Neerlandia. Jaargang 15
(1911)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdBuitenlandVan een nationaal en een internationaal feest te Roubaix.I.Met ‘een nationaal feest’ wordt bedoeld, de viering van Koninginne-verjaardag doof de Nederlandsche Kolonie, of liever een Hollandsch-Vlaamsche Protestantsche Gemeente te Roubaix. En met dat ‘internationaal feest’: de Nederlandsche Tentoonstelling voor Noord-Frankrijk, te Roubaix. Aan de meeste lezers van Neerlandia is ongetwijfeld bekend, dat Nederland op veelszins voortreffelijke wijze aan bovengenoemde tentoonstelling deelneemt, een deelname, voor welke Noord-Frankrijk Noord-Nederland zeer erkentelijk is; en die gezien aantal en aard der reeds toegekende bekroningen, ook wel van beteekenis blijkt te zijn. Maar daarover later. Wel verre van den verjaardag onzer vorstinne ooit te vergeten, werd door de Hollandsch-Vlaamsche Ge- | |
[pagina 196]
| |
meente hier de 31 Augustus steeds op zeer bescheiden en stille wijze herdacht. De middelen om zulks grooter en grootscher te kunnen doen, ze ontbraken eenvoudig - en daar hield alles mee op. Doch ditmaal zou het anders wezen. Teen n.l. enkele heeren van de Nederlandsche Commissie voor de Tentoonstelling zich afvroegen, hoe op waardige en doeltreffende wijze hier H.M. verjaardag te vieren, viel aldra hun aandacht op de Hollandsche Gemeente, hun trouwens geen onbekende meer. En met dit gevolg, dat haar kerkeraad, namens deze Nederlandsche Commissie een envelop met inhoud ontving, met het vriendelijk verzoek, daarvoor bij gelegenheid van H.M. verjaardag aan behoeftige leden en kinderen der Gemeente een feestje, eenige versnaperingen en een geschenk te willen aanbieden. Deze koninklijke weldaad verdiende ook in alle opzichten tot haar recht te komen. Daarom werd besloten, ditmaal eens echt koninginnedag te vieren, d.w.z. feestelijk en in 't openbaar - in den meer gangbaren zin van het woord. En aldus is geschied... En gelijk nooit te voren... En met geestdrift en wijding... Bijkans heel de Gemeente was opgekomen, zoowel Vlaming als Hollander. In de keurig versierde Nederlandsche Kerk prijkte, verscholen tusschen oranjekleur en dundoek, een levensgroot portret van onze beminde Vorstin. De leden der genoemde Ned. Commissie, voor zoover in Roubaix vertoevende, de heeren K.H.H. van Bennekom en R.F. Katz, waren tegenwoordig. Na in 't bijzonder dezen heeren te hebben welkom geheeten en dank gebracht, wees de voorganger der Gemeente er o.a. op hoe ons land en ons volk, naast God, onnoemelijk veel aan Oranje hebben te danken en hoe de Hollandsch-Vlaamsche Gemeente te Roubaix in het bijzonder prijs stelt op de belangstelling, welke het H.M. de Koningin en Hoogstderielver Huis behaagt, schier ieder jaar aan de Gemeente te bewijzen in den vorm van een koninklijke gift, belangstelling die even goed onzen Zuid- als onzen Noord-Nederlandschen broederen betreft. De heilwensch op H.M. werd in warme en welgekozen bewoordingen uitgebracht door den heer Katz, waarna de heer Van Bennekom er onder meer zijn groote blijdschap over uitsprak, hier in den vreemde te hebben aangetroffen een zoo door en door Nederlandschen Kring, waar de liefde voor Vorstenhuis en Vaderland nog zoo diep wortelt en zoo heerlijk tot uiting kan komen. Hij zeide en 't klonk bemoedigend, veel te hebben gereisd en veel te hebben gezien: wijdsche kathedralen en eenvoudige tempels, gouden moskeeën en rijke pagoden; maar die hij had bezocht en bezien zooals men een museum bezoekt en beziet. Hier was 't iets anders: een eenvoudig kerkgebouw en een eenvoudige gemeente. Geen uiterlijke praal en geen wereldsche pracht. Spreker uitte zijn sympathie in woord zoowel als daad en schonk een gift in goud voor het a.s. 50-jarig jubileum der Hollandsche GemeenteGa naar voetnoot1), die dankbaar werd aanvaard. Behoeftigen en kinderen werden evenmin vergeten. En het was wel een der schoonste oogenblikken van ons feest, toen hun een ruim geschenk in geld als anderszins kon worden uitgereikt, namens genoemde Nederl. Commissie. Tenslotte is het onnoodig te zeggen, dat er groote dankbaarheid sprak uit aller oog en uit menigen traan - welsprekender dan de welsprekendste woorden - en dat door deze treffende daad van de commissie, de banden, welke de Hollandsch-Vlaamsche Gemeente te Roubaix aan Vorstenhuis en Vaderland binden, zoo mogelijk nog nauwer zijn toegehaald. In een volgend nummer een en ander over dat andere feest; de internationale tentoonstelling alhier. Roubaix, Sept. 1911. F.G. BEEKMAN. |
|