Afdeeling Batavia.
Aan het jaarverslag over 1910, dat ons eerst in Nov. 1911 bereikte en in het Dec.-nr. niet kon worden opgenomen, is het volgende ontleend:
Op 1 Jan. 1910 telde de Afdeeling 255 leden, terwijl op 1 Jan. 1911 het aantal leden slechts het getal 260 bereikte. Hieruit blijkt wel dat te Batavia in het streven van het Alg. Ned. Verbond nog steeds een teleurstellende geringe belangstelling bestaat, al wijst het ledental dan ook een kleinen vooruitgang aan.
Door het bestuur werden eenige bijeenkomsten ingericht, waar leden of vrijen toegang hadden of tegen belangrijke prijsvermindering, bijv. de muzikale lezing van de heeren Pisuisse en Blokzijl, waar slechts een honderdtal belangstellenden aanwezig waren, waaronder nog 66 betalende bezoekers, niet-leden.
Verder wordt vermeld de avond in den schouwburg, toen eenige onderwijzers van Bandoeng in samenwerking met het N.I.O.G. een voorstelling gaven van Esmoreit. De Afdeeling gaf hiervoor een subsidie van f 100. -, waartegenover stond dat de leden tegen halven toegangsprijs de voorstelling konden bezoeken; slechts 24 leden maakten hiervan gebruik. Nog slechter was het bezoek der leden op het concert der dames Russer en Van Velthuysen, waar de leden ook tegen belangrijke prijsvermindering (door subsidie van de Afdeeling) toegang konden bekomen.
Verder gaf de Afdeeling nog in samenwerking met den Planten- en Dierentuin een avond, waarop de (door de Afdeeling Amsterdam van het A.N.V. welwillend afgestane) lantaarnplaten vertoond werden, welke betrekking hebben op ons koninklijk huis.
Herinnerd mag nog worden, dat de Afdeeling heeft medegewerkt aan de hulde-betooging voor onzen grooten Nederlandschen tooneelspeler Louis Bouwmeester door het schenken van een bloemstuk en het geven van een bijdrage aan het geschenk in envelop. Bij de aanbieding werd namens het A.N.V. het