Zuid-Afrika
Een verblijdende benoeming.
Dr. H.D.J. Bodenstein, die in den laatsten tijd te Bloemfontein een rechterlijke betrekking heeft waargenomen, ongeveer overeenkomende met die van subsituut-officier van Justitie bij ons, is in de afgeloopen maand door den Gemeenteraad van Amsterdam benoemd tot gewoon Hoogleeraar in het hedendaagsch Romeinsch Hollandsch Recht, aan de gemeentelijke Universiteit aldaar. Dit is een zeer belangrijk feit hetwelk, nu Prof. Melius de Villiers te Leiden een dergelijk Professoraat heeft neergelegd, bij de vrienden der Afrikaners hier te lande de bijzondere aandacht heeft getrokken.
De heer Bodenstein is nog een jong Afrikaner, die pas in 1907 te Leiden in de Rechten is gepromoveerd. Daarna heeft hij nog een korten tijd te Londen het Engelsch Recht beoefend, waarna hij in Zuid-Afrika in Engelschen staatsdienst trad.
Deze benoeming aan de Universiteit te Amsterdam zal zeer zeker een vermeerdering nog van het aantal Afrikaansche studenten aldaar tengevolge hebben. Bodenstein's naam toch is onder de Afrikaners met groote eer bekend, om zijn kunde, zijn wetenschappelijker zin en om zijn ernst als nationaal Afrikaner. Ongetwijfeld zullen zich velen om hem scharen en aan hem de kracht ontleenen, die noodig is voor een klein maar karaktervol volk, om zijn eigen overleveringen tegenover die eener zooveel machtiger natie ongerept te houden en aan het toekomstig geslacht over te dragen. Ongetwijfeld schuilt er een gevaar in een te groote ophooping van Afrikaansche studenten op een zelfde plek in Holland. Zulk een ophooping toch kan tengevolge hebben, dat de aanraking met Hollanders en hun beschaving wordt tegengegaan. Omgang met ontwikkelde en degelijke stamgenooten hier te lande zou niet anders dan versterkend kunnen werken voor het gemeenschapsgevoel. Om die reden ware het gewis te betreuren, indien aan Leiden een groote aantrekkelijkheid werd ontnomen voor vestiging van Afrikaansche studenten, terwijl het een verblijdend verschijnsel is dat in Groningen reeds een klein aantal de lessen bijwonen.
Hoe het zij, de komst van Dr. Bodenstein, die binnen eenige maanden is te verwachten, zal een aanloksel te meer zijn voor echte Afrikaners om hun zonen het grootste deel van hun studietijd in Holland te doen doorbrengen, waar de ontwikkeling van hun nationaliteitsgevoel het veiligst is. Wij verheugen ons dan ook hartelijk over deze benoeming.