Neerlandia. Jaargang 16
(1912)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVerkort verslag der vergadering van het Hoofdbestuur, op 23 December 1911 te Dordrecht.Aanwezig de heer Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, voorzitter; mejuffr. E. Baelde, onder-voorzitster en de heeren C.R. Bakhuizen van den Brink, waarn. secretaris-penningmeester; A.C. van der Cruyssen, Mr. C.Th. van Deventer, Joh. Kesler, H. Meert en Jhr. Mr. J.L.W.C. von Weiler.
De voorzitter opent de vergadering en leest de brieven en telegrammen voor van de leden die verhinderd zijn: de heeren Mr. W. Dicke, J.D. Baron van Wassenaer van Rosande, J.M. Pijnacker Hordijk, H.D.H. Bosboom, Mr. Dr. C.F. Schoch, Prof. Dr. J. Boeke en Kapt. J.A. Snijders Jr. | |
Punt I. Notulen der vorige vergadering (30 Sept. 1911).Worden met een paar kleine wijzigingen goedgekeurd. | |
Punt II. Begrooting.Deze sluit in uitgaaf en ontvangst met een som groot f 21911.54½. Wat het Ned. onderwijs in den vreemde betreft, wordt de opmerking gemaakt, dat, nu de Regeering een som heeft uitgetrokken voor hetzelfde doel en steun verleent, o.a. aan het Ned. onderwijs te Brussel, Argentinië en Westphalen, op het A.N.V. zeer waarschijnlijk minder beroep zal worden gedaan. De begrooting, in dit nummerGa naar voetnoot*) opgenomen, wordt onveranderd goedgekeurd. Daarna deelt de voorzitter mede, dat voor algemeen secretaris-penningmeester een waardig plaatsvervanger gevonden is. De Algemeene Vergadering van Groep Nederland zal echter vooraf dien persoon moeten kiezen tot afgevaardigde in het Hoofdbestuur. | |
Punt III. Het 32e Ned. Taal- en Letterkundig Congres in 1912 te Antwerpen.Medegedeeld wordt, dat de Antwerpsche Tak zich gewend heeft tot den heer Max Rooses om het voorzitterschap te aanvaarden. Deze heeft echter bedankt wegens zijn hoogen leeftijd. Nu heeft de heer Pol de Mond het voorzitterschap aanvaard. Verder zijn o.m. tot bestuurders benoemd de heeren Van Kerckhoven-Donnez en A.C. van der Cruyssen. Een vraag om steun aan het Gemeentebestuur van Antwerpen voor de inrichting is reeds verzonden. Het Congres zal samenvalen met de Consciencefeesten in Augustus, waarvoor de stad fr. 125.000 zal toestaan. | |
Punt IV. Stichting van een fonds (Kapitaalvorming).Het rapport der Commissie, waarin tot stichting van een fonds wordt geraden, komt ter tafel. Besloten wordt, dat de Commissie a.h. een rondschrijven zal opstellen en dat de hulp van Groepsen Afdelingsbesturen voor verwezenlijking van het plan zal worden ingeroepen. | |
Punt V. Nederlandsche Vereenigingen in het buitenland.Medegedeeld wordt, dat het onderzoek naar het aantal Nederlandsche Vereenigingen in het buitenland eerst tot Duitschland beperkt, thans over de heele wereld is uitgebreid door verzending van vragen aan een 200-tal consulaire ambtenaren. Reeds verscheiden antwoorden kwamen in. Ook opgaaf der Vlaamsche vereenigingen werd gevraagd. Besloten wordt de ingekomen brieven in Maart a.s. aan de Commissie a.h. te zenden tot opmaking van een rapport. | |
Punt VI. Ingekomen stukken en mededeeling en, o.m.:Dankbetuiging voor toezending van In 't Zicht der Derde Vredesconferentie, o.a. van H.M. de Koningin. Herinnerd wordt aan het ontstaan der uitgave, naar aanleiding van Prof. Van Vollenhovens stuk ‘Roeping van Holland’ in De Gids. Het A.N.V. matigt zich geen oordeel aan over uitvoerbaarheid van het plan, maar heeft alleen door de uitgave meer belangstelling willen opwekken voor de Vredesconferentie. Uit de dankbetuigingen voor toezending van een exemplaar wordt nog voorgelezen het schrijven van | |
[pagina 27]
| |
Prof. Asser, waarin deze zich loffelijk uitlaat over de uitgave.
Antwoorden van de Ministers op het adres in zake ambtelijke taal. Medegedeeld wordt, dat de antwoorden alle onbevredigend luiden. Dat van Buitenlandsche Zaken is het meest beslist en luidt: ‘Naar aanleiding van Uw verzoekschrift d.d. 7 Nov. j.l., alsmede van die gericht tot de Ministers van Koloniën en van Landbouw, Nijverheid en Handel, heb ik de eer U mede te deelen, dat de ambtelijke briefwisseling van de Nederlandsche Regeering met de vreemde Regeeringen geschiedt in de diplomatieke, dat is de Fransche taal. Zoolang zich geene bijzondere aanleiding voordoet om van dezen algemeenen regel af te wijken, en daartoe reken ik de omstandigheid, dat in een land de Nederlandsche taal een der landstalen is, niet te behooren, kan aan Uw bovenbedoeld verzoek niet worden gevolg gegeven.’ De vergadering besluit naar aanleiding der antwoorden een onderzoek te doen instellen naar de gebruiken in andere landen. Gewezen wordt nog op een mededeeling in de Gazette de Charleroi, waarin beweerd wordt, dat een Vlaamsche brief uit Brussel aan een Nederlandschen Minister gezonden, werd terugontvangen, omdat men dien niet begreep en daarom de voorkeur gaf aan in het Fransch gestelde brieven. Sommigen kunnen dat best begrijpen, als er te Brussel slechte vertalers aan de ambtelijke instellingen geplaatst zijn. Het bericht zal worden onderzocht.
Goedkeuring der Rekening en Verantwoording van de Tentoonstellings-Commissie. Ontvangst der diploma's en medaille. De Commissie heeft de rekening in orde bevonden. Den administrateur wordt dank gezegd voor zijn beheer. Den leden der Tentoonstellings-Commissie zal de dank van het Hoofdbestuur worden gebracht voor al wat ze gedaan hebben om de Tentoonstelling te Brussel zoo goed te doen slagen.
Mededeeling over een bijeenkomst, gehouden 9 Dec. Het Dag. Bestuur heeft dien dag eenige vertegenwoordigers en Groepsbestuurders uit het buitenland een maaltijd aangeboden. Er zaten mede aan: mevr. Knobel (Den Haag), de heer en mevr. Semmens (Australië), de heer en mevr. Roessingh van Iterson (Batavia), de heer en mevr. Van Gent (Bethlehem, O.V.S.), de heeren A.N.J. Engelenberg (Djambi) en A.A. Heckers (Paramaribo). Alle werelddeelen waren dus vertegenwoordigd en de bijeenkomst, die ook gewijd was aan de gezamenlijke bespreking der Verbondsbelangen over heel de wereld, zal niet nalaten ver strekkend nut te hebben.
Voorstel van den heer Von Saher om een nieuwe lijst van leerboeken samen te stellen voor de novitii aan Nederlandsche, Vlaamsche en Zuid-Afrikaansche hoogescholen. Medegedeeld wordt dat Prof. Boeke in overleg met den voorzitter het onderwerp reeds in studie heeft genomen en dat daarbij de Vlaamsche en Zuid-Afrikaansche belangen niet worden vergeten. Met Vlaanderen zal overleg gepleegd worden.
Schrijven van den heer A.T.A. Heyting, met plan om een lijst aan te leggen van adressen van buitenlandsche schrijvers over Nederland en aan dezen boeken over Nederland toe te zenden. Het denkbeeld wordt toegejuicht, maar bij een eenigszins volledige uitvoering zal het waarschijnlijk te kostbaar blijken te zijn. Tegen het aanleggen met medewerking der vertegenwoordigers van een lijst die in Neerlandia kan worden opgenomen, bestaat geen bezwaar.
Brief van de Vereeniging Het Nederlandsche Lied, meldende, dat op verzoek van 't A.N.V. aan elk der Ned. transoceanische stoomvaartmaatschappijen één volledig gebonden exempl. van Liederboek van Groot-Nederland voor een harer passagiersbooten ten geschenke is gegeven. Herinnerd wordt dat dit denkbeeld is uitgegaan van Mr. Cohen Stuart, thans in Indië. Aan de Vereeniging Het Nederlandsche Lied zal dank betuigd worden voor de inwilliging van den wensch.
Aanvragen om invoer van Hollandsche boter in Hongarije, klompen en bamboehoeden in Nieuw-York. Deze aanvragen zijn overgebracht aan bevoegde kantoren. | |
Punt VII. België.Voorstel van Mr. W.J.L. van Es, om een ruiling uit te lokken tusschen de geschriften door het Comité Flamand in Fransch-Vlaanderen uitgegeven en die door het A.N.V. Die ruiling wordt nuttig geacht. Op het voorstel zal dus worden ingegaan.
Fransche briefwisseling van Hollandsche firma's niet Vlaamsche handelaars. Aangetoond wordt nogmaals, hoe onverstandig dit is en hoe weinig bevorderlijk voor het aanknoopen van handelsbetrekkingen. | |
Punt VIII. Oost-Indië.De voorgenomen stichting van een jongemeisjesschool in Indië, volgens plan van mevr. Hissink-Snellebrand. Na de gevoerde briefwisseling met de ontwerpster en de Groep Ned. Indië, en na den geldelijken steun voor het tot stand brengen van een comité, meent de vergadering thans een afwachtende houding te moeten aannemen en intusschen na te gaan wat mevr. Hissink-Snellebrand zelf in Indië zal bereiken. Hare aandacht is gevestigd op verschillende bestaande instellingen in Indië, waar Indo-Europeesche kinderen goede verzorging kunnen vinden als b.v. het Djattigesticht. Er is daar veel aanvraag voor opneming van verwaarloosde meisjes, die er zeer goed worden opgevoed.
Regeeringssubsidie voor de Groep. Medegedeeld wordt dat de Minister van Koloniën, evenals de begrootings-commissie der Tweede Kamer, het denkbeeld gunstig besproken heeft.
Wenschelijkheid van een propagandist voor Indië. Medegedeeld wordt, dat deze wenschelijkheid is uitgesproken door den heer Engelenberg. Het denkbeeld zal aan Groep Indië in overweging worden gegeven.
Bevordering van Hollandsche reizen naar Indië. Ingekomen is een uitvoerig schrijven van de Vereeniging ‘Moederland en Koloniën’. Alles wat grondige kennis over onze koloniën kan verspreiden, dient gesteund. De opmerking werd gemaakt, dat personen, die ernstige studie maken, naar vermogen gesteund moeten worden om hen in staat te stellen tot reizen naar onze overzeesche bezittingen, maar dat het niet op den weg van het A.N.V. ligt, om pleizierreizen te bevorderen, wat slechts aanleiding geeft tot het vellen van een oppervlakkig oordeel na zeer vluchtige kennismaking, tot schade van het wezenlijk belang van land en volk. | |
[pagina 28]
| |
Steun is zeker verantwoord als het werkelijke studiereizen onder deskundige leiding betreft. Besloten wordt de Vereeniging ‘Moederland en Koloniën’ uit te noodigen het onderwerp in een bijeenkomst van afgevaardigden van belangstellende vereenigingen, w.o. het A.N.V., te doen behandelen.
De reis van Mr. Van Deventer naar Indië (vertrek 8 Febr.). De heer Van Deventer doet eenige mededeelingen over zijn voorgenomen reis, die hij ook dienstbaar zal maken aan de belangen van het A.N.V. De voorzitter dankt den heer Van Deventer en wenscht hem namens het Hoofdbestuur een aangename, voorspoedige reis en behouden terugkomst in 't vaderland. | |
Punt IX. Zelfstandige Afdeelingen.Chicago. Verzoek om de verplichte bijdrage aan de algemeene kas over 1911 te mogen besteden als steun voor den Leerstoel in 't Nederlandsch aan de Hoogeschool te Chicago. Wordt toegestaan in den vorm van een bijdrage van het A.N.V.
Johannesburg. Brieven van de nieuwe penvoerster, mevr. Deys-Draayer, over het opgewekt leven der Afdeeling. | |
Punt X. Vertegenwoordigers.Buda-Pest. Bericht van aanneming zijner benoeming door den heer A. van Hoogstraten.
Stockholm. Bericht van aanneming zijner benoeming door den heer G.M.E. Immink, Consul-Generaal.
Londen. Lezing van den vertegenwoord ger over het A.N.V. Aanwerving van 19 nieuwe leden. Er wordt op gewezen hoe de heer Reyneke van Stuwe zich door deze lezing bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt en hoe een dergelijk optreden van vertegenwoordigers in hun omgeving navolging verdient.
Venetië. Jaarverslag 1911.
Caïro (Egypte). Mededeeling, dat de vertegenwoordiger de Rotterdamsche Liederenbriefkaarten onder de Nederlanders aldaar heeft verspreid.
Santa Fé. De heer L. de Waal, vertegenwoordiger, stelt voor bij zijn vertrek naar Pernambuco, waar hij zelf vertegenwoordiger wenscht te worden, in zijn plaats voor Santa Fé te benoemen den heer J.A. Benraadt, ingenieur. De vergadering keurt dit goed.
Voorgesteld worden verder als vertegenwoordigers: Voor Bahrein (Perz. Golf): de heer S.M. Zwemer, zendeling voor St. Kitts (bij Saba): de heer J. Heyligers, scheikundige; voor New Brighton (Engeland): de heer C. Hess. De vergadering draagt het Dagel. Bestuur op deze gevallen te behandelen als bij Reglement is voorgeschreven. | |
Punt XI. Stamverkeer.Medegedeeld wordt, dat de heer C. Plokhooy, Den Haag, de uitnoodiging heeft aangenomen om een hervormingsplan voor deze Afdeeling te ontwerpen. | |
Rondvraag.De waarn. secr.-penningm. wijst er op, dat door zijn tijdelijk optreden in het Dag. Bestuur eenige veranderingen noodig zijn in het Huish. Reglement. De vergadering vindt het goed, dat die door het Dagel. Bestuur worden aangebracht. Een der leden wijst er nog op, dat in zake consulaire aangelegenheden veel raad wordt gevraagd aan leden van Kamers van Koophandel en dat het daarom noodig is de besturen van deze meer in aanraking met het Algem. Nederl. Verbond te brengen. Ook is het gewenscht, zooveel mogelijk door bemiddeling van onze vertegenwoordigers, een onderzoek in te stellen naar de bestaande handelsscholen in het buitenland, als b.v. te Neuchâtel, Dresden, Keulen, Leipzig, en deze inlichtingen te verstrekken over ons land. Dit wordt door de vergadering aan het Dagel. Bestuur overgelaten. Hierna sluit de voorzitter de vergadering.
De waarn. Algemeen Secretaris-Penningmeester,
CH.R. BAKHUIZEN VAN DEN BRINK. |