Neerlandia. Jaargang 15
(1911)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 146]
| |
Vacantieleergangen te Leiden. 11-25 September 1911.De heer A.M. Joekes: ‘Dat wij Hollanders te weinig doen voor den Vlaamschen strijd is een te zware beschuldiging. Hebben wij de Vacantieleergangen te Leiden niet ingericht ten behoeve der Vlaamsche makkers die in d'eigen taal de wetenschap willen hooren verkondigen? Laat de Vlamingen in grooten getale die leergangen volgen, het zal veel bijdragen tot de toenadering van Noord en Zuid’.De aandacht van Vlamingen en Zuid-Afrikaners, van studenten, advocaten, leeraren en leeraressen, van Boekerij der Leidsche Hoogeschool.
allen, die belangstellen in het Nederlandsche Hooger Onderwijs en die een hart hebben, dat met warmte klopt voor de Groot-Nederlandsche zaak, zij er nogmaals op gevestigd, dat in September voor de zevende maal een vijftal Leidsche mannen bereid is hun uit verschillende takken van wetenschap allerlei belangwekkends mede te deelen, hun te laten zien, hoe het Hooger Onderwijs in Nederland wordt opgevat, hun te toonen, dat wel degelijk hier in het Noorden belangstelling is voor den strijd in het Zuiden. En dat niet alleen onder de hoogleeraren; de Studenten-Afdeeling van het A.N.V. richt de leergangen in met haar lessen, gemeenschappelijke noenmalen en even vroolijke als belangwekkende uitstapjes. Door deze belangstelling van verschillende kringen in de leergangen en hun omgang met de deelnemers kunnen de dagen van 11-25 September een in alle opzichten schoone tijd worden. Maar een vereischte is, dat velen optrekken naar de sleutelstad, dat vele Vlamingen, Zuid-Afrikaners en Hollanders van gedachten komen wisselen over alles, wat hun ter harte gaat. Dan zal niemand kunnen heengaan, zeggende: ‘Wat heb ik buiten de colleges aan mijn 14 dagen in Holland gehad?’ Want die uitwisseling van gedachten in de eigen taal met menschen van een andere levensopvatting en van een zoo verschillend volkskarakter is een zeer bijzonder en groot genot. En dan, Vlamingen en Zuid-Afrikaners, kent gij Holland reeds zoo goed, hebt gij reeds zoo dikwijls het echte Hollandsche stedenschoon en de poëzie van ons landschap geproefd, dat gij een Vacantiereis naar Frankrijk of Duitschland nu reeds boven een bezoek aan het land stelt waar stamverwanten wonen, die U hartelijk zullen welkom heeten? Zooveel het in ons vermogen is zullen wij het land doorkruisen en niet alleen de musea en bekende gebouwen in de drukke steden zien, maar ook de zee, de duinen, de meren, de diepe groene polders en het bonte vee, dat grazend op de dijken weerspiegelt in de frissche wete- | |
[pagina 147]
| |
ring. En 's avonds zullen wij samenkomen de heeren op Societeit Miverva, de dames in het Clublocaal der Vereeniging van Vrouw. Stud. en wij zullen er napraten, redeneeren en boomen opzetten. En den volgenden morgen wacht ons weer de oude Academie... Welnu dan, gij allen, die in aanmerking komt, deel te nemen aan onze leergangen, komt naar Leiden! Wij hopen en meenen te mogen verwachten, dat gij het waardeert, dat er wederom een vijftal mannen bereid is gevonden door het geven van colleges aan dezen tak der Nederlandsche beweging mede te werken, dat tal van Leidsche en Vlaamsche Hoogleeraren zitting hebben willen nemen in een Commissie van Bijstand voor de Vacantieleergangen, dat noch het Algemeen Nederlandsch Verbond zelve, noch de Studenten-Afdeeling Leiden moeite en kosten ontzien om de leergangers op waardige wijze te ontvangen. En er is geen beter wijze van Uwe belangstelling te toonen, dan door U in te schrijven als deelnemer en van 11-25 September onze gast te willen zijn.
Prospectussen en inlichtingen worden gaarne verstrekt door den Commissaris voor de Vacantieleergangen H.C. HARTEVELT, Papengracht 10a, Leiden. |
|