Wageningen (Stud.-Afd.).
De secretaris schrijft o.m.:
26 Febr. hield de Vlaamsche dichter Pol de Mont voor deze Afdeeling een voordracht over: ‘De Vlaamsche Poëzie van 1875’.
Als voorloopers werden vermeld: de oudere landgenooten, de schrijvers van ‘Van Nu en Straks’, ‘Vlaanderen’, ‘La jeune Belgique’ en ‘De Nieuwe Gids’.
Van de ouderen dient in de eerste plaats genoemd te worden Guido Gezelle, die had gestreefd naar eenvoud en volkskarakter. In de werken van den vroeg gestorven Rodenbach vindt men de echte klassieke lijn, een sterken drang naar weten, wat het leven om hem heen omvat. Nu volgden de eigenlijke leiders van ‘De Beweging’: Prosper van Langendonk, Hegenscheidt, Van Offel en de bekendsten en krachtigsten: René de Clercq, dichter voor en over het volk, kenner van de natuur en het boerenleven, Karel van de Woestijne, geheel zijn tegenstelling, bewust woordkunstenaar.
Hetgeen Pol de Mont hoopte, n.l. zijn Vlaamsche dichters nader tot ons te brengen, is hem zeer zeker gelukt. Iets hebben we echter gemist, n.l. eenige gedichten van hem zelf.