Amerika
Nederl. straatnamen in N.-York.
De Nieuw-Yorksche berichtgever van de Nieuwe Rotterdamsche Courant zendt aan dit blad over bovenstaand onderwerp de volgende belangwekkende mededeelingen:
In ‘down-town-New-York’ wandelt men nog wel eens door straten met namen, welke een bepaald Hollandschen klank hebben. Daar is b.v. Nassaustreet, loopende van Wall-street naar Park Row, vroeger een tamelijk breede straat, thans, door de reusachtige huizen, van Park Row uit bekeken, een ware steenvallei. Het Municipal building, waarvan de grijze steen langzaam tegen het rood geschilderde stalen geraamte opkruipt, neemt het eenige stukje uitzicht op blauwe lucht dat er aan het einde der straat nog was, weg, en maakt Nassau-street een onaangename straat, waar alle winkeliers, als het maar een weinigje donker wordt, het licht aansteken. Wilt gij Hollandsch in Nassau-street hooren spreken? Ga dan op een Zaterdagmiddag op den hoek van Nassau- en John-street, dicht bij ‘Ye Olde Dutch Shop House’ staan. Spoedig zult gij er diamantbewerkers lief en leed in uw moedertaal kunnen hooren.
Cortlandt-street is een andere straat met Hollandschen naam. Bleecker-street is een derde. Wat Bleecker-straat aangaat, is het wel eigenaardig dat die nog steeds als Bleeker-striet en niet als Blieckerstriet, wordt uitgesproken.
William-street, welke met Nassau-street evenwijdig loopt, en wat het noordelijk gedeelte aangaat zich geleidelijk van een onoogelijken smeerboel in een eerste klas zaken-straat verandert, doet je denken aan den tijd, toen Nieuw Amsterdam een Nederlandsche nederzetting was. De naam is hier echter verengelscht. Daar kan men moeilijk aan ontkomen. Werd er enkele jaren geleden in de N.R.C. niet op gewezen dat Bowery voor Bouwerij stond? En wie zou gedacht hebben dat Maiden Lane, het centrum thans voor de juweliers-winkels, in den goeden ouden tijd den rustieken naam: ‘'t Maagde Paatjen’ heeft gedragen? Toch is het zoo. Ik zou het niet geweten hebben, indien dezer dagen mijn aandacht niet was gevallen op een, nog niet lang geleden, in Maiden Lane aangebracht sierlijk tablet. Men ziet daarop een jongeman met zijn meisje, 't maagdelijn, ‘langs een snellen vliet’ wandelen. Daaronder is het wapenschild van Nieuw-York gebeiteld, waarop dan volgt:
‘Maiden Lane, 't Maagde Paatjen genaamd in de dagen van Nieuw-Amsterdam, was een landpad langs een stroom, welks loop thans nog merkbaar is in de kromming van de tegenwoordige straat. Gedurende het Engelsch bewind was de straat als Green Lane bekend. Maiden Lane werd als een straat uitgelegd in 1691. Zij begon het karakter van een juweliers-district te krijgen in 1841. De Maiden Lane Historical Society.’
De donkere straat midden in de ‘vallei’, waar men tegen de stalen overbrugging op staart, die over de 124ste tot 130ste straat is gebouwd, stond vroeger bekend als ‘Marrijtje Davids paadje’.
Van dezen Hollandschen naam is niets meer overgebleven, en zoo is het met verscheiden straten in Nieuw Amsterdam gegaan. Ik vermeed echter dat dit alles onder Engelsch bewind is geschied. De Amerikanen zelf houden alles, wat aan Holland herinnert goed in eere. Onlangs trof ik zelfs als een reliquie op het New Yorksche stadhuis aan, een tak van een peereboom, welken Peter Stuyvesant in 1627 uit Holland naar Nieuw Amsterdam heeft overgebracht.