Neerlandia. Jaargang 15
(1911)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdOnthulling der De Génestetbank.De heer Dr. J.A. Vor der Hake, schrijft omtrent de overdracht der De Génestetbank aan de gemeente Bloemendaal op 14 Aug. het volgende:
Vacantie was oorzaak dat van de genoodigden maar een zeer klein aantal aanwezig was, waaronder gelukkig mej. D.G. de Génestet, de dochter van den dichter. De heer Schepers, voorzitter van de Afdeeling Haarlem van het A.N.V., hield een toespraak, getiteld ‘Bloemendaal en De Génestet’ (in den handel voor den prijs van f 0.25), waarin hij schetste hoe geheel Bloemendaal als 't ware aan De Génestet toebehoorde, hoe menig lied hier zijn oorsprong vond, | |
[pagina 199]
| |
maar ook: hoe de sage al begint te weven om den dichter, zoodat b.v. de bewoner van ‘Welgelegen’ - inderdaad de Delftsche Pastorie - tot Bloemendaal's predikant wordt en ‘Het haantje van den toren’ het lijden en sterven van 's dichters eigen gade heet uit te beelden, De Génestet's liefde voor de natuur èn zijn liefde voor eenvoud - in innerlijk en uiterlijk - werden met ware kleuren nogmaals geteekend en ten slotte rekenschap gegeven van 't waagstuk om deze bank te zijner nagedachtenis te plaatsen. Een waagstuk, want: was dat gehandeld in 's dichters geest? Zou hij, met z'n afkeer van praal en vertooning een dergelijke hulde hebben goedge keurd? Met datzelfde vertrouwen waarmee indertijd z'n vrienden op z'n graf te Roosendaal een eenvoudig gedenkteeken hebben durven oprichten met die enkele woorden: ‘Fiat voluntas’, heeft de Haarlemsche A.N.V.-Afdeeling een bank durven plaatsen te zijner eere. Heeft men van die plek af niet een verrukkelijk gezicht op de Hollandsche duinen, die de dichter zoo lief had, en maakt dat alleen al niet alles goed? Zeker, met dit monument, zoo geplaatst dat ieder bezoeker vanzelf in de stilte moet komen onder de bekoring van het prachtige landschap, zou de dichter vrede hebben gehad. Dr. Schepers bracht ten slotte dank aan allen die hadden bijgedragen tot de wording van dit gedenkteeken. Daarna begaf men zich naar de bank. Het doek werd weggenomen en het massieve stuk van rood Zweedsch graniet, mooi door z'n soberheid van lijn, nu - en voor goed - zichtbaar, werd aan Bloemendaal's gemeentebestuur overgedragen en door den burgemeester, met dank, aanvaard. Bij de overdracht werd een oorkondeGa naar voetnoot1) gevoegd, een keurig stuk teekenwerk van den heer G.A. Luitingh, calligraaf te Haarlem. |
|