Buitenland
Nederl. handelsbetrekkingen met Birma.
In de economische verslagen van Nederlandsche diplomatieke en consulaire ambtenaren, komt een artikel voor van de hand van den heer W.B. Engelbrecht, vice-consul der Nederlanden, over de beteekenis van het eiland Birma voor den Nederlandschen handel.
De schrijver begint met de geschiedenis van het eiland, van den tijd dat de eerste Europeesche nederzetting zich daar vestigde. Dat was in het jaar 1519, toen de Portugeezen krachtens een tractaat met den koning van Pegu, factoryen oprichten in Martaban en Syriam.
Vervolgens doet hij eenige mededeelingen over de ligging van het eiland, het klimaat, de bevolking enz., om daarna de verschillende takken van nijverheid en handel te bespreken, verduidelijkt door tabellen en statistieken en verlucht met een aantal kiekjes van het eiland, van welke een hierbij is afgedrukt.
De heer Engelbrecht besluit zijn zeer belangwekkend artikel met ‘Slotbeschouwingen’, die wij belangrijk genoeg vinden om ze hier in haar geheel over te nemen:
Uit het voorafgaande is voldoende gebleken welk eene belangrijke plaats de voortbrengselen der Nederlandsche nijverheid op de markten van Birma innemen. De oorzaak behoeft niet ver gezocht te worden en wortelt voornamelijk in de aanwezigheid in Birma van Nederlandsche firma's, die grootendeels in het belang der nationale industrie werkzaam zijn.
Die Nederlandsche firma's zijn: Massink & Co., Trading Company Ltd., Late Hegt & Co. en Stork & Co., Ltd., alle gevestigd te Rangoon.
Bovendien hebben de vestiging van een agentschap der Nederlandsche Handel-Maatschappij, de geregelde scheepvaartverbinding met Nederlandsch Indië en de oprichting der Hollandia-stoomrijstpellerij te Rangoon niet weinig bijgedragen tot de uitbreiding der Nederlandsche handelsbetrekkingen met Birma.
Ook de bezoeken, die enkele industrieel en aan dit land hebben gebracht, zijn aan de uitbreiding ten goede gekomen.
Ten aanzien der bovenbedoelde Nederlandsche firma's zij opgemerkt, dat zij grootendeels met Nederlandsch personeel werken, zoodat van tijd tot tijd gelegenheid bestaat tot plaatsing van jongelieden. Gewoonlijk worden voor dergelijke plaatsingen contracten gemaakt voor den tijd van 5 jaren. Het aanvangssalaris bedraagt meestal 250 Rs. per maand, terwijl jaarlijks 40 tot 50 Rs, per maand opslag wordt gegeven. Wordt het contract na 5 jaren verlengd, dan zijn de voorwaarden gewoonlijk nog gunstiger.
De Hollandia-stoomrijstpellerij, eenige jaren geleden te Rangoon opgericht, heeft gedurende het afgeloopen boekjaar eene winst gemaakt groot
f 54.561.75, die gebrulkt zal worden voor afschrijvingen, zoodat nog geen dividend zal worden uitgekeerd. In aanmerking genomen het uiterst moeilijke jaar voor alle rijstpellerijen, tengevolge van de groote schommeling der paddyprijzen, die zich tusschen 98 en 204 Rs. hebben bewogen, mag het financieele resultaat, dat
Hollandia Stoomrijstpellerij te Rangoon.
door deze Nederlandsche instelling bereikt is, bevredigend worden genoemd.