Neerlandia en de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool.
Een vriend zendt ons een nummer van den Vlaamschen Strijd, waarin het volgende:
‘Een onzer lezers schrijft ons:
In het uitgebreid verslag, dat Neerlandia, orgaan van het Algemeen Nederlandsch Verbond, over het jubelfeest der Kon. Vlaamsche Academie gaf, komt geen woord - maar geen enkel woord - voor over wat prof. dr. W. de Vreese in zijne puike lezing zei over de Vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool, noch over wat prof. Te Winkel - die ook voor het Algem. Nederlandsch Verbond sprak, - hierover in zijne tafelrede te hooren gaf. Eene vergetelheid?
Of heeft dat geen belang voor onze taalbroeders?
I.V.
Dat hierbij aan vergetelheid moet gedacht worden, kunnen we onmogelijk aannemen. Maar we welen ongelukkig maar al te goed, dat Neerlandia, voor al de berichten, die Zuid-Nederland betreffen, onder Gentsche censuur staat.’
En dan nog een oude koe over Kollewijn-spelling, die we maar in de sloot laten.
Bedoeld blaadje schijnt een van de redenen van zijn bestaan te vinden in de verdachtmaking van het Algem. Nederl. Verbond. Het Verbond staat gelukkig te stevig dan dat dit gekef ons zou kunnen deren. Wij hebben er ons in deze laatste tien jaren dan ook nooit aan gelegen gelaten.
Voor eenmaal willen we het keffertje toch eens in het nekvel pakken.
De Gentsche censuur, dat ziet op mij. Welnu... De heer C.R. Bakhuizen van den Brink zal hier wel willen getuigen, dat hij, overwegend op mijn aandringen, als vertegenwoordiger van het Algem. Nederl. Verbond het jubelfeest der Koninklijke Academie te Gent heeft bijgewoond. Maar dat een man als de heer C.R. Bakhuizen van den Brink bereid zou zijn om zijn indrukken over het Jubelfeest aan Gentsche censuur te onderwerpen! Het geklets is al te gek en schildert het keffertje ten voelen uit.
En ik, de censor, die alle mededeeling over wat prof. dr. W. de Vreese in zijn puike lezing zei over de Vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool uit