Neerlandia. Jaargang 15
(1911)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdRhodesië.Ter gelegenheid van het noenmaal den heer en mevrouw Knobel, den 10en Juni door de N.Z.A.V. en het A.N.V. aangeboden, heeft Dr. H. Blink als voorzitter van de Nederl. Vereeniging voor Economische Geografie, de consulaire verslagen van den heer Knobel hoog geprezen. Als bijlage van de Handelsberichten van 22 Juni 1911 is thans van dezen consulairen ambtenaar een verslag verschenen over Rhodesië, geschreven naar aanleiding van een door hem ondernomen reis, waarbij hij Salisbury en Bulawayo heeft bezocht. Het is een helder geschreven verslag, waarin in beknopten vorm de beteekenis van dit land ons duidelijk voor oogen wordt gesteld. Het schetst de geografische gesteldheid, de bevolking, het klimaat enz., de geschiedenis der British South Africa Company, de Mijnarbeidersquaestie, de Immigratie, den Landbouw, de Veeteelt, het Mijnwezen, den handel en de handelspolitiek en ten slotte de spoorwegen en de verbindingen met de kust. Neerlandia is niet de plaats om een overzicht van dezen bewonderenswaardigen arbeid van den heer Knobel te geven. Er blijkt weder overduidelijk uit, hoe Rhodesië meer en meer aan belangrijkheid gaat winnen en wie weet hoe spoedig een land van beteekenis zal zijn. Ook Consul Knobel stelt vast ‘dat er in den laatsten tijd een ommekeer in de economische toestanden van Rhodesië is gekomen, welke voor de toekomst een veelbelovend aanzien heeft.’ ‘De dilettant-mijnbestuurders der vroegere dagen hebben plaats gemaakt voor bevoegde, ervaren mannen; de zoo wenschelijke vestiging van landbouwers neemt toe; ontginning van den grond kan niet uitblijven; de kooplieden van Bulawayo, Salisbury, Gwelo werken minder met kredieten dan voorheen het geval was; het blind navolgen van hetgeen aan den Witwatersrand gebruikelijk is, heeft opgehouden; overkapitalisatie behoort grootendeels tot het verleden, de moedeloosheid en het gevoel van teleurstelling hebben plaats gemaakt voor een beteren kijk op de zaken, en terwijl thans nog zeer groote exploitatievelden braak liggen, is er systeem in den bestaanden arbeid gekomen, met name in het werk van prospecteeren.’ De blanke bevolking telt 15.200 zielen, inboorling-bevolking 1.515.000Ga naar voetnoot1). De blanken zijn voornamelijk Engelschen; doch er zijn ook Afrikaners en verder personen van verschillende nationaliteit gevestigd; het aantal Nederlanders in Zuid-Rhodesië is tot dusver ongeveer dertig, met inbegrip van vrouwen en kinderen. De Kaapsche kerk in Zuid-Rhodesië, het eigenlijk gebied der Br. S.A. Coy., telt 2700 lidmaten. 28 pct. der blanke bevolking bestaat uit Boeren. Versterking van dit element schijnt wenschelijk te worden geacht. Na de toenemende belangrijkheid van Rhodesië helder te hebben uiteengezet, eindigt de heer Knobel zijn verslag aldus: | |
[pagina 160]
| |
‘De Nederlanders hadden te Lourenco-Marques nog slechts weinige jaren geleden eene goede commercieele positie; deze is er intusschen niet op vooruitgegaan. De gedachte, dat thans, nu geheel Zuid-Afrika begint op te leven, met de basis, welke er nog bestaat, ten deze eenige geestkracht zal worden betoond, zal voor verwezenlijking wellicht niet onvatbaar zijn. Zou de Nederlandsche handel weder ernstige aandacht willen schenken aan Lourenco-Marquez, dan lijdt het geen twijfel, of dit zou ook ten goede komen aan de Nederlandsche belangen langs de geheele kust van Moçambique en tegelijkertijd aan den Nederlandschen handel in Transvaal.’ |
|