Tucht-Unie.
Aan Zijne Excellentie den Minister van Justitie is het volgend adres verzonden:
Geven met verschuldigden eerbied te kennen ondergeteekenden, E. Bergsma, burgemeester van Enschedé, Algemeen Voorzitter der Tucht-Unie, en Dr. C.J. Söhngen, leeraar aan het Gymnasium, 1e Algemeene Secretaris der Tucht-Unie, te Nijmegen,
dat het doel der Tucht-Unie is: ‘tuchtelocsheid onder het Nederlandsche volk te bestrijden, ten einde zijne zedelijke, geestelijke en lichamelijke kracht te verhoogen,’ zooals blijkt uit Artikel 1 der Statuten, waarvan een exemplaar is gevoegd als Bijlage I;
dat zeer velen de Tuchteloosheid voor een groot deel toeschrijven aan de in ons vaderland zoo langzame berechting van overtredingen;
dat in verband daarmee de Algemeene Vergadering der leden van de Tucht-Unie aan het Algemeen Bestuur heeft opgedragen zich tot Uwe Excellentie te wenden met het verzoek, het daartoe te willen leiden, dat ook hier te lande zoo spoedig mogelijk eene snelle berechting van overtredingen worde ingevoerd;
dat de Tucht-Unie telt 122 persoonlijke leden en vereenigingen-leden, waarvan eene opgave hierbij gevoegd is sub Bijlage II;
dat derhalve het Algemeen Bestuur der Tucht-Unie zich tot Uwe Excellentie wendt namens duizenden Nederlandsche mannen en vrouwen;
dat het Algemeen Bestuur der Tucht-Unie gaarne zal voldoen aan een eventueele oproeping om zijn verzoek mondeling bij Uwe Excellentie toe te lichten.