Neerlandia. Jaargang 17

[p. 122]

Beknopte Notulen der Hoofdbestuursvergadering van 12 April 1913 te Dordrecht.

Aanwezig de heer Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, voorzitter; mej. E. Baelde, onder-voorzitster en de heeren Ch.R. Bakhuizen v.d. Brink, H.D.H. Bosboom, Joh. C. Kesler, J.M. Pijnacker Hordijk, Mr. Dr. C.F. Schoch, J.D. Baron van Wassenaer van Rosande, Jhr. Mr. J.L.W.C. von Weiler en N.J. Roelfsema, secretaris-penningmeester.

De andere in Nederland wonende bestuurders waren door drukke bezigheden verhinderd, van de Vlaamsche afgevaardigden verscheen alleen de heer Kesler laat ter vergadering; de overigen werden weerhouden te komen door de groote stoornis van het verkeer in België tengevolge van den sneeuwstorm.

Punt I. Notulen der vergadering van 14 December 1912.

Deze worden met enkele wijzigingen goedgekeurd.

Punt II. Jaarverslag van net Hoofdbestuur over 1912.

Door enkele leden worden een paar redactiewijzigingen voorgesteld, welke worden aangenomen. (Zie verder het Mei-nr. blz. 98 en vlg.).

Punt III. Rekening en Verantwoording over 1912.

De secretaris-penningm. legt deze over, sluitend in uitgaaf en ontvangst met f 23033.55½.

De stand der kas is niet schitterend, 1912 is een duur jaar geweest. Er is f 500.- steun voor den Leerstoel aan de Columbia-Universiteit te Nieuw-York uitgetrokken en verschillende zaken, o.a. de verhuizing van 't kantoor, hebben bijzondere uitgaven noodig gemaakt. Zuinigheid blijft geboden.

Er zijn nog wel verschillende achterstallige posten, waarvan evenwel naar schatting niet meer dan ongeveer f 900.- terecht zal komen. Het overschot van 1912 bedraagt op 't oogenblik omstreeks f 1100.-, zoodat, wanneer de schatting niet tegenvalt, een batig saldo van pl. m. f 2000.- kan worden bereikt. Op de loopende begrooting is voor onvoorziene uitgaven slechts een gering bedrag kunnen worden uitgetrokken en in verband met de voorgenomen uitgaven van een feestnummer 1913 en een Afrika-nr. van Neerlandia en wellicht ook nog een feestviering ter herdenking van onze 100-jarige onafhankelijkheid, zal dat bedrag vermoedelijk belangrijk worden overschreden. Onder de gegeven omstandigheden vindt spr. geen vrijheid voor te stellen meer dan f 500.- in het Kapitaalfonds te storten.

Aldus wordt besloten.

Punt IV. Ingekomen stukken en mededeelingen.

Brief van den Minister van Binnenlandsche Zaken, houdende mededeeling dat over 1913 weder een Regeeringssubsidie is toegekend van f 3600.-.

Besloten wordt een brief van dankbetuiging te zenden.

Plan van Prof. Van Vollenhoven.

Na uitvoerige gedachtenwisseling, waarbij het voor en tegen wordt overwogen, wordt besloten het punt op een volgende vergadering weer ter sprake te brengen en inmiddels een onderzoek in te stellen naar de plannen voor de derde Vredesconferentie.

Feestdag in het najaar ter herdenking van 1813-1913, uitgaande van het A.N.V.

De voorzitter deelt mede, dat Groep Nederland in zijn algemeene vergadering heeft besloten tot het houden van zulk een feestdag. Gehoopt wordt dat daaraan zooveel mogelijk leden van het Hoofdbestuur zullen deelnemen.

Aanvraag om subsidie-verhooging door de Boeken-Commissie.

Voor het loopende jaar wordt eene verhooging van f 100.- toegestaan.

Mededeeling van den Minister van Buitenlandsche Zaken, dat de subsidie aan de Ned. school te Buenos-Aires niet afhankelijk is van blijkende behoefte.

Nu blijkt, dat de Regeeringssubsidie niet verhoogd wordt naar de behoefte, is de steun van 't A.N.V. wel gewettigd.

Verwaarloozing van Nederl. belangen te Terneuzen.

De ontvangen klachten zijn overgebracht aan het Departement van Waterstaat.

Klacht van den heer Douma te Guatemala. (Zie ingezonden stuk ‘Verwaarloosd stamgevoel’ in 't April-nr. van Neerlandia).

Besloten wordt daarop de aandacht van den Minister te vestigen.

Uitgave van de Wereldkaart door den heer L. de Boer voor de tentoonstelling van het A.N.V. vervaardigd.

De ontwerper van deze historische kaart heeft kort geleden eenige noodzakelijke verbeteringen en aanvullingen aangebracht. Zij wordt weder, thans op de wereld-tentoonstelling te Gent, tentoongesteld. Inmiddels zal met een uitgever over uitgave onderhandeld worden.

Punt V. België.

Bericht der opheffing van de Ned. school te Antwerpen, wegens gebrek aan belangstelling.

Herleving van Fransch-Vlaanderen. Propagandatocht van Pro Westlandia en Mr. W.J.L. van Es. Brief van den heer Juten uit Armbouts-Capel.

Besloten wordt van bevoegde zijde advies te vragen over dezen brief.

Ned. briefwisseling tusschen Gent en de Staten van Zeeland.

Van Groep België is afschrift ingekomen van een officieel stuk, waaruit blijkt, dat tusschen Gent en de Staten van Zeeland de briefwisseling in het Nederlandsch geschiedt, wat alweer bewijst, dat briefwisseling in het Fransch tusschen Nederland en België niet noodzakelijk is.

Ned. belangen bij den spoorweg Terneazen-Gent.

Deze zijn bij het Departement van Waterstaat voorgebracht.

Belgische Tuinbouw-Maatschappij in Hongarije.

Onze vertegenwoordiger te Buda-Pest tracht in samenwerking met Groep België de Vlaamsche ambtenaren dezer Maatschappij tot aansluiting bij het Verbond te bewegen.

Wetenschappelijke wisselwerking tusschen Noord en Zuid. (Zie ingezonden stuk van den heer Van Baren in het April-nr. van Neerlandia).

Naar aanleiding van dit stuk is een voorstel ingekomen van Dr. Buitenrust Hettema te Zwolle om een commissie te benoemen ter behartiging dezer aangelegenheid. Benoemd worden de schrijver van het stuk en de heeren Mr. De Hoon en Kesler te Brussel, Pol de Mont te Antwerpen, Prof. Knappert te Leiden en Dr. Buitenrust Hettema te Zwolle.

Punt VI. Oost-Indië.

Steun voor de uitgave Tropisch Nederland.

Met het oog op den stand der kas kan de vergadering geen vrijheid vinden een vasten geldelijken steun toe te zeggen, maar er zal getracht worden inteekenaren te vinden ook bij de andere Groepen.

Schrijven betreffende een A.N.V.-congres te Batavia. Verzoek om Ned. films.

Aan een verzoek uit Indië om toezending van Ned. films is niet kunnen worden voldaan, omdat de tijd te kort was. Bovendien zouden de kosten zeer

[p. 123]

hoog zijn geloopen, want voor het leenen van den film van Onze Vloot alleen werd f 250.- huur gevraagd. Toch moet het punt: ‘Nederl. bioscoopvoorstellingen’ onder de aandacht blijven.

Brief der Lantaarnplaatjes-Commissie te Buitenzorg met dankbetuiging voor de gezonden verzameling uit Nederland. Een verzameling betreffende 's Lands plantentuin werd aan de Ned. Commissie door haar aangeboden.

Rondschrijven van het Koloniaal Instituut, afdeeling Volkenkunde, met aanvraag om toezending van alles wat haar belang kan inboezemen.

Besloten wordt in Neerlandia daarop de aandacht te vestigen.

Punt VII. Suriname.

Nota der heeren Rouffaer en Van Vollenhoven.

Deze nota betreft de stichting van een centrale bibliotheek, in Suriname en Curacao, waarover ook het oordeel der Boeken-Commissie is ingewonnen. Een en ander is ter kennis gebracht van de West-Indische afgevaardigden in het Hoofdbestuur.

Uit de ter vergadering gedane mededeelingen blijkt, dat er een officieele koloniale bibliotheek is, die door het Gouvernement wordt bekostigd. Daarnaast bestaan enkele kleinere, o.a. een van de onderwijzers. In 1897 was er ook een van den Cultuurtuin, waarvoor op de Koloniale Begrooting 2 à f 300.- werd uittrokken. Ook heeft het A.N.V. een bibliotheek, maar de Kol. Bibliotheek is technisch het best ingericht. Men deed een aanvraag aan het Gouvernement voor steun, n.l. f 10.000.- per jaar, voor huur, verlichting, toezicht enz., die echter niet kon worden toegestaan. Het plan leed schipbreuk, maar zou zoo noodig opnieuw kunnen worden beproefd. Nu is er vermoedelijk wel een geschikt huis en ock subsidie te verkrijgen. Men is van oordeel, dat het huidige plan beter door invloedrijke mannen in de kolonie zelf kan worden voorbereid.

Uit de voorlezing van de ingekomen schriftelijke adviezen van de niet ter vergadering aanwezige afgevaardigden van W.-Indië blijkt, dat deze zich in hoofdzaak met de strekking der nota van de heeren Rouffaer en Van Vollenhoven kunnen vereenigen.

Opgemerkt wordt, dat door de Boeken-Commiss'e van het A.N.V. betrekkelijk reeds veel voor de West-Indische eilanden is gedaan door de oprichting van openbare boekerijen. Het is echter zeer wenschelijk de oude boeken door nieuwe te vervangen of de boekerijen aan te vullen.

Besloten wordt, dat de W.-Ind. afgevaardigden deze zaak nader zullen behandelen en aan het Hoofdbestuur verslag zullen uitbrengen van hun bemoeiingen.

Aanvraag van Dr. H.B. Benjamins om foto's en cliché's voor een reeks platen betreffende West-Indië, uit te geven door een firma te Haarlem.

Zooveel mogelijk is hulp verleend.

Punt VIII. Ned. Antillen.

Eindafrekening der inzameling voor de noodlijdenden. Stichting van een fonds uit het saldo.

Na de laatste afrekening is nog f 1444.12 ingekomen. Uit een pas ontvangen schrijven van de Groep blijkt, dat plan bestaat. om van het overschot der inzameling, tot dan ruim f 13.000.-, een fonds te stichten om dienst te doen, indien onze W.-Ind. kolonies opnieuw door rampen mochten worden getroffen.

Schrijven van den heer R.A. Oosterhout over verbetering der West-Indische eilanden.

Besloten wordt dit schrijven in handen te stellen van de afgevaardigden van West-Indië, met verzoek daarover hun oordeel uit te spreken.

Brief van den heer J.H. Sprockel (Studiebeurs Hoofdbestuur), met bericht, dat hij dit jaar de hoofdacte hoopt te verkrijgen.

Punt IX. Zuid-Afrika.

Brief van den heer A.H. Koomans te Potchefstroom over mogelijke vereeniging der 8 Zelfstandige Afdeelingen in Z.-Afrika tot een Groep.

Zuid-Afrika-nr. van Neerlandia.

De voorzitter deelt mede, dat het handschrift binnenkort verwacht wordt.

Mededeeling der Afd. Bloemfontein, dat ze thans ook boekprijzen uitlooft voor O.V.S.-scholieren, die uitmunten in Ned. taal en Z.-Afr. geschiedenis.

Punt X. Zelfstandige Afdeelingen.

Bingen. De Ned. Stud.-Afd. aldaar sluit zich aan met 30 leden en zal jaarlijks f 1.50 per lid aan de hoofdkas afdragen.

De secretaris dezer vereeniging, de heer P.B.J. Cramer heeft te Dordrecht een samenspreking gehad met den administrateur.

Chicago. Verslag over den Ned. Leerstoel aan de Hoogeschool aldaar. (Zie Neerlandia van Maart, blz. 69).

Chicago Roseland. Mededeeling over de tegenwerking der zes Hollandsche kerken.

Medegedeeld wordt, dat die kerken hun medewerking niet verleenen, omdat de vergaderingen der Afd. niet met gebed worden geopend. Het Hoofdbestuur kan in een zaak als deze niet ingrijpen.

Denver (Colorado). Aanvraag van den heer S.R. de Boer aldaar om een Afdeeling te stichten.

Alle gegevens en inlichtingen zijn verschaft.

Keulen. Bezwaren tegen aansluiting der Ned. Vereeniging aldaar, voornamelijk betreffende het uitsluiten van ongewenschte leden.

Het Dag. Bestuur zal verder over deze aansluiting onderhandelen.

Menton. Mededeeling is ingekomen dat de Holl. Club aldaar zich wil aansluiten bij het A.N.V. en zich wil uitbreiden tot een Afdeeling Rivièra.

Punt XI. Vertegenwoordigers.

Angola. Jaarverslag.

Hierin wordt medegedeeld, dat de Holl. Afr. bevolking zich uitbreidt.

Australië. Jaarverslag van mevr. Semmens. (Zie Neerlandia April.nr.).

Basic-City (Virginia). De heer L.J. de Balbian verklaarde zich bereid vertegenwoordiger te worden. - Hij wordt benoemd.

Davos-Platz. Ontslagaanvrage van Dr. Van Voornveld, wegens vertrek.

Besloten wordt den heer Van Voornveld dank te betuigen en naar een nieuwen vertegenw. om te zien.

Dresden. Mevr. Sommer-Vornholt heeft bericht gezonden, dat zij de benoeming tot vertegenwoordigster te Dresden niet kan aannemen.

Hamburg. De heer Schuurman heeft bericht gezonden dat hij de benoeming niet kan aannemen wegens vertrek en stelt zijn opvolger als Vice-Consul, den heer C.L. Lechner, voor als vertegenw. A.N.V.

Besloten wordt den heer Lechner te bencemen.

Kobe. De heer De Meester heeft zijn benoeming tot vertegenwoordiger aangenomen.

Mexico. Bedanken van den heer D. Knoester als plaatsvervangend vertegenwoordiger.

De heer J. ten Napel blijft vertegenw. voor Mexico.

Napels. Als vertegenwoordiger wordt voorgesteld de heer Van de Rivière, Vice-Consul.

De vergadering benoemt hem.

[p. 124]

Rio de Janeiro. Als vertegenwoordiger wordt voorgesteld de heer Theunisse door den heer L. de Waal. - De vergadering benoemt hem.

Stockholm. Overlijden van den heer Doyer.

Het Dag. Bestuur heeft een brief van rouwbeklag gezonden aan de weduwe.

Besloten wordt aan den Consul-Generaal, den heer Immink, te verzoeken een geschikt opvolger aan te wijzen.

Sydney. Voorgesteld wordt de heer J.H. Cohen Stuart. - De vergadering benoemt hem.

N.J. ROELFSEMA,

Alg. Secretaris-Penningmeester.