In tweeheid één.
Tien Maart vieren Oud-President en mevrouw Steyn hun zilveren bruiloft. Dat kunnen op hun tijd alle getrouwde paren, als man en vrouw maar samen blijven leven; kunst is het niet. Toch, kunst in de oorspronkelijke beteekenis van innerlijke kracht is het wel. Om na 25 jaar enkel door voorbeeld, die de bron is geworden van vriendschap, liefde en onbegrensd vertrouwen, samen gestegen te zijn tot toeverlaat van een geheel volk en ver buiten de grenzen van het land voorwerp van ongeveinsde bewondering te zijn gevonden, is dat in dien zin niet de hoogste menschelijke kunst?
Wij Nederlanders, waar wij wonen en tot welk volk wij behooren, wij kennen die twee menschen, wier faam nooit zelfs is bezoedeld geworden, die in hun eenvoud en oprechtheid dezelfden zijn gebleven die zij eens waren; wier leven is geweest vol bittere beproeving, vol lijden en strijden, maar die voor het oog van den beschouwer nooit een haarbreed zijn afgeweken van het pad der rechtschapenheid. In tweeheid één hebben zij in Godsvertrouwen, woekerende met de talenten van hoofd en hart hun geschonken, hun levenspad tot hier volbracht. Op den feestdag die nadert, zullen zij even stilstaan, diep getroffen door al de uitingen van innige waardeering, die tot hen zullen komen. En velen in ons land en daarbuiten, ook al hebben zij niet metterdaad blijk gegeven van hun gevoelens, zullen even aan hen denken als wel het heerlijkste paar oudere menschen, dat gemeenschappelijke glorie is van heel den Nederlandschen stam.