Neerlandia. Jaargang 16
(1912)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVerkort verslag van de vergadering van het Groepsbestuur met de afgevaardigden der Afdeelingen, gehouden op 1 Juni 1912 te BataviaGa naar voetnoot*).Aanwezig zijn, behalve het grootste deel der Groepsbestuursleden, de heeren Asbeek Brusse en Kooyker als afgevaardigden van de Afd. Batavia, Stokvis van de Afd. Semarang, benevens Mr. Cohen Stuart en Mr. Eekhout van de Afd. Buitenzorg.
De voorzitter, de heer Steinmetz, heet allen en in 't bijzonder de Afdeelingsafgevaardigden welkom; de notulen der vergadering met de afgevaardigden; gehouden op 16 Mei 1911 en die van de Groepsbestuursvergadering van 23 April 1912 worden gelezen en goedgekeurd. Als eerste punt der dagorde wordt behandeld het voorstel van de Afdeeling Batavia, zijnde: Verzoek om tijdige rondzending van Neerlandia. De Afdeeling Batavia klaagt over late ontvangst van het Verbondsorgaan; aan het Dep. van Onderwijs en door den boekhandel worden de nummers eerder ontvangen dan door de leden; de voorzitter, erkennende dat de nrs. eenigen tijd geleden door minder goedgekozen verzendingsweg laat werden ontvangen, zegt dat de nrs. thans verzonden worden met de eerstvertrekkende mailboot na de verschijning, dat een spoediger verzending niet mogelijk is. Door andere bestuursleden wordt opgemerkt, dat vroeger de nrs. van uit Nederland rechtstreeks per mail aan de leden werden geadresseerd, evenals thans de boekhandel ze nog ontvangt; dat die wijze van verzending door de vele wisselingen en adres-veranderingen der leden echter nog meer reden tot klachten geeft. De Afdeeling Buitenzorg brengt ter sprake: 1. Steun aan Ons Hollandsch Blaadje. Gevraagd wordt waarom thans een bijdrage van f 25. - wordt gegeven, terwijl vroeger f 100. - werd toegestaan; de secretaris antwoordt, dat geen bepaalde som gevraagd is, dat in 1910 laatstgenoemde som werd gegeven als steun bij de oprichting van het blaadje. 2. Het Groepsbestuur neme de propaganda en het stichten van Afdeelingen krachtig ter hand. | |
[pagina 203]
| |
Bij monde van Mr. Eekhout wijst de Afdeeling Buitenzorg er op dat voor bereiking van het doel dat het A.N.V. zich ook in Indië stelt, de behartiging der Nederlandsche belangen, de Groep geldelijk krachtiger zal moeten worden dan zij nu is, wat alleen bereikt kan worden door grooter aantal leden en door financieel krachtige Afdeelingen, waartoe in de eerste plaats meer propaganda noodig is.
Als propagandamiddelen worden aanbevolen: a. Het aandringen bij de Groepsvertegenwoordigers op het aanwerven van meer leden, terwijl Groepsvertegenwoordigers van wie geen bedrijvigheid uitgaat, als zoodanig, door anderen moeten vervangen worden; b. Het uitnoodigen van bekende Nederlanders, die naar Indië komen en daar eenigen tijd vertoeven, als Mr. Van Deventer, Mr. Overvoorde, Albert Vogel, e.a. tot het houden van propaganda-lezingen of het geven van voordrachtavonden. Voor het stichten van Afdeelingen wordt aangevoerd, dat deze veel in het belang der leden kunnen doen, omdat zij bekend zijn met plaatselijke omstandigheden en behoeften; indien er van de Afdeeling krachtige bedrijvigheid uitgaat, dan melden zich ook wel leden aan. De oprichting van volksleesgeze schappen en boekerijen, het houden van lezingen en voordracht-avonden, het steunen van onderwijsinrichtingen en van leercursussen kunnen door een Afdeeling beter bevorderd worden dan door Groepsvertegenwoordigers of door het Groepsbestuur. Krachtige Afdeelingen zijn de steunpilaren der Groep. De voorzitter, al het aangevoerde voor het stichten van Afdeelingen beamende, zegt dat er door het Groepsbestuur pogingen daartoe zijn in 't werk gesteld; echter zonder goeden uitslag tot nu toe. Te Soerabaja, waar 54 leden aanwezig zijn, is de poging mislukt. Over het stichten eener Afdeeling te Bandoeng is het Groepsbestuur thans in bespreking; de Groepsvertegenwoordiger aldaar, de heer W. Lubberink, doet er zijn best voor. Voor Padang waar vroeger een Afdeeling bestond, en waar nog een batig saldo van bijna f 200. - beschikbaar is, zal met den Groepsvertegenwoordiger, den heer Westenenk, in overleg getreden worden. Er zal worden voortgegaan met pogingen tot het vormen van Afdeelingen. Wat betreft het vervangen van Groepsvertegenwoordigers, die niet veel ijver toonen, merkt de voorzitter op dat het al moeite genoeg kost er personen voor te vinden; dat men ten deze niet te veeleischend moet zijn. De heer Roessingh van Iterson gevoelt niet zoo veel voor het stichten van Afdeelingen; voor de financiën der Groep is het vormen daarvan geen voordeel, daar de Groep slechts ⅕ van de te innen jaarbijdragen ontvangt. Op grond van opgedane ondervinding is hij van oordeel, dat ijverige vertegenwoordigers te verkiezen zijn boven Afdeelingen. Mr. Cohen Stuart komt daar met klem tegen op; de administratiekosten der Afdeelingen behoeven niet duur te zijn; Buitenzorg kent die bijna niet. Een goede Afdeeling kan meer uitwerken dan een vertegenwoordiger, hoe ijverig deze ook zij. Van de zijde des heeren Roessingh van Iterson wordt toegegeven dat van de Afdeeling Buitenzorg veel kracht uitgaat; de gunstige werking eener Afdeeling hangt geheel af van de personen, waaruit het bestuur bestaat. De voorzitter zijn toezegging herhalende noodigt ten slotte de aanwezigen uit, opgave te doen van personen, die in een Afdeelingsbestuur zitting willen nemen. Omtrent de propagandamiddelen wordt nog opgemerkt, dat een nieuw werfboekje in bewerking en dat propaganda-briefkaarten verspreid zijn; dat verder niet te veel verwacht moet worden van in Indië reizende bekende Nederlanders, omdat deze hun reisplan reeds van te voren nebben opgemaakt, en het de vraag is of zij genegen zijn om propaganda voor het A.N.V. te maken. Ten slotte wordt besloten, het Hoofdbestuur te verzoeken, bedoelde reizigers uit te noodigen in den aangegeven zin werkzaam te willen zijn en daarmede bij het vaststellen van hun reisplan rekening te houden en dan het Groepsbestuur tijdig in te lichten. 3. Het Groepsbestuur houde jaarlijks algemeene vergaderingen, liefst telkens op een andere plaats, gepaard met feestelijkheden. De voorzitter deelt mede, dat hoewel bij vroegere voorstellen van dien aard reeds werd opgemerkt dat de hooge reis- en verblijfkosten een zeer groot bezwaar daartegen zouden zijn, niettemin eene commissie werd benoemd tot het voorbereiden van een propaganda congres te Bandoeng. Een der commissieleden brengt nu verslag uit, waaruit blijkt dat een plan werd opgemaakt tot het houden van lezingen te Bandoeng en het maken van een automobieltocht naar Lembang, maar dat de onderhandelingen met de personen, die de voordrachten zouden houden, nog niet tot een resultaat hadden geleid. De heer Stokvis vestigt de aandacht op de internationale tentoonstelling die in 1913 te Semarang zal worden gehouden, als middel voor propaganda voor het Verbond; en vraagt of b.v. de inhoud van het paviljoen van het A.N.V. op de Brusselsche tentoonstelling voor zooveel noodig aangevuld, daar niet zou kunnen uitgestald worden. Van andere zijde wordt de meening geuit, dat een overbrengen van dat paviljoen te kostbaar zal zijn. Ten slotte wordt echter besloten de tentoonstelling te Semarang als middel tot propaganda in het oog te houden. Verder vraagt de heer Stokvis of het niet op den weg ligt van het Verbond voor de ernstige Nederlandsche kunstenaars, die naar Indië komen, wat propaganda te maken, waarop door den voorzitter en den heer Roessingh van Iterson, met aanhaling van voorbeelden, geantwoord wordt, dat zoo iets vroeger wel gedaan is, maar dat het Verbond er weinig voldoening van heeft gehad; de later gekomenen wisten trouwens hun eigen weg te vinden; nader blijkt dat de heer Stokvis vooral bedoelt de leden op te wekken de voorstellingen dier kunstenaars bij te wonen. Men komt tot het besluit, dat wanneer de hulp van het Verbond ingeroepen wordt, deze niet zal worden onthouden. 4. Het Groepsbestuur trachte weder de beschikking te krijgen over een eigen blad, als vroeger Ons Volksbestaan is geweest. Mr. Cohen Stuart bespreekt de wenschelijkheid van een eigen orgaan, opdat de Groep aan hare leden kunne mededeelen wat ze hun te zeggen heeft. Neerlandia voldoet niet aan de behoeften der Indische leden; het behelst veelal artikelen over Nederland en de Groepen en Afdeelingen in het buitenland, welke veel aan actualiteit hebben verloren, voor de Indische leden, die ze laat ter lezing ontvangen, terwijl de berichten over Indië daarin, nog veel ouder zijn. Neerlandia is niet geschikt voor het verkeer tusschen het Indische Groepsbestuur en zijn leden. De Afdeeling Buitenzorg stelt daarom voor te trachten in een in Indië verschijnend weekblad eenige bladzijden beschikbaar te krijgen voor de bespreking der Nederlandsche stambelangen en het doen van kennisgevingen aan de leden; welk weekblad dan aan dezen zou moeten gezonden worden. Kan dat niet worden verkregen, dan worde overgegaan tot de uitgave van een eigen orgaan. De Afdeeling Buitenzorg acht een eigen orgaan noodig voor een krachtig gemeenschapsleven en een dringende eisch om te kunnen beantwoorden aan het doel van het Verbond. De voorzitter brengt de geschiedenis van Ons Volksbestaan in herinnering; veel moeite werd ondervon- | |
[pagina 204]
| |
den bij het zoeken van geschikte personen om de redactie op zich te nemen. Voorzitter en secretaris moesten zelf voor een groot deel van den inhoud zorgen. Het blaadje werd weinig door de leden gelezen; terwijl de pers er in 't geheel geen aandacht aan wijdde. De kosten waren bovendien te hoog voor de' draagkracht der Groep; daarom werd de uitgave gestaakt. Dr. Van Lingen acht 't beter nu en dan pittige bulletins uit te geven, als er werkelijk wat belangrijks te melden valt. Dit laatste denkbeeld vindt ondersteuning, terwijl de heer Stokvis vraagt, of 't niet wenschelijk zou zijn een Neerlandia-nr. te wijden aan Groep Indië of in 't bijzonder aan de Afdeelingen Batavia, Semarang of Buitenzorg, zooals men Vlaanderen-, Suriname- en Curaçao-nrs. heeft gehad. Na een voorstel van Mr. Cohen Stuart, het onderwerp door eene commissie te doen onderzoeken, wordt besloten die taak aan de Afdeeling Buitenzorg op te dragen, waarbij nog door den heer Hoekstra wordt opgemerkt, dat de geldelijke zijde van het vraagstuk, vooral niet uit het oog mag worden verloren 5. Het Groepsbestuur vrage zoo spoedig mogelijk een Regeeringssubsidie aan, vooral met het oog op de stichting van Nederlandsche boekerijen en volksleesgezelschappen. In de jongste Groepsbestuursvergadering is bereids besloten tot het aanvragen van zoodanige subsidie, in hoofdzaak ten behoeve van reeds bestaande en nieuw op te richten volksleesgezelschappen. Voorstellen van het Groepsbestuur. De voorzitter brengt in herinnering dat het vaststellen van een werkplan reeds vroeger ter sprake kwam, dat het Groepsbestuur echter er van heeft moeten afzien, omdat de geldmiddelen niet toelaten veel aan maatschappelijk werk te doen; in een rondschrijven aan de Groepsvertegenwoordigers is echter in het algemeen een plan aangegeven, als leidraad. Hij meent evenwel dat de Afdeelingen kunnen trachten, meen samenwerking te verkrijgen met andere vereenigingen die in dezelfde richting werken als het A.N.V., zooals Insulinde, de Indische Bond, Boedi Oetomo, e.a., welke zich aan de onderwijstoestanden in Indië laten gelegen liggen. De voorzitter zou zoo gaarne de maatschappelijke verheffing van de Indo's bevorderen; aan hen billijke kansen bieden op een behoorlijk bestaan; daarvoor is samenwerking met vereenigingen, die een gelijk doel beoogen wenschelijk. Hij heeft zich gedacht een comité, bestaande uit afgevaardigden van verschillende vereenigingen en de Groep Ned. Indië, die in die richting werken, maar de groote afstanden in Indië zijn een haast onoverkomelijk bezwaar; hij heeft het plan ter sprake gebracht bij den afgevaardigde in het Hoofdbestuur, Mr Van Deventer, die beloofde het denkbeeld op zijn verdere reis in overweging te houden; het zou dan op een latere Groepsbestuursvergadering, vermoedelijk in November, met dien afgevaardigde besproken kunnen worden. Inmiddels heeft het Groepsbestuur besloten, lid of donateur te worden van verschillende vereenigingenGa naar voetnoot*). De Afdeelingen zouden ook op die wijze steun kunnen geven. Voorts beveelt de voorzitter het lidmaatschap aan van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, die verschillende practische en nuttige werkjes verspreidt, welke een richtsnoer zouden kunnen zijn, voor hetgeen hier in Indië kan gedaan worden. De Afdeelingen zouden lid kunnen worden van die Maatschappij. De heer Stokvis zegt dat de Afdeeling Semarang reeds lid is van 't Studiefonds Midden-Java, doch dat haar werk in zake het Indo-vraagstuk met weinig succes wordt bekroond. Opgemerkt wordt, dat in verschillende Maleische en Indische dagbladen en tijdschriften opruiende artikelen verschijnen in den laatsten tijd, waartegen het A.N.V., dat voer de Nederlandsche stambelangen strijdt, wel zou mogen opkomen; waartegen echter wordt aangevoerd, dat het 't beste is die artikelen dood te zwijgen. Nadat nog was aangevoerd, dat de wijze van samenwerking met de genoemde en andere vereenigingen ernstige overweging verdient, waartegen Mr. Cohen Stuart waarschuwt, omdat de geldmiddelen der Groep er door versnipperd worden, waarom 't beter is eigen instellingen te steunen, besluit de voorzitter de bespreking met de opmerking, dat alleen steun verleend wordt aan zaken, die het Verbond, indien 't beter bij kas ware, zelf zou ondernemen, en aan vereenigingen, die in de richting van het Verbond werken. De invloed van het A.N.V. kan daarmede toch groeien. Dit wordt door de Afdeeling Semarang beaamd, ook omdat die vereenigingen beter zijn toegerust en een deel van het Verbonds-programma uitvoeren. Ten slotte wordt nog behandeld de steun der Afdeelingen aan de lichtbeeldencommissie te Buitenzorg. Mr. Cohen Stuart treedt voor de belangen op der lichtbeelden-commissie, die zich ten doel stelt te laten zien, wat door ons, Nederlanders, tot stand is gebracht; hij vertrouwt dat er een goede steun te verwachten is van het Koloniaal Instituut, dat opzettelijk iemand naar Indië gezonden heeft om van de meest belangwekkende onderwerpen op allerlei gebied in Indië, lichtbeelden te maken. De commissie moet echter op vaste jaarlijksche inkomsten kunnen rekenen; van het Groepsbestuur ontving zij bij de oprichting f 100. - en van de Afdeeling Buitenzorg f 50. -; thans is haar weer een jaarlijksche bijdrage van f 25. - door het Groepsbestuur toegezegd; zij moet echter over meer fondsen beschikken om aan haar doel te kunnen beantwoorden. De voorzitter zegt nog een gift van f 25 - toe en wekt de Afdeelingen Semarang en Batavia op, de commissie geldelijk te steunen en een ruim gebruik te doen maken van de in het bezit dier commissie zijnde reeksen lantaarnplaatjes. Wegens het vergevorderde uur worden de voorstellen van den heer Roessingh van Iterson ingetrokken: waarna de voorzitter na de gebruikelijke plichtplegingen de vergadering sluit. |
|