Haarlem (Jongel.-Afd.).
Deze Afdeeling heeft een feestavond gegeven op 29 Nov. j.l., welke geopend werd met het zingen van van het A.N.V.-Lied en met eenige muziek nummers.
Hoofddoel was den heer en mevr. Van Gent, uit Bethlehem (Oranje-Vrijstaat) de gelegenheid te verschaffen de aanwezigen in te lichten over de vooruitzichten van onze beweging in Zuid-Afrika.
Zij werden ingeleid door Dr. J.B. Schepers.
Uit het verslag in de N. Haarl. Crt. nemen we het volgende over:
De heer Van Gent besprak het vruchtbare werken van het Verbond in Zuid-Afrika, voordat hij zijn eigenlijk onderwerp: Jong Zuid-Afrika en de Taalbeweging ging bespreken.
We hoorden van hem hoe vooral Dr. Van Everdingen met succes zijn krachten beschikbaar stelt om de Nederlandsche taal in Zuid-Afrika te bevorderen; hoe twee Nederlandsche tooneelspelers, die daar uitvoeringen gaven de Afrikaners in verrukking brachten voor het schoone Hoog-Hollandsch.
Hij protesteert tegen een reeks artikelen in een onzer groote bladen verschenen van de hand eener dame, die een viertal weken in Zuid-Afrika doorbracht en daarover dingen zegt, die meermalen geheel bezijden de waarheid zijn en het gevolg van onvoldoende kennis van het Zuid-Afrikaansche volk en hun toe standen, die men niet moet bezien door een Europeeschen bril.
Spr. stelt tegenover die beweringen zijn aankomst in den Vrijstaat en het gul onthaal bij die Boeren, zoo eenvoudig, maar ook zoo goed van hart. Zeker ze zijn eenigszins wantrouwend, omdat zij zoo dikwijls misleid zijn door overzeeërs, maar heeft men hun vertrouwen kunnen winnen, dan kan men op hun steun en sympathie steeds rekenen.
Op het jonge geslacht heeft spr. hoop voor de toekomst, omdat het vol ijver en liefde voor den arbeid is.
Werd de heer P. van Gent hartelijk toegejuicht, niet minder zijne echtgenoote, die na de pauze sprak over: Zuid-Afrikaansche Vrouwenvereenigingen.
In een mooi gestyleerde, dikwerf geestige lezing, bracht deze ontwikkelde vrouw, die acht jaar in den Oranje-Vrijstaat doorbracht ons in kennis met de gewoonten der Zuid-Afrikaasche vrouwen.
Zij toonde aan hoe deze vrouwen in uiterlijk en manieren echte dames, toch de beste en knapste huishoudsters zijn, die voortdurend bezig zijn met de zaken van hun huishouden, bijna alles wat voor hun levensonderhoud noodig is zelf bereiden en de zorg hebben voor mensch en dier op de hoeven.
De meisjes moeten van alles leeren, wat zij in haar later leven niet noodig hebben; de jongens behoeven niet zoo geleerd te zijn.
De goede boerenvrouwen voelen heel goed hoe verkeerd dit streven is: vandaar de vrouwenbeweging: een poging tot zelfbehoud.
De vrouwenvereenigingen zooals die in Zuid-Afrika opgericht zijn, beoogen vooral: Bevordering van opvoeding en onderwijs en behartiging van de belangen der arme blanken, dat zijn de afstammelingen van families die door den oorlog alles verloren hebben.
De welgeslaagde avond werd besloten met het gemeenschappelijk zingen van het Wilhelmus.