Neerlandia. Jaargang 17
(1913)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVlaanderenEen Nederlandsche gids voor Gent.Gravenkasteel.
Een Gids voor Vlaanderen's aloude hoofdstad Gent in onze Nederlandsche taal was reeds lang een dringende behoefte; immers er bestond ongeveer niets op dit gebied. De namen van de schrijvers van deze geschiedkundige en plaatselijke beschrijving van Gent: Prosper Claeys, Prof.-P. Bergmans, Graaf O. de Kerehove de Denterghem, Prof. Pirenne, Kannunik G. van den Gheyn, Prof. V. van der Haeghen, A. van Werveke, enz. staan ons borg voor een hoogst-wetenschappelijke en boeiende lectuur; de naam van de vertaalster A.W. Sanders van Loo, bekend door ‘Onze Kunst’, geeft ons de zekerheid van vloeiende taal. Elk ontwikkeld lid van onzen Nederlandschen stam, hetzij hij Vlaming, Hollander of Afrikaander is, zal het op hoogen prijs stellen zich dit boek aan te schaffen; immers Gent is een van de merkwaardigste middelpunten van de roemruchtige geschiedenis van de Nederlanden. Reeds in de 7e eeuw predikten de eerste Christenzendelingen, hier en in den omtrek, het Evangelie der zaligheid aan Friezen en Franken. De middeleeuwsche historie der stad van Leie en Schelde gelijkt op een heldenzang, de namen van de Van Arteveldes, Van de Borluuts, De Utenhovens, De Rijms schitteren als zoovele sterren in die duistere eeuwen. In 1576 was Gent de stad, waar de afgevaardigden der Nederlandsche gewesten de beroemde Pacificatie sloten en het werd alzoo de bakermat van Nederland's vrijheid. Wie kan de heldendaden der Vlamingen lezen zonder door bewondering bezield te worden? En waar is een stukje grond, zó'o luttel in omvang en zôô moeilijk op de wereldkaart te vinden, dat zulk een tal van de verhevenste kunstenaars heeft opgeleverd? Reeds Vlaanderen's schilderschool alleen geeft het een eerste plaats, niet slechts onder de kleine landen der wereld, neen, zelfs onder de wereldrijken zijn er weinige, die in kunstzin Vlaanderen evenaren. In de 16e eeuw was Gent een der voornaamste centra van licht en leven, en wat men ook van de vurige geestdriftige Gentsche Calvinisten en van hun republiek kan zeggen, zeker is het, dat de Gentenaars, waarvan alleen in de jaren 1584-1586, 9000 gezinnen meest naar Holland en Zeeland vertrokken, ten zeerste bijdroegen tot de heerlijke opkomst van het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden. | |
[pagina 83]
| |
Op wetenschappelijk gebied werden Hollands nieuw gestichte hoogescholen opgeluisterd door mannen, die uit Gent of Gent's omtrek waren of aldaar hadden onderwezen: ik noem Jacobus Zevecotius, Johannes Drusius, Joh. Polyander van Kerkhoven, Daniël Heinsius, Jacobus Maestertius, Antonius Walaeus, Daniël Colonius. Als vurige aanhangers van het Protestantisme zou ik de namen kunnen vermelden van de oud-Gentsche predikanten Datheen, Nicasius van der Schuere; ik zou kunnen spreken over de vertalers van den Statenbijbel Baudartius, Ant. Walaeus, Jac. Rolandus; ik zou op het gebied van den vrijheidsoorlog de Gentsche edelen Antonie Utenhove, Jacob Martens, G. de Graeve kunnen aanhalen. Waar zou ik eindigen, wildeGrasler: Korenmetershuis, Schippershuis, Postkantoor.
ik spreken over de beteekenis voor Holland van de geslachten Damman, Van Lansbergen, Crommelin, Boreel, De Stoppelaar, Utenhove, Rolandus, v.d. Kethule, De Brauw, Cabeljauw, enz., enz,; allen middellijk of onmiddellijk uit Gent of Gent's omtrek gesproten. Na den manhaftigen ondergang van Gent's vrijheid in de 16e eeuw, viel de berooide, uitgemoorde, verlaten stad in een langdurigen doodsluimer, waaruit ze eerst in de 19e eeuw ontwaakte. Had Willem van Oranje Gent vaak zijn groote liefde voor haar bloei getoond, Willem's nazaat, de eerste Koning der Nederlanden sprak 't machtwoord, waardoor Gent als een Phenix uit zijn asch verrees, en sinds dien tijd is het gestadig vooruitgegaan. Terwijl Brugge van haar alouden roem en rijkdom niet anders heeft overgehouden dan bewonderingswaardige herinneringen, heeft haar vroegere mededingster Gent zich zoo volkomen van haar diepen val hersteld, dat de Leiestad nu niet enkel de voornaamste fabrieksstad van het land is, maar ook de eerste stad voor de palmenkweekers en bloemisten. Bovendien is Gent door het kanaal van Willem I, dat de stad met Terneuzen verbindt, de tweede haven van het land geworden. Het heele jaar door loopen de schepen van alle landen haar havens binnen; haar ruime dokken en pakhuizen zijn steeds gevuld met koopwaren uit de oude en nieuwe wereld. Om Gent als middelpunt van de noeste Vlaamsche landbouwersbevolking te leeren kennen, bezoeke men het op een Vrijdag. Reeds in de vroege ochtenduren wemelt het in de stad van menschen, paarden, wagens - de straten zijn vol van bezige lieden; ratelend rollen de zware vrachtkarren en de zonderlinge boerenomnibussen over de keien, - boeren uit 't rijke Waasland, uit het vlijtige Meetjesland, uit het heuvelrijke Aalstland, - ja uit alle streken van Vlaanderen, verdringen zich in de straten. Ook op wetenschappelijk gebied is Gent een lichtpunt met haar vele inrichtingen van onderwijs, en haar hoogeschool met omstreeks 1200 studenten. Een elk die Vlaanderen bestudeert, weet, dat hier het hart klopt van de Vlaamsche Beweging. Het Vlaamsche volk begint hier in alle opzichten te herrijzen tot een groote toekomst op geestelijk en stoffelijk gebied. Bij al dien bloei voegt zich, dat nevens 't nieuwerwetsche levende Gent hier ook nog het oude middeleeuwsche bestaat. Vlaanderen's hoofdstad bezit alleen meer geschiedkundige gedenkteekenen en oude gebouwen dan Brugge, Brussel, Antwerpen en Mechelen te zamen; en welke gebouwen! Waar vindt gij een burcht gelijk 's-Gravensteen, waar bouwvallen gelijk die van de St.-Baafsabdij, waar een hoofdkerk gelijk de St.-Baafs, waar gevels gelijk die op de Graslei? Nu noodigt Gent buitenlanders van alle landen, stamgenooten van het aloude fiere Nederlandsche ras uit, om haar heerlijkheid van nieuwen en ouden datum te komen genieten. Gent's bloemententoonstelling zal alles overtreffen, wat tot hiertoe werd aanschouwd. Gent's wereldtentoonstelling zal uitgebrelder en schit- | |
[pagina 84]
| |
terender zijn dan de voorgaande in Brussel en Luik. Vandaar dat meer dan ooit in Vlaanderen's middelpunt de noodzakelijkheid gevoeld werd van een deugdelijken en volledigen gids voor onze stad en den omtrek. Wij houden ons overtuigd, dat de verschijning van de ‘Gids voor Gent’Ga naar voetnoot*) door allen met blijdschap zal worden begroet. J.D. DOMELA NIEUWENHUIS NYEGAARD. Lakenhal te Gent.
|
|