afgeleid worden, dat hij dit woord gebruikt zooals de boeren het hier en in N. Holland nog doen; ze bedoelen er doodeenvoudig vrouwen mee uit den boerenstand, die allen witte mutsen droegen (tegenwoordig helaas niet meer). Prof. Beets vermeldt het ook als zoodanig in de Camera Obscura (N. Hollandsche boerin) en zet daar zelfs bij, dat de boerinnen blond haar verafschuwen en het zorgvuldig verbergen. Het witkop slaat hier dus zeker op de mutsen.
Na beleefde groeten Uw dienstw.
G.H. HOFMAN.
We gelooven dat de geachte inzender zich vergist. De Boerennooiens in Z.A. dragen ook vaak witte mutsen, hoewel van ander model dan die der Nederl. Boeren-vrouwen en meisjes, doch nog nimmer hebben wij hen daarom hooren noemen: witkop-nooiens. Aan een kap zal de Afrikaner op bezoek bij de Hollanders in Amerika ook moeilijk gedacht kunnen hebben, want daar dragen de vrouwen en meisjes die niet.
Wij hebben de menschen in Z.A. die het weten kunnen uitspraak laten doen en wachten hun bericht af.
(Red.)