Een Nederlandsche stem uit Australië.
Perth, W.-Australië, 5 Febr. 1913.
Mijnheer de Redacteur,
Ofschoon ik eene Utrechtsche van geboorte ben en vijf jaren op de Hoogere Burgerschool studeerde, is het toch moeilijk eenen Hollandsche brief te schrijven, aangezien ik altijd Engelsch spreek. Toch kan ik mij best in 't Hollandsch uitdrukken - dat is mondeling. Nu lees ik met veel genoegen Neerlandia, en altijd zoek ik namen die ik ken, en dat gebeurt niet zelden. Misschien zijn er eenige leden van het A.N.V. die mij nog herinneren, en als dat zoo is, zou ik heel graag de groeten doen aan mijn ‘old Dutch friends’.
Mevrouw Semmens zorgt, dat wij ons lieve Holland niet vergeten en als zij Hollanders ten bezoek heeft, krijg ik altijd eene uitnoodiging. Zoo heb ik laatst twee aardige Hollandsche jongens ontmoet, die zich hier voor een tijd komen vestigen. Ik zou het eigenlijk niet aanraden naar Australië te gaan, indien men het in Holland goed heeft, want het leven hier is niet gemakkelijk. Als ik een Engelsche beschrijving wilde drukken zou ik veel kunnen zeggen, maar helaas in 't Hollandsch gaat het slecht.
Wilt U dan de groeten doen aan mijne schoolmakkers en kennissen en elders van
Uw dv.,
VICTORIA WRIGHT.
Neerlandia is gaarne de bode van mejuffr. Wright naar al wie haar kennen. Maar het moet tot zijn blijdschap en waardeering haar verweer tegen een Hollandsch verslag van de hand wijzen. De geachte schrijfster geeft blijk haar Hollandsch niet te hebben verleerd; hoe zou dat ook kunnen? Een nieuwe taal in vreemde omgeving met gemak hanteeren, dat gaat. ‘Op 's herten grond’ sluimert echter de moedertaal, tot zij gewekt, plotseling weer tot volle bewustheid komt.
Gaarne ziet Neerlandia haar indrukken tegemoet, die van veel nut kunnen zijn voor haar belangstellende landgenooten.
Redactie.