Nederland
De Zaanstreek en haar nijverheid.
In Juli l.l. is de nieuwe zeehaven van Zaandam feestelijk geopend. Te dier gelegenheid is - zooals te doen gebruikelijk is - een herinneringsboek uiygegeven, een inderdaad kostbaar werk dat met zijn vele mooie lichtdrukplaten een bewonderingwekkenden indruk van de Zaanlandsche nijverheid geeft, waarvan wij allemaal wel welen dat zij groot en grootsch is, doch die men zich zoo omvangrijk en machtig toch zeker niet had gedacht.
De heer E. Veen heeft de zeer lezenswaardige in leiding geschreven met tal van merkwaardige gegevens. Hij gaat terug tot de eerste berichten over de ‘Saane’ in de 15e eeuw. Het eerst bloeide er de visscherij, later legden de Zaanlanders zich ook toe op handel en scheepvaart en als gevolg daarvan op den scheepsbouw. Hoe bekwaam zij daarin waren, is he kend; zelfs een Czaar Peter kwam uit Rusland om dit vak daar te leeren. Elk der Zaandorpen muntte uit in een bijzonderen tak van bedrijf en nu is het eigenaardig dat bijna al die bedrijven heden ten dage nog in de Zaanstreek bloeien en groeien, alleen de scheepsbouw en linnenweverijen hebben zich naar elders verplaatst. Opmerkelijk is ook dat alle of bijna alle der thans bestaande zaken zijn voortgekomen uit de windmolens en houtwerven van vroeger. Oost- en Westzaan had zijn houthandel en houtbereiding, zijn scheepsbouw en walvischvaart; de Koog oliemolens en pelmolens; Zaandijk en Wormemer papiermolens; de Wormer beschuitbakkerijen; Oostzaan stijfse fabrieken; Westzaan houtzaagmolens; Krommenie zeilmakerijen, en Assendelft linnenweverijen. De windmolens hebben de Zaanstreek groot gemaakt; doch hebben haar ook lang doen achterblijven, toen andere landen door ruime toepassing der stoommachine zich op industrieel gebied een grooten voorspreng hadden verzekerd.
Na een korten tijd van verval door allerlei omstan digheden, leefden in de laatste twintig jaren de oude geestkracht en ondernemingsdurf weer op en namen nijverheid en handel een ongekende vlucht. De houtaanvoeren die in 1892 te Zaandam nog slechts 13 à 14000 standaards gezaagd hout en 300.000 balken bedroegen, waren in 1910 gestegen tot 61.000 standaards en ruim 600.000 balken; ter gezamenlijke waarde van meer dan 10.000.000 gulden.
Voor een groot deel wordt dit hout verwerkt in 21 stoomhoutzagerijen en het 13 tal windmolens, die nog van de 200 houtzaagmolens van vroeger zijn overgebleven.
Voor gezaagd hout en balken is Zaandam een der grootste invoerhavens van Europa en de belangrijkste hout-importfirnia van het Europeesche vasteland is er gevestigd.
Ook het pellersbedrijf is de laatste 20 jaren belangrijk vooruitgegaan. De aanvoeren van ongepelde rijsi stegen in dien tijd van ongeveer een half miljoen balen tot 985.636 balen in het eerste half jaar van 1911, dus bijna 2.000.000 balen per jaar.
Dertien stoomfabrieken vervangen tegenwoordig de ruim 150 windoliemolens van weleer, waarvan er nog 17 bestaan.
Meer dan 140.000 ton oliezaad wordt thans verwerkt. Van de 32 000.000 kilo's lijnolie die Nederland in 1910 uitvoerde, was meer dan de helft van de Zaan afkomstig, ongerekend de uitvoer van andere oliën.
Verder werken er aan de Zaan 8 cacao- en chocoladefabrieken, eenige beschuit- en koekf abrieken, waarvan de grootste met 250 man, een kindermeelfabriek, grutterijen- en meelmolens, en een groote tarwe- en roggemeel molen.
Te Krommenie zijn een tweetal groote blikfabrieken, die te zamen met ongeveer 800 arbeiders werken
Te Koog aan de Zaan en te Zaandam bestaan twee zich steeds uitbreidende machinefabrieken, en te Krommenie twee flinke zeildoekweverijen, waarvan er een tevens een linoleumfabriek heeft opgericht, de eenige van dien aard in Nederland.
Men vindt aan de Zaan niet minder dan 11 stoomen 7 windverfmolens; terwijl in Westzaan nog het oude Zaansche blauwsel in twee stoomfabrieken wordt gemaakt.
Van de 40 of meer papiermolens uit het einde der 17e eeuw, zijn nog slechts twee molens te Westzaan overgebleven doch het arbeidsvermogen van de eene stoompapierfabriek te Wormer, die bovendien te Velsen een groote fabriek voor houtslijppapier heeft gesticht, en die te Westzaan, is veel grooter dan die van alle molens te zamen. Daarnevens vindt men een cartonagefabriek, 17 zakkenplakkerijen en enkele ouwelfabrieken.
Het zeevaartverkeer in de Zaandamsche haven steeg van 131 schepen in 1892 tot 168 in 1910 en de inhoud van 328.000 tot niet minder dan 1.000.000 M3. in 1910; waarbij nog jaarlijks komen een 50 Ned. zeetjalken, die rijstemeel en andere producten naar de Deensche en Oostzeehavens brengen. In de binnenvaart zijn geregeld niet minder dan 927 schepen.
Te verwonderen is het niet, wanneer men die cijfers ziet, dat de haven te klein werd. Het plan voor een nieuwe haven werd door den Gemeenteraad van Zaan dam aangenomen in 1907.