaris in Oktober 1911 een Petitie aan de Unie-Regering om de ‘Boek Registratie Wet’ van 1888 van de Kaapkolonie, toepasselik te maken voor de gehele Unie van Zuid-Afrika.
Voorts werd er in November 1911 een Petitie aan de Unie-Regering gericht inzake het aankopen van de bekende woning van wijlen mevr. Koopmans-De Wet, in Strand Straat, Kaapstad, voor een histories museum.
Op de 18 en 19 September l.l. te Stellenbosch gehouden jaarvergadering werden de volgende belangrijke voorstellen besproken, aangenomen en naar de betreffende Kommissies ter behandeling verwezen:
1. Z. Ed. Gestr. Adv. F.S. Malan:
‘De Akademie overwege de wenselikheid van een bevoegd persoon te benoemen en te ondersteunen om rond te gaan in de Unie ter verzameling van informatie in verband met de geschiedenis van ons land en volk.’
2. Prof. Dr. G. Knothe:
a. ‘De Z.-A. Akademie berame plannen om 'n kolportage-systeem in te voeren, waardoor degelike leesstof in bereik van de plattelands-bevolking gebracht kan worden’,
b. ‘De Z.-A. Akademie stelle 'n Eksamen in 't