Koloniaal Instituut.
In een ons toegezonden rondschrijven van de Afdeeling Volkenkunde van het Koloniaal Instituut wordt de aandacht gevestigd op de wenschelijkheid van het in die Afdeeling aanwezig zijn van alles wat kan bijdragen tot het verspreiden van kennis omtrent de zeden, de gewoonten en de maatschappelijke verhoudingen van de volkeren in den N.O.I. Archipel.
Aan de verspreiding van die kennis zal o.a. ten goede komen de inrichting van een museum en het samenstellen van een boekerij.
Het ligt in de bedoeling, zoodra de gebouwen van het K.I. voltooid zullen zijn, een beroep te doen op de algemeene medewerking tot het aanvullen van de reeds ter beschikking van het Instituut staande verzamelingen en voorwerpen.
Thans reeds wordt echter een beroep gedaan op de medewerking en de voorlichting van allen ‘welke vertrouwd zijn met de bestaande toestanden onder de bevolking van de koloniën, met de stoffelijke en geestelijke nooden en behoeften van die bevolking en met haar denkwijze, haar streven en kunnen’. Het instituut houdt zich dus aanbevolen voor de toezending van boeken, geschriften, nota's, rapporten, kaarten, photographiën, e.a. die op de bevolking der Nederl. koloniën betrekking hebben, aan den directeur der Afd. Volkenkunde, den heer J.C. van Eerde (voorloopig adres Amsterdam, Oosterpark 75).
In het Pharm. Weekblad vinden we deze aanteekening:
In Tropical Live (April 1913) is een welgelijkend portret opgenomen van Dr. Dekker. Het zeer waardeerend woord, aan dezen gewijd, bevat ook de volgende vleiende woorden voor Nederland als koloniseerende mogendheid:...Amsterdam will in few years possess a Colonial Institute worthy of the colonizing fame and glory of this small, but enterprising and pugnacious (at any rate in the past, and no doubt to day if occasion arises) country. En in dit Koloniaal Instituut, eindigt het opstel, zal Dr. Dekker zijn: ‘the right man in the right place.’