Onze tentoonstelling te Gent.
Men zal zich herinneren met welken goeden uitslag het A.N.V. in 1910 op de Wereldtentoonstelling te Brussel is uitgekomen.
Twee bekroningen, van welke één met goud en drie persoonlijke prijzen vielen ons ten deel.
Nu de Belgen zoo spoedig daarna weer een Wereldtentoonstelling hebben ingericht in de stad, waar de geestelijke weerstand van onze beweging zetelt, heeft het A.N.V. geen oogenblik geaarzeld, ook daar met onze propagandamiddelen uit te komen.
Door de welwillende houding van het bestuur der Nederlandsche Commissie voor de Gentsche Tentoonstelling, voorzitter: Mr. Th. Stuart, secretaris de heer B.J. Veldhuis, die de Nederl. taal zoo krachtig hooghouden bij al hun bemoeiingen, werden wij in staat gesteld met betrekkelijk geringe kosten getuigenis af te leggen van ons werken en streven.
Een der groote zijwanden van het in Hollandschen renaissancestijl opgetrokken Nederlandsch Paviljoen werd geheel tot onze beschikking gesteld.
Te Brussel hadden we met den Nederl. Boekhandel een eigen paviljoentje, te Gent is onze inzending bij die van geheel Nederland ondergebracht. Alle bezoekers van het Nederl. Paviljoen moeten nu onze uitstalling voorbij en dit is een groot voordeel te achten.
Men ziet daar dan weer tegen den grooten rechtschen zijwand de Nederlandsche pers uit de heele wereld tentoongesteld. En weer zal het menigen bezoeker verbazen, dat er buiten Nederland, dus in Vlaanderen, Zuid-Afrika, Oost-Indië, West-Indië, Amerika en elders bijna 1000 Nederlandsche bladen verschijnen. Wie daarbij bedenkt, dat elke krant toch zijn groep lezers moet hebben, zal wel tot de erkenning moeten komen, dat er buiten ons land nog een veel grooter Nederlandsch taalgebied ligt, de moeite van het bearbeiden waard.
Men ziet die krantenwand geflankeerd door onze beide bekende wereldkaarten: de Nederlanders voorheen en thans over de wereld, de eerste in beeld brengend hoe de Nederlanders van de vroegste tijden af hun sporen hebben achtergelaten in verre landen en zeeën, bewijzend, dat de heele aardbol voor onze zeevaarders en handelaars werkterrein bood; de tweede een beeld gevend der verspreiding van het Alg. Ned. Verbond over de wereld en dus aantoonend hoe het in de 15 jaren van zijn bestaan langzaam (onvermijdelijk bij zulk een veelomvattend en in aard verschillend stamgebied) maar zeker is doorgedrongen in vele streken van de wereld.
Voorts ziet men weer tentoongesteld afzonderlijke kaarten over onze verbreiding in Nederland, België en Zuid-Afrika, ook wat den taalinvloed betreft.
Sedert Brussel is men op het hoofdkantoor te Dordrecht aan het werk getogen een verzameling foto's, programma's, portretten enz. aan te leggen, die in rijke verscheidenheid een beeld geven van het opgewekt Nederlandsch leven in vele oorden van de wereld. Hoewel ons een zeer lange tafelruimte daarvoor ten dienste staat, kon alles er niet op worden uitgestald. Wat in portefeuille moest blijven zal echter ook een beurt brijgen, omdat de duur der Tentoonstelling, nu nog 5 maanden, afwisseling zelfs wenschelijk maakt.
Ook de platen, kaarten en statistieken onzer Boeken-Commissie geven weer een mooi overzicht van haar nuttigen arbeid.
Voor ditmaal volstaan we met deze algemeene mededeelingen.
We dringen er intusschen ten zeerste op aan, dat alle Nederlanders en Nederlandsche afstammelingen, in het bijzonder de Vlamingen, voor wie onze inzending een krachtige propaganda vóór onze beginselen en tégen den taalvijand is, bij hun bezoek aan de Wereldfoor te Gent onze Tentoonstelling met bijzondere belangstelling in oogenschouw zullen nemen en het hunne er toe zullen bijdragen om het Nederlandsch in Vlaanderen nu en later hoog te houden.
Want dáár kan men de overtuiging deelachtig worden, dat onze vereeniging het recht heeft zijn uitstalling te bekronen met het opschrift:
Algemeen Nederlandsch Verbond: Met raad en daad voor volk en stam.