Sporttaal.
Het valt moeilijk, de sport, uit Engeland tot ons gekomen, te ontdoen van de Engelsche benamingen. Sommige kranten mogen ze b.v. in hun voetbalverslagen nog zoo trouw uitwieden, op het veld hoort men niet anders dan van ‘corner, keeper, back, offside’ en zoo voorts. En zelfs de jongen op straat, die een met touw omwonden prop papier tusschen twee opgevouwen jassen doorschiet, weet van geen strafschop, maar wel van een ‘penaltie’, ‘pelantie’ of hoe hij het woord verder radbraakt.
Toch is het bij het voetbal nog beter dan bij het cricket, waarvan de meesten de Hollandsche benamingen - in Zuid-Afrikaansche bladen trouw gebruikt, hoewel wij niet weten of zij het nog doen - niet eens kennen. Bij het voetbal zijn er toch een aantal namen goed ingegaan: doel hoort men naast goal, midden-voor naast centre forward, spil naast centre half-back, strafschop naast penalty, enz.; scheidsrechter heeft referee nagenoeg verdrongen, grensrechter linesman enz.
Maar het verschil tusschen voetbal en cricket ten deze is verklaarbaar: het eene is volksspel geworden en leeft dus, zij het nog ten deele met verhollandschte vreemde woorden, in de taal, - het andere is nog het spel van weinigen, die de vreemde woorden min of meer kunnen uitspreken.
In mindere mate ziet men hetzelfde verschil bij lawntennis en golf. Bij tennis, sedert lang druk gespeeld, dringt het Hollandsch, schoon langzaam, door, bij het nieuwe golf is er, zoover wij weten, zelfs nog geen poging gedaan om Hollandsche benamingen te vinden.
Bij het roeien zien wij in den laatsten tijd, vreemd genoeg, het Hollandsch terrein verliezen. Allerlei termen, die een twintig jaren geleden, althans in verscheiden kringen, Hollandsch luidden, ziet men in de laatste jaren, in de kranteverslagen, veelal door Engeische vervangen.
Zoo sprak men indertijd geregeld van het inpikken, nu doorgaans van de catch, vroeger van herstellen, nu van recovery; vroeger van de afvaart, de boei van afvaart, nu van de start; vroeger van het doel of de boei van aankomst, nu telkens van de finish. Laatst gewaagde een verslaggever zelfs van den referee, inplaats van scheidsrechter, blijkbaar niet wetende, dat de Engelschman bij het roeien niet van referee, maar van umpire spreekt. Waarom heeft men het tegenwoordig ook voortdurend over heat, en gebruikt men niet afdeeling of kamp?
Het kampioenschap in de skif heet doorgaans het championaat. Daar is toch heel geen reden voor. Kampioen, kampioenschap is, bij voetbal b.v., het gangbare en goede woord.
Een ander dwaas gebruik van een vreemd woord bij het roeien is, dat velen hardnekkig den studentenroeiwedstrijd de Varsity noemen. Vooreerst is het geen universiteitsroeiwedstrijd, aangezien de Delftsche studenten er aan meedoen, en de Delfsche school geen universiteit, maar een hoogeschool is. De wedstrijden gaan dan ook uit van den Nederlandschen Studentenroeibond, en niet van een Universiteitsroeibond.
Bovendien is het een vergissing te meenen, dat bij de Engelschen de Varsity bepaaldelijk de naam is van den jaarlijkschen roeiwedstrijd tusschen Oxford en Cambridge. Wij hebben tal van Engelsche bladen jaren lang over dien wedstrijd gelezen, en maar hoogst zelden dien met Varsity zien aanduiden. Willen de Engelschen hem kort noemen, dan spreken zij van de Boat Race. Met Varsity kunnen zij, al naar het verband, allerlei bedoelen. In de eerste plaats de universiteit zelf; dan al de wedstrijden, die de studenten van Oxford en Cambridge tegen elkaar houden: in roeien, in voetbal, rugby, cricket, golf, lawntennis enz.
Ten slotte een al heel dwaas gebruik van vreemde woorden bij het zwemmen. De bladen meldden onlangs, dat de Arnhemsche Zwemclub in Augustus een ‘traversée d'Arnhem à la nage’ zou houden.
Ervan gezwegen, dat het hier nog ‘Arnheim’ behoort te zijn, is dit Fransch, behalve de zotheid op zich zelf, hierom nog zoo mal, dat het, in de eerste plaats, op zijn Hollandsch bondiger gezegd zou kunnen worden: zwemtocht door Arnhem; en, vervolgens, dat het een ‘traversée’ is, want men kan wel langs Arnhem, niet door Arnhem heen zwemmen.
Maar, niet waar? ‘Traversée de Paris à la nage’ klonk zoo mooi, dat de heeren het aanstonds overnamen, al verstonden zij het niet goed.