Bioscoop-gevaar.
Geachte Redactie,
Sinds eenigen tijd worden er in onze bioscooptheaters zoogenaamde ‘Hollandsche films’ vertoond. Men krijgt dan Holland te zien, zooals het nog maar al te veel in de verbeelding van den buitenlander bestaat: de optredenden zijn zonder uitzondering in Volendamsch, Marker, Urksch kostuum; of in een hutspot van deze kleederdrachten, met soms nog een Walchersch of Zuid-Bevelandsch eigenaardigheidje er bij; op den achtergrond gewoonlijk een molen. Zonder die kleederdrachten, die menschen op klompen en die molens, is het geen ‘Hollandsche film’.
Hier schuilt m.i. een gevaar. Films als die van de firma Pathé gaan de heele wereld over, en bevestigen en verbreiden het dwaze denkbeeld, dat de Hollanders niets anders zijn, dan typisch gekleede menschen, die op klompen loopen.
Wij zijn immers meer dan dat, en moeten willen dat ook het buitenland dit weet. Er is, me dunkt, wel reden voor het Algemeen Nederlandsch Verbond, om aan de directie's van de verschillende bioscoopondernemingen vriendelijk te verzoeken, ook eens Hollandsche films te geven, waarin men Holland vertoont, zooals het in werkelijkheid is en waaruit het buitenland leert, wat het Holland van tegenwoordig op zoo menig gebied vermag.
De invloed van de avond aan avond volle bioscooptheaters onderschatte men niet. In ons land doen die vertooningen geen kwaad, maar in het buitenland?
Wij willen niet in de oogen van buitenlanders blijven het land van typische kleederdrachten alleen, nietwaar?
Dankend voor de plaatsing, hoogachtend,
A. LOOSJES.