ster, Gronau, Kleef, Elten, Goch, Duisburg-Ruhrort, Dusseldorp, Gladbach en Aken.
In overleg met den Minister van Binnenlandsche Zaken is de schoolopziener in het district Tiel belast met de organisatie der bedoelde cursussen en, ter voorbereiding daarvan, met een dienstreis naar de genoemde plaatsen in Duitschland.
Naar aanleiding dezer laatste mededeelingen schrijft de Deutsche Wochenzeitung für die Niederlande und Belgien:
‘De plaatselijke Duitsche beambten hebben zich reeds bereid verklaard deze pogingen voorloopig te steunen. Wij hopen dat deze voorloopige beslissing gevolgd zal worden door blijvende en krachtige medewerking. Die ware beslist verdiend; want de Nederlandsche Regeering heeft tegenover de bloeiende Duitsche scholen hier te lande steeds de grootste tegemoetkoming aan den dag gelegd. Vele duizende guldens vloeien jaarlijks in de schoolkassen, die overigens niet zoo rijkelijk worden voorzien.’
‘Sommige Duitsche beambten aan de grenzen, die helaas vaak tegenover de Hollanders zeer bekrompen denkbeelden huldigen, mogen zich aan deze prijzenswaardige daad spiegelen.’