Neerlandia. Jaargang 16
(1912)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdLedental.Tien jaar geleden telde het A.N.V. in Nederland ongeveer 2500 leden, thans zijn er h.t.l. 7501 leden (met de alg. buitenlandsche leden die niet tot een Groep of Zelfst. Afdeeling behooren, meegerekend 8213), een mooie vermeerdering, maar tegenover de bevolking van ons land een gering aantal, dat vertienvoudigd geen onbereikbaar ideaal zou moeten zijn. Groep Nederland ging sedert het vorig, jaar 101 leden vooruit en dus dient er wat meer meewerking te komen, als we ooit dat ideaal willen bereiken. Wij vormen hier altijd nog de hoofdgroep met meer dan de helft van het ledental over de wereld. Dat overwicht beduidt geen overheersching; want Groep Nederland stort nu reeds meer dan 13000 gulden 's jaars in de hoofdkas, waardoor zij het Hoofdbestuur in staat stelt zijn taak tegenover onze stamgenooten, vaak krachtig steunend, naar eisch te vervullen. | |
Bestuur.In de samenstelling van het Groepsbestuur kwam weinig verandering. Een groot verlies leed het bestuur door de aftreding van Mr. W. Dicke, als penningmeester der Groep, welk heengaan verband hield met het neerleggen van het algemeen Secretaris-Penningmeesterschap. De samenwerking tusschen Groepssecretariaat en penningmeesterschap was steeds zeer aangenaam. Het bestuur vergaderde slechts driemaal in 1911: 18 Febr. te Rotterdam, 17 Mei te 's-Gravenhage en 18 Nov. te 's-Gravenhage. De middag-vergadering der laatste bijeenkomst was gewijd aan een samenspreking met afgevaardigden der Afd. besturen, waarin o.m. werd besproken het gebrek aan kennis der Vlaamsche Beweging in Noord-Nederland, de voldoende gelegenheid om in ons land middelbaar en hooger technisch onderwijs te ontvangen, de samenwerking met Dordt, de geldelijke verhouding van Groep en Afdeelingen, de propaganda, Afdeelingsavonden, de rondgaande tentoonstelling A.N.V., de Jongelieden-Afdeelingen, de Taal-Commissie, het plan voor een Reisboek voor Nederland in het Nederlandsch, in den trant van Baedeker, de verbreiding van het volkslied door draaiorgels, enz. Als gevolg van deze vergadering werd een commissie benoemd bestaande uit de beeren J.C.A. Croïn (Haarlem), W.F. Gerdes Oosterbeek (Den Haag), J.J. Korndörffer (Rotterdam), S. van Lier Ez. (Amsterdam) en C. van Son (Groepsbestuur), om te onderzoeken of de geldelijke administratie niet te vereenvoudigen was. Deze commissie kwam tot het besluit, dat de oude toestand de voorkeur verdient, mits de Afdeelingspenningmeesters een nauwkeurig beheer voeren en tijdige en spoedige inning der jaarbijdragen regel wordt. Een woord van dank zij hier nog gebracht aan Jhr. Mr. Smissaert, die den secretaris bij de beoordeeling der nieuw inkomende en gewijzigde reglementen steeds welwillend met gewaardeerde adviezen van dienst was. | |
Afdeelingen.Hoewel verscheiden pogingen werden aangewend, mocht het slechts gelukken twee nieuwe Afdeelingen tot stand te brengen, n.l. Apeldoorn en de Jongel.-Afdeeling Hellevoetsluis. De Afd. Delft werd tot nieuw leven gewekt door de bemoeiingen van den secretaris der Boeken-Commissie, Dr. W. van Everdingen, die door zijn optreden in verschillende Afdeelingen, de beginselen van het A.N.V. krachtig verbreidde. Het aantal bedraagt nu 48. Afdeelingen als Amsterdam en Maastricht, wier kunstavonden steeds zoo welverzorgd en drukbezocht zijn; Haarlem, die zich door de De Génestet-huldidiging zoo verdienstelijk maakte; Leeuwarden, die door haar liederavonden en straatzangers de Friesche geestdrift weet gaande te maken; Nijmegen, die door de inrichting van kunstcursussen haar ledental sterk zag toenemen; Walcheren, dat langzamerhand Zeeland voor ons begint te winnen, mogen aan andere ten voorbeeld gesteld worden. Hoofdzaak is, dat er kracht van het bestuur uitga. In dat opzicht gaf de Jongel.-Afd. Rotterdam een prachtig bewijs van jong leven. Zij stichtte n.l. een zuster-afdeeling te Hellevoetsluis, door een kunst- en propaganda-avond met eigen krachten in elkaar gezet en deze overwinning voert weer tot andere, doordat nu Hellevoetsluis op haar beurt met de jongelui te Rotterdam en 's-Gravenhage een Jongel.-Afd. te Schiedam voorbereidtGa naar voetnoot*). Welke Afdeeling van ouderen heeft tot heden een Afdeeling in naburige plaatsen gesticht? De geest onder de Jongel.-Afdeelingen is tot zelfs in Maastricht, na een tijdperk van onevenwichtigheid, voor zoover uit het hoofdkwartier kan worden nagegaan, uitstekend. De 's-Gravenhaagsche Jongel.-Afd. won op een kort geleden gehouden feest- en propaganda-avond 50 nieuwe leden. Over het algemeen is er meer neiging te bespeuren om op Afdeelingsavonden bevoegde personen te | |
[pagina 131]
| |
laten optreden, die uit een of ander stamgebied herwaarts gekomen, hun verlof gaarne aanwenden om de Nederlanders, die over het algemeen nog zoo weinig van hun stamverwanten afweten, in te lichten over Groot-Nederland. Daartegenover is het gewenscht, dat ook die stamverwanten weten wat er omgaat in het moederland, beseffen welk een geestkracht door Nederland op verschillend gebied weer wordt ontwikkeld, hoe men hier niet tevreden met te roemen op oude grootheid, nieuwe grootheid aankweekt door dapper mee te ijveren in den wedstrijd der volken. Een der middelen om buitenlanders daarvan op de hoogte te brengen, is het aanleggen van een verzameling lantaarnplaatjes, die aanschouwelijk maken hoe Nederland zich weert. Hulde aan Majoor Kooy, oud bestuurslid van Groep Ned. Indië, die zijn verloftijd h.t.1. heeft gebruikt om door opnamen den grondslag voor zulk een verzameling te leggen, die door de medewerking der Afdeelingen zeer aan waarde kan winnen. Nog zal de medewerking der Afdeelingen binnenkort worden ingeroepen voor verrijking van het vaste fonds, dat het Hoofdbestuur gesticht heeft, maar uit den aard der zaak nog zeer bescheiden is. Waar de Groepskas zooveel doenlijk bijspringt om noodlijdende Afdeelingen te helpen, zal een beroep op bedoelde medewerking zeker niet ijdel zijn. De Afdeelingen Zutphen. Haarlem en Utrecht gaven door een schenking reeds op sympathieke wijze blijken van instemming met het plan Verlevendiging van het afdeelingsleven, uitbreiding van het ledental en stichting van nieuwe Afdeelingen zijn de wenschen van wier vervulling het volgende jaarverslag moge gewagen | |
Propaganda.Van een hoog zedelijk nationaal beginsel als waarvan het A.N.V. uitgaat, zou men mogen veronderstellen, dat het uit zich zelf doordrong tot alle goedwillende, zich bewuste Nederlanders. Maar telkens blijkt, dat zonder voortdurende propaganda de gelederen niet versterkt worden. Zoolang er geen geschikte, werkzame propagandacommissie gevonden is, zal het Dagel. Bestuur der Groep van zijn weinig beschikbaren tijd nog iets daarvoor dienen af te zonderen. Door het kantoor te Dordrecht werd na het heen gaan van den heer Post in 1910 zooveel mogelijk ge arbeid om nieuwe leden voor het Verbond te winnen en de beginselen in steeds wijder kring bekend te maken, het Verbond ook zedelijk meer en meer aan kracht en invloed te doen winnen. Toen op de algem. vergadering te Dordrecht in 1911 met 84 tegen 53 stemmen de wenschelijkheid werd uitgesproken de bezoldigde propaganda weer in te voeren, kwam al spoedig de aanbieding van Jhr. C.M.E.R.C. von Bose, die zijn sporen op dit gebied reeds lang had verdiend bij de vereeniging Volksweerbaarheid, een vereeniging welke ook verhooging der zedelijke en stoffelijke kracht van den Ned. Stam in haar vaandel schrijft, Het Hoofdbestuur benoemde hem en sedert 1 October wijdt hij met tusschenpoozen zijn beste krachten aan het Alg. Ned. Verbond. Uit de wekelijksche rapporten, die inkomen, blijkt maar al te vaak hoe onbekend het A.N.V. nog in vele kringen is. Niet alleen door persoonlijk bezoek in overleg met de Afdeelingssecretarissen, maar ook door als spreker op te treden kwijt de heer Von Bose zich van zijn niet gemakkelijke taak. Met groote belangstelling en waardeering ziet het bestuur den uitslag zijner verdere bemoeiingen tegemoet. Van het bekende propagandaboekje. Doel, werking en inrichting van het A.N.V., bleek een tweede vermeerderde druk noodig. Steeds is er navraag naar en wordt er mee gewerkt. Een nieuw propagandamiddel, dat bijzonder in den smaak schijnt te vallen is de nieuwe briefkaart, indertijd ontworpen door den jongen Groninger K.H. Holthuis. Van de eerste oplaag was een week na de verschijning de helft reeds verkochtGa naar voetnoot*), zoodat aan een tweede veel grootere oplaag is begonnen. Voorts mag met voldoening gewezen worden op het feit, dat de inzending van het A.N.V. op de Brusselsche Tentoonstelling, sedert bijgehouden en met tal van belangrijke stukken vermeerderd, door enkele Afdeelingen (Dordt, Delft, Rotterdam, Haarlem), als plaatselijke tentoonstelling, met vrucht is aangewend. Zij geeft dan ook een welsprekend antwoord op de vraag, wat het Verbond deed, doet en bereikte; de grootsche gedachte wordt er in veraanschouwelijkt. De Nederlandsche groote en de plaatselijke pers, die zoowel van Neerlandia's inhoud als van Afdeelings-uitvoeringen, lezingen en voordrachtavonden door het A.N.V. ingericht, verslag gaven, worde hier een woord van dank gebracht. Haar hulp bij de verbreiding onzer beginselen schatten wij niet gering, en als sommigen beweren nooit van het A.N.V. en zijn orgaan gehoord te hebben, dan kan men gevoeglijk zeggen, dat zij geen of slecht kranten lezen. | |
Taalzuivering.Door de algem. vergadering te Dordrecht (1911) werd een commissie benoemd, die zou te waken hebben voor taalzuiverheid, in het bijzonder den strijd tegen vreemde woorden stelselmatig zou voeren. Daarin namen zitting mej. Dr. C.C. van de Graft en de heeren Marcellus Emants en Dr. M.A. van Weel, aan welke later als secretaris werd toegevoegd de heer W.F. Gerdes Oosterbeek, secr.-penningm. der Afdeeling 's-Gravenhage. Alle gegevens, die op het hoofdkantoor te Dordrecht inkwamen, werden sedert naar de Commissie opgezonden Dezer dagen heeft zij het Groepsbestuur uitgenoodigd een vijfde lid aan haar toe te voegen en wel een taal-hooggeleerde, opdat de Commissie daardoor met meer gezag kunne optreden. | |
Slotwoord.Aan de velen in Groeps of Afdeelingsbetrekkingen, die hun kracht en tijd willen geven aan de instandhouding en den verderen bloei onzer organisatie, zij een woord van dank en erkentelijkheid gebracht ook voor de aangename samenwerking met het Dagel, Bestuur. En de velen, die niet meestrijden in onze gelederen, zou ik willen toeroepen de woorden van de Vlaamsche Neerlandia-redactie: Hebt karakter Vlamingen! aldus gewijzigd: Hebt karakter Nederlanders! Karakter in taal en zeden, in nationaal bewustzijn en geloof aan eigen kracht. Want de grootste vijand van ons Verbond is de lauwe Nederlander, die vaderlandsliefde een beminnelijke zwakheid vindt en niet beseft het woord van onzen eersten voorzitter, thans ons eerelid, onzen nestor, Prof. H. Kern: ‘Het is een onafwijsbare plicht in alle oorden der wereld, onze eigen nationaliteit hoog te houden.’ C. VAN SON, Secretaris. |