Nederlandsche school te Buenos-Aires.
Aan het eerste jaarverslag dezer instelling wordt het volgende ontleend:
Nadat op aanstichting van den Kerkeraad der Ned. Geref. Kerk een hoofdonderwijzer uit Nederland was overgekomen, was het mogelijk om op 12 December 1910 de school te openen. Bij de opening der school werden 16 leerlingen ingeschreven.
Aangezien de Argentijnsche scholen vacantie hadden en het bestuur daarom volledige vrijheid bezat wat de inrichting der school betreft, werd gedurende de eerste 3 maanden alleen onderwijs gegeven in de Nederlandsche vakken en vertoonde de school dus het beeld van eene gewone lagere school in ons vaderland.
Dit was noodig, omdat de meeste kinderen niet voldoende de Nederlandsche taal spraken en verstonden, om met vrucht het onderwijs te kunnen volgen.
Reeds in deze periode nam het aantal kinderen toe en zoo naderde de tijd, waarin beslist moest worden of er in het vervolg een volledige school of slechts een Nederlandsche cursus zou zijn. Dank zij den steun der Nederlandsche Regeering en de milde bijdragen uit de gegoede kringen onzer landgenooten te Buenos-Aires, kon het bestuur het kloeke besluit nemen om 13 Maart 1911 een volledige school in te richten.
Met groote dankbaarheid mocht het bestuur ondervinden, dat er voor dezen arbeid warme belangstelling was. Met Zijne Excellentie den heer L. van Riet waren de beeren P.J. Dirks, Mr. Hk. G.F. Christmann en M.C. van Hattem bereid, het toezicht uit te oefenen, zoowel over het gehalte van het onderwijs als over het financieel beheer.
Volgens het huishoudelijk reglement moeten de examens in de maand December worden afgenomen en de eerste maal geschiedde dit op 21 Dec. 1911.
Aangenaam is het te mogen vaststellen, dat de leerlingen in de verschillende vakken flinke vorderingen hadden gemaakt, zoodat de aanwezigen van het gegeven onderwijs een goeden indruk kregen. Na afloop van het examen reikte mevr. Dirks met een toepasselijk woord een tweetal keurige geschenken uit aan den jongen en het meisje, welke zich door ijver en gedrag bijzonder hadden onderscheiden.
Eindigen wij dit korte overzicht met de mededeeling, dat de school bezocht werd gemiddeld door 40 leerlingen en dat naar alle waarschijnlijkheid dit getal in de toekomst nog grooter zal worden.
Tot op heden waren al de leerlingen in één lokaal vereenigd en beurtelings aan de beide leerkrachten toevertrouwd. Thans zullen er 2 lokalen komen, zoodat hoofdonderwijzer en onderwijzeres zich den geheelen dag aan den arbeid der opvoeding kunnen wijden.