In 't Zicht.
In 't Zicht der Derde Vredesconferentie, het boek door Jhr. Mr. Dr. B. de Jong van Beek en Donk met zooveel belangelooze toewijding aan het Nederlandsche ontwikkelde publiek aangeboden, heeft reeds een gevolg gehad zooals er meer mogen komen, altijd door in ons land de aandacht en de belangstelling wekkende voor de na een of meer jaren in Den Haag te verwachten Derde Vredesconferentie. Er zijn er, wellicht die zich afvragen, wat die Conferentie met het A.N.V. te maken heeft, waar dit zich eigenlijk mee bemoeide toen het zijn zeer bescheiden deel in het verschijnen van dat boek heeft aangebracht. Die vraag kan slechts op misverstand berusten. Of is het voor de beoordeeling der plaats van ons land in de rij der volkeren onverschillig, dat dit een vereenigingspunt is geworden van groote geestelijke heerbanen? Dat in ons land, juist om zijn ongereptheid in staatkundig opzicht, om zijn bewonderd verleden en zijn geestelijke beteekenis in het heden, door vertegenwoordigers van alle beschaafde volken gemeenschappelijk gearbeid wordt aan stelselmatige verbetering in de internationale rechtsverhoudingen in oorlog en vrede? En dat daarbij de Nederlandsche vertegenwoordigers een hun land en volk eerende taak vervullen?
Indien dat alles den beschaafden Nederlander niet onverschillig mag zijn, dan is het de taak van het A.N.V. dezen daarop met nadruk te wijzen. Zeker, de arbeid die op de Conferenties plaats heeft, verblijve aan de geleerde kenners van internationaal recht. Maar zij werken ten aanzien, niet als Vondel zei: van gansch Euroop, maar van de gansche wereld. 't Is in den wijdsten kring ons aller belang, dat door hen wordt behandeld.
Het gevolg dan van ‘In 't Zicht’ is het artikel van Prof. Mr. J. de Louter in de Gids van Februari, getiteld De Toekomst van het Volkenrecht. Gevolg is misschien minder juist; juister zal zijn dat de verschijning van dit artikel door die van ‘In 't Zicht’ is verhaast geworden. Het feit dat in het boek van Mr. De Jong het bekende welsprekende pleidooi van Prof. Van Vollenhoven een groote plaats inneemt, en moest innemen, zonder dat evenwel daardoor het evenwicht der onpartijdigheid werd verstoord, heeft een betoog van andere strekking uitgelokt bij Prof. De Louter, die in de hoffelijkste waardeering van tegengestelde meening, met even groote liefde voor recht en menschelijkheid, zich oneens verklaart, op gronden der praktijk, met de poging om in Internationale Politie de oplossing te vinden van het uiterst teere vraagstuk der verplichte uitvoering van het Arbitragevonnis.
Hij acht daarentegen de verwachtingen gewettigd dat de belangen der onzijdige mogendheden voortdurend zullen toenemen in omvang engewicht, en eerlang zullen nopen tot gemeenschappelijk verzet tegen die gevolgen van den oorlog, die haar rechtstreeks of zijdelings benadeelen.