Cijfers!
Als over eenige weken ons jaarverslag verschijnt, zal de belangstellende lezer (wat ieder goed Verbondslid behoort te wezen!) ontwaren, dat onze Commissie in 't afgeloopen jaar niet stil zat. Ziehier al dadelijk eenige cijfers, die voor zich zelf spreken (gerekend van April '11-April '12):
Verzonden kisten: 76, makende tezamen: 922.
Nieuwe adressen: 40, makende tezamen: 215 (buiten Zuid-Afrika).
Wekelijksche zendingen: gestegen tot: 55.
Maandelijksche zendingen: gestegen tot: 70.
Abonnementen op maandschriften, geïllustreerde weekbladen, Wereld-Bibliotheek, liederen, vermeerderd met: 30, gestegen tot: 165.
Uitgaven voor wekelijksche en maandelijksche zendingen: gestegen tot: f 2350. - (sedert '05).
Totaal van alle uitgaven, sedert '02 tot 1 April '12 ruim: f 34.000. -.
Nieuwe begunstigers: 61, makende een totaal van 171.
Nieuwe bijdragers: 26, makende een totaal van: 50.
Aantal ‘leden’ der Boeken-Commissie derhalve: 221 op 1 April '12, tegen 134 op 1 April '11.
Aantal voordrachten, gehouden tusschen April '11 en '12: 9, makende een totaal van: 31.
Aantal vaste secretarissen, vermeerderd met 1 en dus nu bedragend: 3.
Aantal krantenzenders: gestegen tot: 50.
* * *
Sedert eenige maanden is 't aantal Zeemanshuizen, waarmede wij in betrekking staan aanzienlijk toe genomen. Eenigen tijd geleden namelijk verzochten wij Z. Exc. den Minister van Buitenlandsche Zaken, of de consulaire ambtenaren in tal van havens, waarheen wij tot nu toe geen dagbladen en (of) boeken konden zenden, een onderzoek mochten instellen, in hoeverre de omstandigheden sedert '05 veranderd waren: d.w.z. of 't bezoek van Nederlandsche zeelieden intusschen was toegenomen, of wel een Tehuis geopend was, waar er nog geen bestond enz. 't Gevolg is geweest, dat dit onderzoek, ofschoon nog niet afgeloopen, ons reeds een winst heeft aangebracht van niet minder dan 15 Tehuizen, die in onzen werkkring opgenomen zijn. Dat onze kosten daardoor ook sterk vermeerderd zijn, behoeft zeker geen betoog.
* * *
Naar aanleiding van het aardige stukje in Neerlandia van April j.l., getiteld: Janmaat aan wal, betreffende 't Hollandsche Zeemanshuis te Cardiff, ('t eerste van dien aard!) 't volgende:
Toen ons op dat stukje in 't Handelsblad gewezen werd, hebben wij terstond de redactie van dat blad verzocht een aanvulling op te nemen, die ons gewenscht voorkwam, omdat ons aandeel in de verstrekking van Hollandsche lectuur aan dat Tehuis terecht vermeld was geworden. Ongelukkig genoeg achtte de redactie van 't Handelsblad ons stukje evenwel van niet genoeg waarde om 't op te nemen, waarom wij er hier op terugkomen. Mevr De Boer toch de wakkere directrice, zou gezegd hebben, volgens 't verslag in 't Amsterdamsch blad. ‘Wij hebben wel een bibliotheek van het Algem. Nederl Verbond doch we hebben lectuur noodig, die wij kunnen uitdeelen onder de zeelieden.’ Het spijt ons, dat door die woorden geheel verzuimd is de aandacht te doen vallen op onze (kostbare) wekelijksche zendingen van kranten en kleine tijdschriftjes, die niet alleen dienst kunnen doen op de leestafels der Tehuizen, maar - na eenigen tijd daar gelegen te hebben - aan vertrekkende schepen meegegeven worden om onderweg nog gelezen te worden - wat, naar 't algemeen oordeel der directies van Zeemanshuizen en Consuls, uitstekend werkt. Wij willen daarmede dus niet zeggen, dat men te Cardiff reeds genoeg lectuur zal hebben, maar dat neemt niet weg, dat ons werk aldaar van meer beteekenis is, dan men uit 't bericht in de bladen meenen zou. Bovendien heeft onze arbeid altoos, op wat particulieren zoo nu en dan eens mogen doen, dit vóór: dat wij geregeld zenden, zonder ooit een week over te slaan en altijd dezelfde volledige zending sturen: op onze pakketten dus kan men rekenen!
* * *
Hoe is 't toch mogelijk, dat betrekkelijk nog zooveel Afdeelingen in tien jaren nimmer eenige belangstelling voor ons werk toonden? Op de laatstgehouden Algem. Vergadering van Groep Nederland te Utrecht waren wij voornemens geweest de afgevaardigden van die Afdeelingen eens naar de reden hiervan te vragen... doch 't is ons niet mogen gelukken ze... te vinden - op een enkele uitzondering na! Hoe vaak zullen we 't nog moeten herhalen, dat men zich hoegenaamd geen voorstelling maken kan van den aard en den omvang van onzen arbeid, als men niet in de gelegenheid geweest is een voordracht over de Boeken Commissie bij te wonen, in dit geval: als men niet eens de moeite gedaan heeft de voordracht te doen plaats vinden! Onbekendheid met ons bestaan kan men toch moeilijk voorwenden: jaarlijks wordt iedere Afdeeling een exemplaar van ons jaarverslag thuis gezonden, Neerlandia neemt 't zoo goed als geheel over en zelfs de pers legt 't niet terzijde zonder 't voornaamste er uit te hebben geplaatst Bovendien plaatst de redactie telkens berichten van ons. Slechts een hoogst enkele maal werd ons door een Afdeeling krachtigen steun geboden zonder dat men onze werkwijze enz. had hooren uiteenzetten: bijna zonder uitzondering waren de zwijgers ook onverschilligen. Voor den volgenden winter zal hun getal evenwel - willen we hopen - weer verminderd wezen: het is eigenlijk wel een malle historie, dat men in 't hart van Centraal Afrika, aan de straat van Magelhaens, in de buurt van Bagdad en de Perzische Golf, te Peking en te Vancouver in Britsch Columbia, en waar niet al! - van de Boeken-Commissie weet en dat er, in ons eigen land zelfs, talrijke Verbondsleden gevonden worden, die ons bestaan haast niet kennen, althans niet weten, wat ze doet en - hoe ze het doet!... Een profeet... enz.
* * *
Zooals we gehoopt hebben, is de eerste druk van ons eigen werfboekje (niet te verwarren met dat van 't Verbond zelf) reeds na eenige maanden uitgeput: toch was de oplaag niet gering geweest. De tweede druk is ter perse en zal weer meer wetenswaardigs bevatten. Men kan daarvan in beperkt getal een aantal aanvragen ter kennismaking en verspreiding. Ook van 't jaarverslag over '10, waaraan zooveel ten koste gelegd is om wat uitvoeriger dan anders placht te geschieden van ons werk te verhalen - ook door verscheidene afbeeldingen in te voegen van lokalen, den werkenden staf, statistieken enz. - zijn op aanvraag nog steeds exempl. te verkrijgen aan 't kantoor. (Adres zie boven). Ook met het nieuw uit te brengen verslag over '11 zal dat 't geval wezen.
* * *
Onze pracht-verzameling Hollandsche prentenboeken, spelen enz., 300 stuks groot, bijeengebracht op verzoek van mevr. E.M.C. Loopuyt te Kaapstad, is, na aldaar tentoongesteld te zijn geweest, haar ommegang door