Stand - Klasse.
Aan de Redactie van Neerlandia.
Gij erkent dat het woord klasse, in de socialistische geschriften veel gebruikt, geen germanisme is, maar geeft toch te verstaan, dat het, in de beteekenis welke het in die geschriften heeft, uit Duitschland is ingevoerd en betreurt dat dit nieuwe woord ‘het goede en schoone woord stand in onbruik heeft gebracht’.
Hiertegenover dient opgemerkt, dat ook in de Duitsche taal het woord stand door het woord klasse is verdrongen, en evenzoo in de Fransche taal. De reden is, dat de socialistische schrijvers iets hebben uit te drukken, dat door het woord stand slecht wordt weergegeven; dat het door bezigen van het woord stand over een ietwat ander begrip, tot misverstand aanleiding zou geven; en dat zij daarom een ander woord gekozen hebben, een in dit verband nieuw woord, het woord klasse. Het woord stand roept de herinnering op aan de oude maatschappij-indeeling van het socialisme, met haar vastomschreven, afgesloten volksgroepen, standen, met eigen rechten, eigen instituten. Stand is een woord dat ten deele een politieken zin heeft. Onze huidige maatschappij kent die standen niet meer. Maar het ekonomisch onderscheid tusschen hare leden is daarmee niet opgeheven. Er zijn groote volksgroepen met verschillend ekonomische taak. De twee grootste dier groepen zijn die der arbeiders en die der kapitalisten. Er moest een nieuwe naam zijn voor het nieuwe begrip, het nieuwe feit: klasse is de overeengekomen naam.
Schuilt in de vervanging van het woord stand door het woord klasse zoo geen taal-onzuiverheid, wel ben ik het met u eens, dat er ook door socialistische schrijvers sommige verwerpelijke germanismen in onze taal zijn gebracht. Door daartegen in te gaan, zoudt Gij een goed werk doen. Of moedgevend (in plaats van bemoedigend) een dier socialistische germanismen is, gelijk Gij schijnt te willen zeggen, betwijfel ik. Zeker zijn er wel ergere. Een der malste is schicht, waar laag bedoeld wordt. Maar er zijn er nog heel wat meer.
Hoogachtend,
J.F. ANKERSMIT.
Amsterdam, Dec. 1911.
* * *
Den heer Ankersmit zij het volgende geantwoord:
Het verschil tusschen het begrip, dat men oudtijds aan stand hechtte, en dat, hetwelk men thans aan klasse hecht, voelen wij ook, maar ‘verba valent usu’, het gebruik geeft de beteekenis aan het woord. Had men het goede woord stand behouden, dan ware er geen vrees voor dat men, hoorende van den strijd tusschen arbeidersstand en kapitalistenstand, er iets anders onder zou verstaan dan wat men tegenwoordig met arbeidersklasse en kapitalistenklasse aanduidt. Het woord stand had ook wel degelijk een politieke beteekenis gekregen, sedert de Fransche omwenteling den strijd tusschen de drie standen op den voorgrond bracht en men later van de opkomst van den vierden stand sprak.
Maar het is niet alleen tegen de vervanging van stand door klasse in den politiek-ekonomischen zin, dat wij bezwaar hadden; ook, dat klasse stand verdringt, waar dit woord in de oude, beperkte beteekenis wordt gebruikt, b.v. werkende klasse voor werkende stand enz.
Neen, wij hebben moedgevend niet als een socialistisch germanisme aangeduid, maar alleen als een woord, dat het betere bemoedigend schijnt te willen verdringen.
Wij zijn overigens verheugd, dat de heer Ankersmit aan onze zijde zal staan, als wij germanismen, langs socialistischen en anderen weg in onze taal dringende, bestrijden. In het Volk, waarvan hij, meenen wij, redacteur is, kan hij alvast veel doen.
Red. N.